ECLI:NL:RBHAA:2012:BX6665
Rechtbank Haarlem
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- C.E. Heyning-Huydecoper
- Rechtspraak.nl
Beoordeling gezamenlijke huishouding in het kader van bijstandsverlening
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 5 juli 2012 uitspraak gedaan in een geschil over de afwijzing van een aanvraag voor een (aanvullende) uitkering op basis van de Wet werk en bijstand (Wwb). Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Zaanstad, dat zijn aanvraag om bijstandsverlening had afgewezen op de grond dat hij samenwoonde met de hoofdbewoner in een gezamenlijke huishouding. Eiser stelde dat er geen sprake was van een gezamenlijke huishouding, maar van een zakelijke kostgangersrelatie, en voerde aan dat hij slechts een kamer huurde en dat de hoofdbewoner slechts twee weken per maand thuis was.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiser en de hoofdbewoner hun hoofdverblijf in dezelfde woning hadden en dat er sprake was van wederzijdse zorg, zoals blijkt uit de gezamenlijke boodschappen en het delen van de woning. De voorzieningenrechter oordeelde dat de omstandigheden, waaronder het ontbreken van een huurovereenkomst en de financiële verstrengeling, erop wezen dat er wel degelijk sprake was van een gezamenlijke huishouding. De voorzieningenrechter heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de betrokkenen hun zakelijke relatie goed moeten vastleggen om toekomstige problemen te voorkomen.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in situaties waarin mensen samenwonen, vooral als dit invloed heeft op de recht op bijstandsverlening. De voorzieningenrechter heeft aangegeven dat, ondanks de nieuwe kostgangersovereenkomst die eiser had gesloten, het moeilijk zou zijn om aan te tonen dat er geen gezamenlijke huishouding was, gezien de vriendschappelijke relatie tussen eiser en de hoofdbewoner. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.