ECLI:NL:RBHAA:2012:BZ8974
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Koole
- H.A.M. Röell-Mulder
- C.M. Cichowski-van der Kleijn
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van witwassen en uitkeringsfraude
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 10 december 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van witwassen en uitkeringsfraude. De verdachte had op 31 maart 2012 een aanzienlijk geldbedrag van in totaal € 49.790 bij zich op Schiphol, waarvan € 42.800 afkomstig zou zijn uit zijn handelsactiviteiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een verklaring heeft gegeven voor de herkomst van dit geld, die niet als hoogst onwaarschijnlijk werd beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan witwassen, omdat er onvoldoende bewijs was dat het geld afkomstig was uit een misdrijf.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de beschuldiging van uitkeringsfraude. De verdachte had een WW-uitkering en had de verplichting om andere inkomsten op te geven. De rechtbank concludeerde echter dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte zijn uitkering zou hebben gekort als hij zijn inkomsten had opgegeven. De rechtbank oordeelde dat het openbaar ministerie niet voldoende gegevens had verstrekt om aan te tonen dat de verdachte belasting had moeten betalen over het geld dat hij had verdiend.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en gelast de teruggave van de in beslag genomen goederen. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak voor het openbaar ministerie om zijn stellingen te onderbouwen met concrete gegevens.