ECLI:NL:RBLEE:1999:AA1052
Rechtbank Leeuwarden
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.N. Brons
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om alleen gezag over minderjarige kinderen na ontbinding huwelijk
In deze zaak heeft de rechtbank Leeuwarden op 20 oktober 1999 uitspraak gedaan in een familiekamerzaak betreffende het gezag over minderjarige kinderen na de ontbinding van het huwelijk van de ouders. De moeder had verzocht om alleen met het gezag over de kinderen te worden belast, maar de rechtbank heeft dit verzoek als onvoldoende gemotiveerd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het gezamenlijk ouderlijk gezag na de ontbinding van het huwelijk van rechtswege in stand blijft, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om hiervan af te wijken. Tijdens de zitting hebben beide ouders verklaard zich in te willen spannen voor een betere communicatie in het belang van hun kinderen.
De rechtbank heeft ook de omgangsregeling vastgesteld, waarbij de kinderen in de gelegenheid worden gesteld hun vader te bezoeken gedurende ten minste een weekend per twee weken. De ouders zijn het erover eens dat de kinderen recht hebben op de helft van de schoolvakanties bij hun vader, maar de rechtbank heeft benadrukt dat het aan de ouders zelf is om duidelijke afspraken te maken over de invulling van deze omgang.
Wat betreft de alimentatie heeft de rechtbank overwogen dat de vrouw, die al negen jaar niet meer heeft gewerkt, onvoldoende heeft aangetoond dat zij niet in haar eigen levensonderhoud kan voorzien. De rechtbank heeft de man opgedragen om recente bewijsstukken van zijn inkomsten en lasten te overleggen, evenals een actuele alimentatiedraagkrachtberekening. De zaak is voor verdere behandeling van de alimentatie doorverwezen naar een pro forma zitting op 3 december 1999.