ECLI:NL:RBLEE:2000:AA5273

Rechtbank Leeuwarden

Datum uitspraak
28 maart 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
17/080130-99
Instantie
Rechtbank Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake kinderpornografie en strafmaat

Op 28 maart 2000 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het in voorraad hebben en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte, bijgestaan door mr. R.A. Schütz, werd beschuldigd van het verspreiden van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank heeft het telastegelegde bewezen verklaard, met uitzondering van enkele andere beschuldigingen, en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoon van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor ontucht met zeer jonge kinderen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte via internet duizenden afbeeldingen van kinderpornografische aard had verzameld en deze ook ter ruiling had aangeboden. Dit gedrag werd als ernstig beschouwd, vooral gezien de eerdere veroordeling van de verdachte. De rechtbank heeft een psychiatrisch rapport in overweging genomen, waaruit bleek dat de verdachte volledig toerekeningsvatbaar was, maar dat er een kans op recidive aanwezig was. De rechtbank heeft besloten om de verdachte een gevangenisstraf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden dat hij zich moet melden bij Reclassering Nederland en zich moet houden aan de voorschriften van de reclassering, inclusief ambulante behandeling.

De uitspraak benadrukt de noodzaak om seksuele misbruik van jeugdigen tegen te gaan en de gevolgen van het verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de veroordeelde opgedragen om hulp en steun te ontvangen van de reclasseringsinstelling bij het naleven van de voorwaarden. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij mr. H.R. Bax niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE LEEUWARDEN
Uitspraak d.d. 28 maart 2000.
Parketnummer 17/080130-99.
VONNIS van de meervoudige kamer voor de behandeling van straf-zaken, in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren [1961] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].
De rechtbank heeft gelet op het ter terechtzitting gehouden onderzoek van 14 maart 2000.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr R.A. Schütz, advocaat te Leeuwarden.
TELASTELEGGING:
Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.
BEWEZENVERKLARING:
De rechtbank acht het telastegelegde bewezen, met dien verstande dat verdachte:
in de periode van 1 januari 1997 tot en met 23 maart 1999, te Dokkum en/of te Joure en/of te Rijs, meerdere malen, afbeeldingen en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij telkens personen, die kennelijk telkens de leeftijd van zestien jaar nog niet hebben bereikt, zijn betrokken, heeft verspreid en/of in voorraad heeft gehad,
- hebbende verdachte toen aldaar via internet een aantal afbeeldingen van voornoemde gedragingen van genoemde personen, te weten (onder meer) de afbeelding met [bestandsnaam 1] en/of de afbeelding met [bestandsnaam 2] zoals is weergegeven op respectievelijk pagina 1 en 5 van de bijlage welke deel uitmaakt van deze tenlastelegging, telkens elek-
tronisch verzonden naar een of meer nieuwsgroepen op internet en vervolgens die afbeeldingen in die nieuwsgroep(en) laten zien,
en
- hebbende verdachte te Joure en/of te Rijs een groot aantal afbeeldingen van voornoemde gedragingen van genoemde personen te weten (onder meer) de afbeelding met [bestandsnaam 3] (diskette Joure) en/of de afbeelding met [bestandsnaam 4] (diskette Joure) en/of de afbeelding met [bestandsnaam 5] (diskette caravan te Rijs) en/of de afbeelding
met [bestandsnaam 6] (diskette caravan te Rijs) en/of de afbeelding met [bestandsnaam 7] (diskette caravan te Rijs) en/of de afbeelding afkomstig van videoband nummer 2 (caravan Rijs) zoals is weergegeven op respectievelijk pagina 2 en 3 en 4 van de bijlage welke deel uitmaakt van deze tenlastelegging, telkens in voorraad gehad op (zogenaamde) floppies/diskettes en/of op videobanden en/of in zijn computer, zulks terwijl verdachte van het verspreiden
en in voorraad hebben zijn gewoonte heeft gemaakt.
De verdachte zal van het meer of anders telastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
KWALIFICATIE:
Het bewezene levert op het misdrijf:
Een gewoonte maken van het verspreiden of in voorraad hebben van een afbeelding of een gegevensdrager bevattende een afbeelding, van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken.
STRAFBAARHEID VERDACHTE:
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige straf-uitsluitingsgrond is gebleken.
STRAFMOTIVERING:
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en deze naar voren komt uit de hem betreffende voorlichtings- en psychiatrische- rapportage;
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister;
- de vordering van de officier van justitie tot veroordeling van verdachte terzake het telastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, mede inhoudende ambulante behandeling.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in voorraad hebben en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen. In het bijzonder heeft verdachte via Internet enkele duizenden afbeeldingen van kinderpornografische aard verzameld en ook enige afbeeldingen ter ruiling aangeboden en aldus verder in circulatie gebracht. Daarmee heeft verdachte de norm dat sexueel misbruik van jeugdigen moet worden tegengegaan in ernstige mate geschonden.
De rechtbank neemt in aanmerking dat verdachte in 1996 eerder is veroordeeld voor ontucht met zeer jonge kinderen, terwijl het in de rede zou hebben gelegen dat hij als gewaarschuwd mens de vereiste distantie ten aanzien van kinderpornografische materiaal in acht had genomen.
Omtrent verdachte is een psychiatrisch rapport uitgebracht waarin staat dat er sprake is van volledige toerekeningsvatbaarheid en dat de kans op recidive aanwezig is. Geadvi-seerd wordt tot het opleggen van een gecombineerde gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarde verplicht reclasseringstoezicht en ambulante behandeling bij een forensisch psychiatrische polikliniek.
Verdachte is inmiddels een aantal behandelingsgesprekken gestart bij de FPK te Assen.
Alles overziende is de rechtbank van oordeel dat het strafvoorstel van de officier van justitie een passende reactie is.
TOEPASSING VAN WETSARTIKELEN:
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
RECHTDOENDE:
Verklaart het telastegelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.
Veroordeelt verdachte te dier zake tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 18 MAANDEN.
Bepaalt, dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 6 MAANDEN niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastge-steld op twee jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde, dat de veroordeelde:
-zich bij het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland;
-ervoor zorgt dat hij gedurende de proeftijd bereikbaar is voor genoemde reclasse-ringsinstelling;
-zich gedurende de proeftijd gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens genoemde reclasseringsinstelling, hetgeen mede kan inhouden dat hij de ambulante behandeling op de Forensisch Psychiatrische Polikliniek in Assen bij de heer H. Wubs afmaakt.
Draagt genoemde reclasseringsinstelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en/of voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is telastegelegd dan het bewezen-verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr R.S. Wegener Sleeswijk, voorzit-ter, mrs J.Y.B. Jansen en H.R. Bax, rechters, bijgestaan door mr N.D.P. van der Hoek, griffier, en uitgespro-ken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 28 maart 2000.
Mr H.R. Bax is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.