ECLI:NL:RBHAA:2012:BZ3567
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling van minderjarigen wegens bedreiging in ontwikkeling door gebrek aan onderwijs en sociale contacten
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Haarlem op 21 december 2012 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [naam minderjarige 1] en [naam minderjarige 2]. De kinderrechter oordeelde dat de kinderen ernstig worden bedreigd in hun ontwikkeling, omdat zij al geruime tijd geen regulier onderwijs hebben genoten en er een gebrek aan contact met leeftijdgenoten is. Dit gebrek aan onderwijs en sociale interactie kan leiden tot ernstige gevolgen voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. De moeder van de kinderen heeft onvoldoende medewerking verleend aan het onderwijsprobleem, wat heeft geleid tot een uitstel van mogelijke oplossingen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat zowel de Raad voor de Kinderbescherming als de moeder achter een plaatsing op een specifieke school staan, maar dat er geen overeenstemming is over de uitvoering hiervan. Daarom is besloten dat er een gezinsvoogd moet komen die samen met de ouders het traject kan voortzetten en kan ingrijpen indien nodig.
De kinderrechter heeft in de tussenbeschikking van 23 augustus 2012 al aangegeven dat de ouders bereid waren om mee te werken aan het raadsonderzoek, maar dat er sindsdien geen volledige medewerking is verleend. De moeder heeft zelfs aangegeven dat zij vreest voor ingrijpen van de Raad, wat de plaatsing van de kinderen op school in de weg staat. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ouders niet constructief samenwerken met de Raad en dat dit in het belang van de kinderen moet veranderen. De kinderrechter heeft daarom besloten om de minderjarigen onder toezicht te stellen van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam voor de duur van een jaar, met als doel hun ontwikkeling te waarborgen en hen weer naar school te laten gaan.
De beschikking is gegeven door mr. M. Flipse, kinderrechter, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.