De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. Teeken en Beelen is een architectenbureau met nagenoeg één klant en twee activiteiten.
b. Teeken en Beelen verzorgt voor het supermarktconcern DekaMarkt (Detailresult Groep) en de daaraan gelieerde vastgoedvennootschap Dreef Beheer bv (technische) ontwerpen voor de bouwkundige inrichting van supermarkten (afdeling Retail) en voor overig vastgoed (afdeling Bouwkundig).
c. [A.] is directeur en aandeelhouder van Teeken en Beelen.
d. In 2011 heeft [B.] 50% van de aandelen in Teeken en Beelen overgenomen.
e. [X.], geboren op 20 februari 1976, is sinds 1 januari 1999 bij Teeken en Beelen in dienst, laatstelijk in de functie van tekenaar/projectleider tegen een salaris van € 3.643,00 bruto per maand exclusief vakantiegeld (en overige emolumenten).
f. Eind juni 2011 heeft Teeken en Beelen vergunning aangevraagd voor het ontslag van 5 van de 13 werknemers.
g. In september 2011 en oktober 2011 zijn ontslagvergunningen verleend voor vier medewerkers.
h. In november 2011 is vergunning aangevraagd voor het ontslag van 2 werknemers.
i. In februari 2012 is voor 1 medewerker vergunning verleend.
j. Per e-mail bericht van 8 augustus 2012 heeft Dreef Beheer bv het volgende aan Teeken en Beelen geschreven:
“In het vervolg van ons overleg van maandag 6 augustus 2012 sturen wij u hierbij het overzicht van de nog door HBN architecten te verrichten werkzaamheden.
1. (…)
2. (…)
3. (…)
4. (…)
5. (…)
6. (…)
Betreffende de punten 1 tot en met 5 zijn de werkzaamheden de afronding van de lopende opdrachten.
Betreffende punt 6 staken de werkzaamheden voor HBN architecten bij de ter visielegging van het bestemmingsplan. Het verloop en de duur van de bestemmingsplan procedure is bepalend voor het verstrekken van een vervolgopdracht. Het voorbehoud op het verstrekken van een vervolgopdracht maken wij dan ook. De bestemmingsplanprocedure wordt ingeschat op 26 weken na het moment van ter visielegging medio september 2012.”
k. Bij brief van 9 augustus 2012 heeft Detailresult Groep het volgende aan Teeken en Beelen geschreven:
“In de komende periode is DekaMarkt met een kleine groep adviseurs bezig met de ontwikkeling van 2 pilotstores voor een nieuwe (of vernieuwde) formule voor de Dekamarkt supermarkten. Bij deze ontwikkeling zullen wij geen gebruik maken van uw diensten of die van uw bureau.
Alle werkzaamheden aan de overige winkels zijn voorlopig opgeschort tot na de evaluatie van de pilotstores.
Wij verwachten op zijn vroegst in januari 2013 te kunnen beslissen hoe wij verder gaan met de DekaMarkt filialen. Op dit moment kunnen en willen wij geen enkele uitspraak doen over uw mogelijke betrokkenheid bij de uitrol van de nieuwe formule.
Graag blijven wij in voorkomende gevallen een beroep op u doen voor werkzaamheden aan de gebouwen van de centrale magazijnen of de productiebedrijven.
(…)
Ook blijven wij graag (op afroep) gebruik maken van uw expertise en uw goede contacten met bijvoorbeeld de gemeenten waarin onze winkels gevestigd zijn.
Wij realiseren ons, dat deze mededeling voor uw bedrijfsvoering verregaande consequenties zal hebben en betreuren dat voor u. Onze prioriteit ligt evenwel bij onze eigen onderneming.
(…)”
l. Bij schrijven van 23 augustus 2012 heeft Wisker & Schouten, Accountants en Belastingadviseurs B.V. (hierna: Wisker en Schouten) het volgende aan Teeken en Beelen geschreven:
“U verzocht ons een opinie te geven over de financiële situatie en de continuïteit van de vennootschap Teeken en Beelen B.V. in verband met een procedure bij de Rechtbank, waarin ontslag van alle personeelsleden wordt aangevraagd.
(…)
In overweging nemende dat
- de verliezen hoofdzakelijk worden veroorzaakt door een sterk teruglopende omzet;
- de achtergebleven omzet van de eerste halfjaar niet meer zal kunnen worden ingelopen;
- de kosten waar mogelijk al omlaag zijn gebracht;
- de directie/aandeelhouders er alles aan gedaan hebben om het voortbestaan van de onderneming te waarborgen door een informele kapitaalstorting en het verstrekken van liquiditeiten;
Kunnen wij niet anders concluderen dan dat
- het verlies over 2012 nog verder zal oplopen en bij het niet nemen van maatregelen onbeheersbaar is;
- de enige mogelijkheid voor voortbestaan van de onderneming zal zijn indien beide directeuren/aandeelhouders met minimale kosten en maximale inzet de bestaande opdrachten zullen afhandelen en nieuwe zullen verwerven;
- de onderneming indien er niet fors ingegrepen wordt niet levensvatbaar is;
- er geen financiële middelen zijn om de medewerkers een ontslagvergoeding mee te geven;
en dat
- als er geen ontslag voor de medewerkers verkregen wordt een faillissement onafwendbaar en zeer nabij is.”