2. Aldus gelden onder meer de navolgende feiten als vaststaand.
2.1 Op 1 mei 1999 is Marianne Vaatstra onder Veenklooster om het leven gebracht. Dit misdrijf en de omstandigheden waaronder dit is gepleegd, hebben met name in (Noordoost-) Fryslân tot grote verontrusting geleid. Ook thans is er onder de bevolking sprake van een grote betrokkenheid bij deze zaak.
2.2 De identiteit van de dader is niet achterhaald, maar op de plaats van het delict zijn een haar en spermaresten gevonden; op grond daarvan is het DNA-profiel van de dader vastgesteld. Dit DNA-profiel is vatbaar gebleken voor vergelijking met dat van mannen, van wie daartoe wangslijm is afgenomen.
2.3 Op grond van het DNA-profiel en andere omstandigheden die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, heeft een zestal gedragsdeskundigen een daderprofiel opgemaakt. In dit daderprofiel komen onder andere de volgende punten naar voren:
- het gaat om een een blanke man met extreme fantasieën over seks, geweld, macht en controle. Hij heeft zijn fantasie strak volgens een draaiboek uitgevoerd;
- de man zit waarschijnlijk in de leeftijdscategorie van 20 tot 45 jaar, eerder tussen de 20 en 30 jaar dan tussen de 30 en 45 jaar;
- de man kent de omgeving van Veenklooster goed en voelt zich daar op zijn gemak; hij woonde ten tijde van het plegen van het delict vermoedelijk binnen een straal van 15 kilometer rond de plaats van het delict.
2.4 Het openbaar ministerie (hierna: OM) heeft naar aanleiding van een uitzending van het televisieprogramma “Opsporing Verzocht” op 27 juni 2000 een groot aantal tips binnengekregen. Deze tips hebben de namen van ongeveer vijfhonderd personen opgeleverd; op tweehonderd van hen zal het onderzoek zich verder richten. Ook bij personen wier namen voorkomen in dossiers betreffende andere zeden- en of geweldsmisdrijven en die bij een eerdere veroordeling ter beschikking zijn gesteld om van overheidswege te worden verpleegd (TBS-zaken), zal aan de hand van het daderprofiel worden bekeken of ze in verband kunnen worden gebracht met het misdrijf. Wanneer de betrokken personen woonachtig zijn (geweest) binnen een straal van 15 kilometer van de plaats van het delict, dan wel anderszins een relatie met het gebied hebben en wanneer zij aan het leeftijdscriterium voldoen, alsmede aan één of meer andere “kenmerken” van het daderprofiel, of als er sprake is van gemotiveerde tips, worden zij uitgenodigd mee te werken aan een vrijwillig DNA-onderzoek.
2.5 Het OM is niet voornemens een grootschalig DNA-bevolkingsonderzoek te houden waarbij alle mannen tussen de 20 en 45 jaar die woonachtig zijn (geweest) binnen een straal van 15 kilometer rond de plaats van het delict worden uitgenodigd om daaraan vrijwillig mee te werken. Bij een dergelijk grootschalig onderzoek zou het gaan om ongeveer 20.000 mannen. Het OM heeft bij de persbijeenkomsten van 13 juni 2000 en 3 oktober 2000 de volgende gronden aangegeven om geen grootschalig DNA-onderzoek te starten:
- het inzetten van een dergelijk middel zou betekenen dat een ontwikkeling wordt ingezet, waarbij in de toekomst in het geval van zeer ernstige delicten aan omvangrijke bevolkingsgroepen wordt gevraagd DNA af te staan;
- binnen het onderhavige opsporingsonderzoek zouden dan alle weigeraars - mensen die niet verdacht zijn en uitsluitend voor het bevolkingsonderzoek zijn benaderd op grond van hun leeftijd en woonplaats - tegen het licht van het daderprofiel worden gehouden en onderwerp van onderzoek worden. Deze gang van zaken verwijdert zich te ver van een normale strafrechtelijke aanpak, waarbij opsporingsmethoden gericht zijn tegen individuen;
- de kans is groot dat de dader zich niet meldt. Bij voorgaande DNA-onderzoeken bleek dat ongeveer 5% weigerde mee te werken aan het onderzoek. Bij een groep van 20.000 mannen zou dat tot 1.000 weigeraars leiden;
- ten slotte is niet zeker dat de dader binnen de uit te nodigen groep zit. De dader zou bij voorbeeld ook net buiten de geografische cirkel kunnen wonen of 19 dan wel 46 jaar oud kunnen zijn.
2.6 De Vries - die als misdaadverslaggever periodiek een televisieprogramma wijdt aan ontwikkelingen op het gebied van de (zware) misdaad - is door de ouders van Marianne Vaatstra schriftelijk gemachtigd om hen in kort geding te vertegenwoordigen en datgene te doen en te laten wat hij nodig acht voor het welslagen van hun doelstelling, te weten een grootschalig DNA-bevolkingsonderzoek.