ECLI:NL:RBHAA:2012:BW6640
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Ph. Burgers
- S.M. Christiaan
- S. Euwema
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in zaak van witwassen na onvoldoende bewijs van misdrijf
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem, stond de verdachte terecht voor het misdrijf van witwassen. De zaak werd behandeld in een meervoudige kamer op 4 mei 2012, na een openbare terechtzitting op 20 april 2012. De officier van justitie had gerequireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en eiste een gevangenisstraf van 10 maanden. De tenlastelegging betrof het verwerven en voorhanden hebben van een aanzienlijk geldbedrag, dat volgens het openbaar ministerie afkomstig zou zijn van een misdrijf. De rechtbank oordeelde dat voor een bewezenverklaring van witwassen vereist is dat het geldbedrag afkomstig is van een misdrijf en dat de verdachte dit wist of had moeten vermoeden.
De rechtbank erkende dat er feiten en omstandigheden waren die een vermoeden van witwassen rechtvaardigden, maar oordeelde dat de verdachte een 'concrete verifieerbare en niet op voorhand als hoogst onwaarschijnlijk aan te merken verklaring' had gegeven voor de herkomst van de geldbedragen. De rechtbank concludeerde dat het vervoer van grote sommen contant geld ongebruikelijk was, maar dat dit op zichzelf niet voldoende was om te concluderen dat het geld van misdrijf afkomstig was. De verdachte had aangetoond dat hij en zijn echtgenote in 1995 een startkapitaal hadden verkregen door de verkoop van een handelsonderneming en dat dit geld op legale wijze was belegd en rente had opgeleverd.
Uiteindelijk oordeelde de rechtbank dat niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de geldbedragen van enig misdrijf afkomstig waren. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastelegging. De uitspraak werd gedaan door mr. Ph. Burgers, voorzitter, en mr. S.M. Christiaan en mr. S. Euwema, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. L. Wessels.