uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 oktober 2012
[naam eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres.
de Minister van Veiligheid en Justitie ,
verweerder.
Bij besluit van 17 mei 2011 heeft verweerder aan eiseres meegedeeld dat haar tijdelijke aanstelling bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) tussentijds wordt beëindigd.
Bij besluit van 22 december 2011 heeft verweerder heeft verweerder het bezwaar dat eiseres had ingediend ongegrond verklaard.
Tegen dit besluit heeft eiseres beroep ingesteld.
Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken ingezonden en een verweerschrift ingediend.
Het beroep is behandeld ter zitting van 18 september 2012, alwaar eiseres in persoon is verschenen. Verweerder is niet verschenen.
2.1 De rechtbank gaat uit van het volgende. Eiseres is met ingang van 1 november 2010 voor 36 uur per week bij verweerder in dienst getreden in de functie van bewaarder/complexbeveiliger bij de Dienst Personele Ondersteuning, standplaats [standplaats]. Eiseres is aangesteld in tijdelijke dienst met toepassing van artikel 6, tweede lid, onder c, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR), tot 1 november 2013. Met ingang van 20 december 2010 is zij ingezet als bewaarder bij detentiecentrum [naam] locatie [standplaats]. Op 30 maart 2011 heeft eiseres aan haar leidinggevende gemeld dat zij in januari 2011 verliefd is geworden op een (ex) ingeslotene van het detentiecentrum [naam] welke in december 2010 geplaatst was op de afdeling waar eiseres werkzaam was. De (ex) ingeslotene werd op 15 maart 2011 overgeplaatst naar het asielzoekerscentrum in [plaats]. Eiseres heeft daarna contact met hem gezocht via Facebook, waarna een affectieve relatie is ontstaan. Op 1 april 2011 is er een gesprek geweest tussen eiseres, haar direct leidinggevende en een tweetal afdelingshoofden. Op 13 april 2011 is een gesprek gevolgd in aanwezigheid van de vestigingsdirecteur van het detentiecentrum [naam]. Aan eiseres is meegedeeld dat haar de toegang tot het detentiecentrum wordt ontzegd. Op 27 april 2011 is namens verweerder aan eiseres meegedeeld dat het voornemen bestond haar tijdelijke aanstelling te beëindigen, waarna dit voornemen is geëffectueerd bij besluit van 17 mei 2011.
2.2 Verweerder verwijt eiseres dat zij de integriteit heeft geschonden door niet direct melding te hebben gemaakt van haar gevoelens voor een ingeslotene, alsmede van het aangaan van een affectieve relatie met een (ex) ingeslotene. Pas op 30 maart 2011 is eiseres naar haar leidinggevende toegegaan op aandringen van haar collega’s. Relaties met ingeslotenen of recent ingeslotenen zijn volgens verweerder verboden en dienen direct gemeld te worden. Tevens heeft eiseres goederen (gebak op haar verjaardag) in ontvangst genomen van ingeslotenen. Eiseres heeft met het voorgaande gehandeld in strijd met artikel 50 van het ARAR in het algemeen en de gedragscode DJI in het bijzonder. Verweerder acht het niet verantwoord het dienstverband van eiseres te handhaven. In bezwaar geeft verweerder dit standpunt gehandhaafd en is het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard, in afwijking van het advies van verweerders bezwaaradviescommissie.
2.3 Eiseres heeft in beroep – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd. Eiseres bestrijdt dat zij een gevaar is geweest voor haar collega’s. Zij vindt dat het advies van de bezwaaradviescommissie gevolgd moet worden. Ook bevreemdt het eiseres dat zij eerst nog twee weken mocht doorwerken en dat haar daarna plotseling de toegang werd ontzegd. Eiseres ontvangt geen WW-uitkering, kan moeilijk werk vinden en werkt nu voor een uitzendbureau.
De rechtbank overweegt als volgt.
2.4 Ingevolge artikel 95, tweede lid, aanhef en onder b van het ARAR kan aan een ambtenaar die is aangesteld in tijdelijke dienst ontslag worden verleend, mits een opzegtermijn in acht wordt genomen van twee maanden, indien de ambtenaar ten tijde van de opzegging laatstelijk tenminste zes maanden doch korter dan twaalf maanden onafgebroken in dienst is geweest.
2.5 Dit artikel brengt met zich mee dat de in tijdelijke dienst aangestelde ambtenaar op elke redelijke grond kan worden ontslagen. Het ontslagbesluit mag daarbij niet in strijd komen met ongeschreven recht en er moet een redelijke belangafweging aan ten grondslag liggen. Deze algemene en onbepaalde ontslagbevoegdheid mag door de rechter slechts terughoudend worden getoetst.
2.6 De rechtbank ziet zich dan ook geplaatst voor de vraag of verweerder in redelijkheid het tijdelijke dienstverband van eiseres kon beëindigen. Deze vraag beantwoordt de rechtbank bevestigend en overweegt hiertoe het volgende.
2.7 De rechtbank neemt voor vaststaand aan dat eiseres tijdens haar werk voor een ingeslotene meer dan professionele gevoelens heeft gekregen en dat, nadat de ingeslotene elders in een asielzoekerscentrum was geplaatst, zij hem via Facebook actief heeft benaderd, waarna een affectieve relatie tussen haar en de ex-ingeslotene is ontstaan. Voorts staat vast dat eiseres haar gevoelens noch de ontstane relatie direct heeft gemeld bij haar leidinggevende, maar dat zij dit pas later op aandringen van een collega heeft gedaan.
2.8 In de door verweerder gehanteerde Gedragscode DJI is – voor zover hier relevant – het volgende opgenomen:
“Pagina 5: “Deze gedragscode geldt voor iedere medewerker van DJI, inclusief niet-ambtenaren zoals uitzendkrachten, externen en gedetacheerden. In deze gedragscode gaat het ook over de mensen die aan onze zorg en verantwoordelijkheid zijn of worden toevertrouwd. Dit kunnen zijn: pupillen, patiënten, gedetineerden of anderszins gehechten. Deze omschrijving wordt niet telkens aangehaald; de volgende benamingen worden gebruikt: ‘justitiabele’ of ‘ingeslotene’ of ‘aan de zorg van DJI toevertrouwde persoon’.
Pagina 8: Verboden contacten. Het hebben van een andere dan een werkrelatie met een justitiabele is niet toegestaan. Een relatie met een ex-justitiabele is niet toegestaan, tenzij uit de aard en de duur van de relatie blijkt dat de veiligheid van de medewerker en de collega’s niet in gevaar wordt gebracht. Om problemen te voorkomen is openheid nodig om in overleg een goede afweging te kunnen maken. Mocht een relatie ontstaan dan ben je verplicht dit te melden. […] Je ziet: integriteit en veiligheid wegen zwaar. Blijf professioneel en meld tijdig als je denkt dat een relatie kan ontstaan of sprake is van een verboden contact. Zo voorkom je problemen voor jezelf en de ander en zorg je dat de reputatie van DJI niet wordt aangetast.
Pagina 9: DJI-medewerkers nemen geen geschenken aan van mensen die aan onze zorg zijn toevertrouwd.
Pagina 11: […] Het opzettelijk verstrekken van onjuiste of gemanipuleerde informatie wordt niet getolereerd, evenals het opzettelijk verzwijgen van informatie waarvan je redelijkerwijs kunt aannemen dat die voor een collega of dienst belangrijk is.”
2.9 De Gedragscode DJI laat er geen misverstand over bestaan dat een relatie met ingeslotene dan wel met een ex-ingeslotene niet is toegestaan. Het (mogelijk kunnen) ontstaan van een dergelijke relatie moet direct worden gemeld en dit heeft eiseres nagelaten. Met verweerder is de rechtbank van oordeel dat verweerders bezwaaradviescommissie ten onrechte heeft gesteld dat de Gedragscode DJI enkel is opgesteld om te voorkomen dat medewerkers contacten in het criminele circuit aangaan. Op pagina 5 van de Gedragscode DJI staat uitdrukkelijk dat het in deze gedragscode gaat over de mensen die aan de zorg en verantwoordelijkheid van DJI zijn of worden toevertrouwd. Dit kunnen zijn: pupillen, patiënten, gedetineerden of anderszins gehechten. Hieruit blijkt duidelijk dat niet enkel relaties met ‘criminelen’ niet zijn toegestaan, maar dat evenmin zijn toegestaan relaties met personen die aan de zorg en verantwoordelijkheid van DJI zijn toevertrouwd zoals relaties met vreemdelingen die zijn of waren ingesloten. Eiseres kan dan ook niet worden gevolgd in haar standpunt dat nu het ging om een relatie met een vreemdeling, het bepaalde in de Gedragscode niet van toepassing zou zijn.
2.10 Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat eiseres door in strijd met de gedragscode te handelen, zich niet als een goed ambtenaar heeft gedragen. Zij heeft niet de vereiste professionele distantie in acht genomen en heeft met het door haar vertoonde gedrag de integriteit en de betrouwbaarheid van de organisatie ondermijnd. Hierdoor is een politiek en publicitair risico ontstaan. Eiseres heeft door het niet direct melden van (de mogelijkheid van) het ontstaan van een relatie, verweerder de mogelijkheid ontnomen om een inschatting van het veiligheidsrisico te kunnen maken dan wel de nodige voorzorgsmaatregelen te kunnen nemen. Het klemt volgens verweerder des te meer dat eiseres de risico’s en de gevolgen van haar handelen zelf niet afdoende inziet. Het geheel van de gedragingen in de afweging van belangen betrekkende, heeft verweerder deze afweging ten nadele van eiseres doen uitvallen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder gelet op het voorgaande zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat eiseres niet voldoet aan de eisen die aan haar in haar functie worden gesteld en heeft verweerder in redelijkheid het tijdelijk dienstverband met eiseres tussentijds beëindigd. Dat verweerder eiseres nog twee weken na de melding van de relatie heeft laten doorwerken, maakt dit niet anders.
2.11 Het beroep zal ongegrond worden verklaard. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De rechtbank:
verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Mateman, rechter, in tegenwoordigheid van mr. A. Buiskool, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2012.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier.