Beoordeling
4.1. Inderdaad is hier naar het oordeel van de president sprake van de valkuil van de BOPZ: het gevaar dat eiseres buiten de kliniek voor de algemene veiligheid van anderen en zichzelf oplevert, rechtvaardigt haar vrijheidsberoving, maar is - eenmaal binnen de kliniek - niet ernstig genoeg om haar tegen haar wil de gedwongen medicatie toe te dienen, welker stopzetting zij in dit kort geding vordert. Als eiseres al gevaarlijk voor anderen is, kan dat gevaar binnen de kliniek zo nodig ook door tijdelijke separaties worden afgewend, zij het dat het afzien van medicatie tot een uitzichtloos langdurig verblijf kan leiden, indien het ziektebeeld niet vanzelf wegebt of het enkele verblijf in de kliniek (de in de behandelingsplannen beoogde structuur) niet tot genezing van eiseres leidt.
Dat zonder medicatie afwachten, aanzien van eiseresses ontwikkeling en intussen in tijdelijke noodsituaties haar zo nu en dan separeren, legt volgens gedaagden een groot beslag op de publieke middelen en hun klinische mogelijkheden; ruimtegebrek en personeelsgebrek zouden hen dan wel eens kunnen nopen om eiseres te ontslaan terwijl er nog gevaar voor de buitenwereld bestaat. Hetgeen gedaagden daaromtrent hebben aangevoerd, kan wettelijk niet rechtvaardigen dat eiseresses wilsuitingen worden genegeerd.
4.2 Bovendien bestaat het voor gedwongen medicatie vereiste gevaar binnen de kliniek nog slechts uit schuimbekken en stemverheffing die mede-patiënten soms beangstigt; gerichte bedreigingen worden niet geuit. De fysieke agressie bestaat volgens gedaagden uit het krabben, slaan en schoppen van artsen en verplegend personeel, maar ter zitting is gebleken dat dit zich - op één uitzondering in het najaar van 1999 na, toen een arts tijdens eiseresses vrijwillig verblijf een rechterlijke machtiging tot gedwongen verblijf ter sprake bracht - verder alleen voordoet als eiseresses verzet tegen de volgens haar onrechtmatige gedwongen injectie genegeerd wordt: dit gevaar kan de dwang niet rechtvaardigen, omdat het door de dwang wordt gecreëerd.
Een en ander levert in elk geval niet het uit de geestesstoornis voortvloeiend gevaar voor de patiënt of anderen op, dat het volgens gedaagden toepasselijke artikel 38 lid 5 BOPZ - welke wet als enige inbreuken kan rechtvaardigen op de door artikel 11 van de Grondwet en artikel 3 van voormeld Europees Verdrag beschermde lichamelijke onaantastbaarheid - vereist voor gedwongen medicatie op basis van het door eiseres afgewezen behandelingsplan. En dan moet dat gevaar ook nog eens ernstig zijn - niet tevens, zoals eiseres meent, acuut. De president zwijgt dan nog maar over het gevaar dat zou uitgaan van eiseresses prikkelbaarheid en achterdocht.
4.3 Evenmin is voldaan aan de wettelijke eis dat de in het door de patiënte afgewezen behandelingsplan voorziene, gedwongen medicatie volstrekt noodzakelijk moet zijn om het beweerde gevaar af te wenden. Eiseres verzet zich in dit kort geding niet tegen het alternatief van de separatie op grond van artikel 39 BOPZ als zij in de kliniek tijdelijke noodsituaties mocht veroorzaken. Daarvan vordert eiseres ook geen verbod.
Het is de gedwongen toediening van de in het behandelingsplan voorziene medicatie die zij verafschuwt, omdat de bijwerkingen ervan haar versuffen en in haar beleving als een ander mens, als een zombie doen leven; dan leeft zij nog liever afgezonderd.
4.4. Weliswaar is namens gedaagden nog aangevoerd dat er al sprake is van ernstig gevaar wanneer het steeds opnieuw noodzakelijk is om middelen en maatregelen toe te passen om tijdelijke noodsituaties het hoofd te bieden, maar volgens hun eigen stellingen heeft zich dat tot nu toe alleen bij eiseresses geagiteerde binnenkomst voorgedaan en bovendien is niet aannemelijk geworden dat mede-patiënten of verzorgende verplegers gericht en rechtstreeks bedreigd worden, laat staan aangevallen.
Dat eiseres levensgevaar loopt ten gevolge van dreigende lichamelijke uitputting, acht de president - in het licht van eiseresses verleden en haar optreden ter zitting - een te onwaarschijnlijke stelling van gedaagden om daaraan nu al de conclusie te verbinden dat eiseres binnen de gesloten afdeling een ernstig gevaar voor zichzelf vormt.