ECLI:NL:RBHAA:2012:BX0069

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
557865-AO VERZ 12-234
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst senior purser KLM wegens overtreding alcoholverbod

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 29 juni 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst van [A.], een senior purser bij KLM. KLM verzocht ontbinding van de arbeidsovereenkomst omdat [A.] binnen 10 uur voor vertrek van een vlucht alcohol had gedronken, in strijd met de cao en de Luchtvaartwet. Op 21 maart 2012 was [A.] ingedeeld voor vlucht KL0592 en had zij samen met collega’s alcohol genuttigd tijdens een maaltijd. Na de vlucht heeft [A.] erkend dat zij alcohol had gedronken binnen de 10-uursgrens, wat leidde tot een onderzoek door KLM. KLM stelde dat [A.] niet alleen de regels had overtreden, maar ook had geprobeerd haar gedrag te verdoezelen door de gezagvoerder onjuist te informeren over haar alcoholgebruik.

De kantonrechter oordeelde dat KLM voldoende gewichtige redenen had om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De rechter stelde vast dat [A.] zich bewust had moeten zijn van de regels en dat haar handelen niet in overeenstemming was met de verantwoordelijkheden van haar functie. De kantonrechter wees het verzoek tot ontbinding toe, met de overweging dat de verandering in omstandigheden geheel aan [A.] zelf te wijten was. KLM had geen vergoeding aangeboden, en de rechter oordeelde dat er geen aanleiding was om een vergoeding toe te kennen aan [A.]. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 1 juli 2012, en iedere partij droeg zijn eigen kosten.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rep.nr.: 557865/ AO VERZ 12-234
datum uitspraak: 29 juni 2012
BESCHIKKING ONTBINDING ARBEIDSOVEREENKOMST
inzake
de naamloze vennootschap KONINKLIJKE LUCHTVAART MAATSCHAPPIJ N.V.
te Amstelveen
verzoekster
hierna te noemen KLM
gemachtigde mr. N. Kampert
tegen
[A.]
te [woonplaats]
verweerster
hierna te noemen [A.]
gemachtigde mr. M.A. Visser
De procedure
Op 10 mei 2012 is ter griffie een verzoekschrift ontvangen van KLM. [A.] heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 15 juni 2012. Op deze zitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht. De gemachtigden van KLM en [A.] hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
De feiten
1. [A.], 54 jaar oud, is op 1 december 1979 bij KLM in dienst getreden. Zij was werkzaam als Senior Purser tegen een salaris van € 3.794,54 bruto per maand exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
2. Op de arbeidsovereenkomst is de cao voor KLM Cabinepersoneel (hierna: de cao) van toepassing.
3. Artikel 6.4 lid 2 van de cao luidt:
“Het is de werknemer verboden alcohol te gebruiken binnen 10 uur vóór de aanvang van een vlucht waarvoor hij als werkend bemanningslid is ingedeeld, dan wel binnen 10 uur vóór de aanvang van een reservedienst.”
4. Artikel 2.12 van de Luchtvaartwet luidt:
“Het is een lid van het boordpersoneel verboden werkzaamheden aan boord van een luchtvaartuig te verrichten, indien hij binnen de tien daaraan voorafgaande uren alcoholhoudende dranken heeft gebruikt.”
5. Op 21 maart 2012 was [A.] ingedeeld als Senior Purser voor de vlucht KL0592, die om 23.59 uur vanuit Johannesburg naar Schiphol zou vertrekken. De bemanning van de vlucht moest om 22.59 uur (reporting time) op de luchthaven aanwezig zijn om de vlucht voor te bereiden.
6. Enkele dagen voorafgaand aan de vlucht is [A.] met haar collega’s [C.] (Purser), [B.] en [D.] (beiden Cabin Attendant) op safari geweest. Zij zijn op 21 maart 2012 teruggereisd naar het crew hotel in Johannesburg. Na aankomst in het hotel, zijn zij gezamenlijk gaan eten in het hotelrestaurant. Tijdens de maaltijd hebben [C.], [A.] en [B.] alcohol gedronken.
7. Omstreeks 16.00 uur is een ander bemanningslid [E.] in het restaurant aan een aangrenzend tafeltje gaan zitten en heeft alcohol (wijn) gedronken.
8. In het restaurant was ook aanwezig collega [F.]. Hij heeft tegen [E.] gezegd dat zij in strijd met de 10-uursregel handelde en dat hij daarvan melding zou maken bij de gezagvoerder. [E.] heeft daarop tegen [F.] gezegd dat [A.] ook alcohol had gedronken.
9. De gezagvoerder heeft, na overleg met (onder anderen) [C.] en [A.], besloten om [E.] ‘non-working’ terug te laten vliegen omdat zij binnen de 10-uursgrens alcohol had gedronken.
10. Tijdens voornoemd overleg is ook ter sprake gekomen dat [A.], [C.] en [B.] ook alcohol hadden gedronken. [C.] heeft in het bijzijn van [A.] tegen de gezagvoerder gezegd dat zij zeker wist dat zij, [B.] en [A.] ‘aan de goede kant zaten’ en niet de 10-uursregel hadden geschonden. Tijdens de vlucht heeft [A.] op vragen van de gezagvoerder te kennen gegeven dat zij zeker wist dat zij en haar tafelgenoten aan de ‘safe side’ zaten.
11. Op 23 maart 2012, een dag na terugkomst uit Johannesburg, heeft [A.] contact opgenomen met haar Unit Manager bij KLM en gemeld dat zij bij nader inzien tot de conclusie was gekomen dat zij alcohol had gedronken binnen de 10-uurs-grens. Ook [C.] en [B.] hebben zich diezelfde dag met dezelfde boodschap tot hun Unit Manager gewend.
12. KLM heeft [A.], [C.] en [B.] vervolgens vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden en besloten onderzoek te doen naar de situatie. KLM heeft daartoe gesproken met het Cabin Crew Management en [A.], [C.] en [B.] hebben hun verhaal zelf op papier gezet. Daarna zijn in het kader van het onderzoek de betrokkenen door medewerkers van de afdeling Security Services van KLM gehoord.
13. [E.] heeft op 28 maart 2012 tegenover Security Services verklaard dat zij, nadat zij door [F.] was aangesproken op het overtreden van de 10-uursregel, heeft gebeld met [A.]. Verder heeft [E.] het volgende verklaard:
“(…) Ze nam op, ze leek een beetje slaperig. Ik heb haar toen medegedeeld, [F.] heeft gezien dat ik een glaasje wijn dronk en ik heb gezegd dat jij ook wijn hebt gedronken. En toen zei ze “[E.]” je noemt toch geen namen, dat doe je toch niet, je hebt me verlinkt, dat had ik zeker niet van jou gedacht/verwacht of woorden van gelijke strekking. De toon was bozig. Ik zei dat spijt me verschrikkelijk maar het is wel gebeurd. Nogmaals mijn verontschuldigingen, ik weet nog dat ze toen zei: “dat is niet genoeg”. (…) In de cockpit heeft de captain mij op enig moment gevraagd (…) of ik nog iets wilde zeggen. Ik heb hem toen gezegd dat ik op de tafel van [A.] ook een glas wijn heb zien staan, volgens mij zag ik twee glazen staan. Ik zag de captain toen denken en even later zei hij tegen de co-piloot: Nu is het anders want [A.] heeft mij dan niet de waarheid verteld of mij voorgelogen of woorden van gelijke strekking. Hij riep [A.] op (…) en de captain confronteerde haar met het feit dat ik had gezegd dat zij een glas wijn voor zich had staan. Toen zei ze, ja maar ik was daar heel vroeg en ik heb het glas niet helemaal opgedronken en ik heb snel gedronken. (…)”
14. [D.] heeft op 28 maart 2012 tegenover Security Services het volgende verklaard:
“(…) Toen we binnen zaten kwam [E.] met een compagnon binnen, het was toen ongeveer 15.30 uur, denk ik. (…) Ze zag waarschijnlijk onze drankjes op tafel staan en gaf aan dat ze ook wel een alcoholisch drankje wilde. Ze vroeg of dat nog wel kon. Er werd door iemand van onze tafel gezegd dat het wel ok was. Ik denk dat het [A.] was die dat zei. (…) De security manager vraagt mij: Heeft [A.] of [C.] aan jou gevraagd om er niet over te spreken? Er zijn wel woorden over gezegd. Ze beseften dat ze verkeerd waren en dat ze moesten uitkijken met het praten over die 10 uur. (…) Er is mij wel het gevoel gegeven om maar niet teveel te vertellen. (…) Sec.man vraagt heeft [A.] jou nog gebeld in het hotel om over dit hele gebeuren iets niet te zeggen? Ja dat heeft zij. Ze heeft me na calling gebeld. (…) Zij heeft zoiets gezegd van: Laten we op de een of andere manier zorgen dat wij ([A.] en [C.] en [B.]) aan de safeside hebben gezeten. (…)”
15. [A.] heeft op 30 maart 2012 tegenover Security Services het volgende verklaard:
“(…) We besloten een biertje te bestellen, [C.], [B.] en ik. (…) Ik nam een slok van mijn biertje, maar ik ben geen bierdrinker en het smaakte me niet. Ik riep de ober en vroeg om een glas rode wijn. (…) Op een gegeven moment, toen we bijna klaar waren met eten kwam [E.] binnen (…) [E.] zei tegen mij hebben jullie wat gedronken en ik zei iets van: “Ja meid lekker neem er ook een” of woorden van gelijke strekking. (…) Toen [E.] mij belde gaf ze aan dat ze ook had gezegd dat wij hadden gedronken. Ik zei toen tegen haar: “Dat zeg je niet, dat doe je niet” (…) [C.] en ik hebben de captain buiten gemeld dat wij ook gedronken hadden, maar dat wij goed zaten. Ik kwam gevoelsmatig tot die conclusie. (…) De captain heeft mij tijdens de vlucht nog bij zich geroepen. (…) Hij zei dat we onze rekeningen konden opvragen om ons vrij te pleiten. (…)”
Het verzoek
KLM verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens veranderingen in de omstandigheden. KLM stelt – samengevat – het volgende.
[A.] heeft toegegeven dat zij na 13.00 uur alcohol heeft genuttigd, terwijl in artikel 6.4 lid 2 van de cao en artikel 2.12 lid 2 van de Luchtvaartwet een verbod is opgenomen voor alcoholgebruik binnen 10 uur voorafgaand aan de werkzaamheden. Niet alleen heeft [A.] het alcoholverbod zelf overtreden, zij heeft ook [E.] (een ondergeschikte) aangemoedigd alcohol te drinken. [A.] heeft bovendien nagelaten om haar tafelgenoten [B.] en [C.] van alcoholgebruik binnen de 10-uursgrens te weerhouden. Juist van [A.], als (hoogst) leidinggevende in de cabine, zou verwacht mogen worden dat zij haar ondergeschikten hierop zou wijzen.
Des te kwalijker is het dat [A.] heeft geprobeerd haar misstap te verdoezelen c.q. verzwijgen. KLM acht het, gelet op de verklaringen, volstrekt ongeloofwaardig dat [A.] zich er niet van bewust was dat zij in strijd met de geldende regels handelde en pas tijdens de vlucht is gaan twijfelen, zoals zij zelf stelt. Aannemelijker is dat [A.] vanaf het begin heel goed wist waar zij mee bezig was, maar er bewust voor heeft gekozen de gezagvoerder onjuist in te lichten, althans hem in de waan te laten dat zij wel ‘goed zat’.
Ook indien [A.] zich niet bewust was van de schending van de regels tijdens het nuttigen van de alcohol, dan had zij in ieder geval (kort) daarna tot dit besef moeten komen. Er zijn in de aanloop naar de vlucht meerdere momenten geweest waarop [A.] haar conclusies had kunnen trekken en de gezagvoerder had kunnen laten weten dat zij ook ‘fout’ zat.
Door KLM wordt voortdurend op verschillende manieren aandacht gevraagd voor de alcoholregels, het belang van strikte naleving daarvan en de consequenties bij overtreding.
Behalve in de cao is het alcoholverbod ook neergelegd in het Vademecum voor Vliegend Personeel. Verder volgen alle cabineleden twee keer per jaar een Flight Safety Recurrent training, om de benodigde kennis van de veiligheidsvoorschriften en regelgeving op orde te houden. Voor kaderleden, zoals [A.] en [C.], zijn daarnaast nog IPP-trainingen, waarin ook wordt stilgestaan bij de rol en verantwoordelijkheid van de leidinggevende als er alcohol in het spel is. Ook [A.] heeft zulke trainingen bijgewoond; op 8 december 2009 en 18 oktober 2010 heeft zij een IPP-training gehad en op 28 januari, 29 augustus en 22 september 2011 heeft zij een Flight Safety training gevolgd.
Verder wordt via het crew bulletin en de KLM-intranetsite aandacht besteed aan de gevaren van het gebruik van alcohol en het beleid van KLM in geval van overtreding van de daarop betrekking hebbende voorschriften.
De handelswijze van [A.] is voor KLM onacceptabel, te meer omdat de gevolgen daarvan desastreus kunnen zijn voor de passagiers en collega’s aan boord en tot ernstige imagoschade voor KLM had kunnen leiden. [A.] heeft haar plichten uit de arbeidsovereenkomst grovelijk veronachtzaamd, waardoor KLM het vertrouwen in (een verdere samenwerking met) [A.] heeft verloren. Voor toekenning van een vergoeding is geen aanleiding, nu de verandering in de omstandigheden geheel aan [A.] zelf is te wijten, aldus steeds KLM.
Het verweer
[A.] concludeert primair tot niet-ontvankelijkheid van het verzoek. [A.] voert aan dat zij tijdens de lunch geen tijdsbesef had. Achteraf bezien is het denkbaar dat zij de 10-uursregel heeft overtreden. Die overtreding rechtvaardigt echter geen ontbinding; [E.] heeft namelijk ‘slechts’ een berisping gekregen, terwijl bij haar vaststaat dat zij de 10-uursregel heeft overtreden. Het zou in strijd met het gelijkheidsbeginsel zijn indien voor [C.] wel een ontslag zou gelden en voor [E.] niet. Een dergelijk ontslag zou ook onevenredig zijn.
KLM verwijt [A.], naast het overtreden van de 10-uursregel, dat zij als leidinggevende ondergeschikten heeft aangemoedigd tot alcoholgebruik, althans niet heeft gewaarschuwd het alcoholverbod niet te overtreden. Omdat [A.] zich tijdens de lunch niet bewust was van de tijd, was zij zich ook niet bewust van een overtreding door een van haar ondergeschikten. [A.] kan in dit verband enkel worden aangerekend dat zij zich als senior purser van de tijd bewust had moeten zijn in verband met de 10-uursregel.
Tenslotte is het onjuist dat [A.] heeft geprobeerd haar alcoholgebruik te verzwijgen en heeft nagelaten hiervan tijdig melding te maken. [A.] heeft hiervan tegen de gezagvoerder in de lobby meteen melding gemaakt, waarbij zij heeft aangegeven dat zij dacht dat zij, [C.] en [B.] aan de goede kant zaten. Zij heeft geen tijdstip genoemd tegen de gezagvoerder. Zij heeft de gezagvoerder in dat gesprek niet “verzekerd” dat zij niet binnen 10 uur voor reporting time had gedronken, zoals KLM haar verwijt. Pas na de vlucht naar huis heeft [A.] de conclusie getrokken dat ook zij waarschijnlijk de 10-uursregel had overtreden, waarna zij contact heeft opgenomen met haar unitmanager.
KLM heeft ten onrechte geen belangenafweging gemaakt met betrekking tot haar streven de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De aard en de ernst van de veronderstelde reden voor ontbinding moet worden afgewogen tegen de persoonlijke omstandigheden van [A.]. Zij heeft een goede en lange staat van dienst en de gevolgen van een ontslag zullen haar hard treffen. [A.] wil niets liever dan zo snel mogelijk weer haar functie als senior purser bij KLM uitoefenen. Daarbij komt dat het beleid van KLM niet duidelijk is. In het crew bulletin wordt de mogelijkheid van ontslag genoemd, maar het is niet zo duidelijk aan [A.] gecommuniceerd als KLM het thans presenteert.
Subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst toch wordt ontbonden, verzoekt [A.] om toekenning van een vergoeding van € 131.139,30 bruto (C=1) en de arbeidsovereenkomst niet eerder dan per 1 oktober 2012 te ontbinden.
De beoordeling
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst
De kantonrechter stelt vast dat het verzoek geen verband houdt met een opzegverbod.
Niet in geschil is dat [A.] als bemanningslid gebonden is aan de 10-uursregel en dat deze regel meebrengt dat het [A.] niet was toegestaan om op 21 maart 2012 na 13.00 uur nog alcohol te gebruiken. In feite betekent de 10-uursregel dat op de dag van vertrek geen alcohol kan worden genuttigd -ook niet bij een vertrek geruime tijd na de lunch- aangezien een mens in gewone doen voor de lunch geen alcohol gebruikt en alcoholgebruik tijdens de lunch in de regel binnen de 10-uursgrens zal vallen.
KLM heeft ter zitting toegelicht dat haar beleid is dat bij overschrijding van de 10-uursregel ontslag volgt, tenzij de betrokken werknemer het alcoholgebruik tijdig (voor vertrek) meldt of wanneer door andere omstandigheden tijdig komt vast te staan dat de grens is geschonden en die schending wordt toegegeven. In dat geval vliegt het bemanningslid ‘non-working’ terug en volgt een disciplinaire maatregel, zoals bij [E.] het geval is. Zij is dus, ondanks de schending van de 10-uursregel, buiten de zogeheten ‘rode weide’ gebleven.
Het standpunt van [A.] dat KLM dit beleid niet zo duidelijk heeft gecommuniceerd als KLM thans presenteert, houdt geen stand. Ook volgens [A.] is immers in het crew magazine vermeld dat bij overtreding van de regels ontslag kan volgen. Dat [A.] zich kennelijk niet heeft gerealiseerd dat het KLM ernst was en met de gevolgen van dit beleid geconfronteerd zou kunnen worden, doet hier niet aan af.
KLM is verantwoordelijk voor strikte handhaving van de veiligheidsregels en haar veiligheidsbeleid, dat erop is gericht veiligheid in de luchtvaart zoveel mogelijk te bevorderen. KLM ontleent daaraan ook voor een belangrijk deel haar imago. Daarmee valt een (mogelijke) overschrijding van de 10-uursgrens niet te rijmen, zeker niet door [A.] als senior purser, die al zo lang voor KLM werkzaam is. Zij weet immers dat ieder alcoholgebruik op de dag van vertrek op gespannen voet staat met de 10-uurs grens. Zij hoort daarom eerst zeker te stellen of zij daar nog buiten zit voordat zij alcoholhoudende drank bestelt. Dat was niet zo bij [A.], die ook niet langer heeft weersproken dat zij na 13.00 uur alcohol heeft gedronken en derhalve de 10-uursgrens heeft overtreden. Dat blijkt ook uit de door KLM overgelegde bonnen van het restaurant; [A.], [C.] en [B.] hebben blijkens deze bonnen om 15.15 uur de alcoholische consumpties besteld.
[A.] heeft met de gezagvoerder gesproken over haar alcoholgebruik. Dat heeft zij niet eigener beweging gedaan, maar omdat [F.] melding had gemaakt van alcoholgebruik door [E.] en [E.] vervolgens had gemeld dat ook [A.], [C.] en [B.] alcohol hadden gedronken. [A.] heeft verklaard dat zij en [C.] de gezagvoerder hebben ‘gemeld dat wij ook gedronken hadden, maar dat wij goed zaten.’ De kantonrechter is van oordeel dat [A.] in plaats daarvan had moeten zeggen dat zij er niet zeker van was dat ze aan de goede kant zaten. Dat heeft [A.] pas gezegd na aankomst op Schiphol en KLM heeft hierdoor thans het vermoeden dat [A.] dit enkel heeft gedaan omdat de gezagvoerder tijdens de vlucht haar in de cockpit heeft gesuggereerd om de bonnen van het restaurant op te vragen waarop de tijd van het nuttigen of bestellen van de alcoholische consumptie staat. Hierdoor heeft zij zich gerealiseerd dat KLM ook de bonnen kon opvragen en dat daardoor toch aan het licht zou komen dat zij ruim binnen de 10-uursgrens had gezeten. Ook overigens kan uit de verklaringen van [E.] en [D.] worden opgemaakt dat [A.] niet heeft bevorderd dat het juiste tijdstip en de toedracht van de alcoholconsumptie tijdig boven water zouden komen.
Indien [A.] de schending tijdig (voor vertrek) had ingezien en meteen open kaart had gespeeld, dan had KLM - gelet op haar beleid- met een berisping kunnen volstaan, maar thans moet KLM worden gevolgd in haar standpunt dat het vereiste vertrouwen in het functioneren van [A.] niet langer bestaat. Er zijn dus voldoende gewichtige redenen om de arbeidsovereenkomst op korte termijn te ontbinden, zodat het verzoek in zoverre toewijsbaar is.
Vergoeding
KLM heeft geen vergoeding aangeboden.
Omdat de verandering van omstandigheden geheel te wijten is aan het handelen van [A.], ziet de kantonrechter geen aanleiding voor het toekennen van een vergoeding aan haar ten laste van KLM.
Wat partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking, omdat dat niet tot een andere beslissing leidt.
Vanwege de aard van deze procedure draagt iedere partij de eigen kosten.
De beslissing
De kantonrechter:
- ontbindt de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 juli 2012;
- bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. D.P. Ruitinga en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.