ECLI:NL:RBLEE:2000:AA5273
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.S. Wegener Sleeswijk
- J.Y.B. Jansen
- H.R. Bax
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake kinderpornografie en strafmaat
Op 28 maart 2000 heeft de Rechtbank Leeuwarden uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het in voorraad hebben en verspreiden van kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte, bijgestaan door mr. R.A. Schütz, werd beschuldigd van het verspreiden van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. De rechtbank heeft het telastegelegde bewezen verklaard, met uitzondering van enkele andere beschuldigingen, en heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoon van de verdachte, die eerder was veroordeeld voor ontucht met zeer jonge kinderen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte via internet duizenden afbeeldingen van kinderpornografische aard had verzameld en deze ook ter ruiling had aangeboden. Dit gedrag werd als ernstig beschouwd, vooral gezien de eerdere veroordeling van de verdachte. De rechtbank heeft een psychiatrisch rapport in overweging genomen, waaruit bleek dat de verdachte volledig toerekeningsvatbaar was, maar dat er een kans op recidive aanwezig was. De rechtbank heeft besloten om de verdachte een gevangenisstraf op te leggen, met als bijzondere voorwaarden dat hij zich moet melden bij Reclassering Nederland en zich moet houden aan de voorschriften van de reclassering, inclusief ambulante behandeling.
De uitspraak benadrukt de noodzaak om seksuele misbruik van jeugdigen tegen te gaan en de gevolgen van het verspreiden van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de veroordeelde opgedragen om hulp en steun te ontvangen van de reclasseringsinstelling bij het naleven van de voorwaarden. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij mr. H.R. Bax niet in staat was om het vonnis mede te ondertekenen.