ECLI:NL:RBHAA:2012:BW3641

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
3 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/810411-11
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van passagier voor overtreding rookverbod aan boord van een Nederlands luchtvaartuig

In deze strafzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 3 april 2012 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 9 september 2011 aan boord van een Nederlands luchtvaartuig, registratienummer PH-AAZ, zich niet heeft gehouden aan de aanwijzingen van de gezagvoerder. De verdachte werd beschuldigd van het negeren van het rookverbod aan boord en het veroorzaken van overlast. De kantonrechter oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De officier van justitie vorderde een geldboete van € 200,- voor de overtreding van artikel 96 lid 4 van de Regeling Toezicht Luchtvaart.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verdachte op de vlucht van Marokko naar Nederland herhaaldelijk de aanwijzingen van de gezagvoerder negeerde, waaronder het rookverbod dat duidelijk was aangegeven. Na de landing heeft de gezagvoerder aangifte gedaan van de overlast die de verdachte veroorzaakte door te roken op het toilet en het negeren van de instructies van het cabinepersoneel. De kantonrechter heeft op basis van de getuigenverklaringen van het cabinepersoneel en de omstandigheden van de zaak geoordeeld dat de verdachte schuldig was aan de ten laste gelegde feiten.

Bij de beslissing over de sanctie heeft de kantonrechter rekening gehouden met de ernst van het gedrag van de verdachte, dat gevoelens van onveiligheid bij zowel het personeel als de medepassagiers met zich meebracht. De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten om de verdachte te veroordelen tot een geldboete van € 200,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 4 dagen bij gebreke van betaling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Stefels, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op 3 april 2012.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Kanton
Locatie Haarlem
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
Parketnummer: 15/810411-11
Uitspraakdatum: 3 april 2012
Verstek
Schriftelijk vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 maart 2012 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
overigens zonder bekend woon- of verblijfplaats in Nederland.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Hij op of omstreeks 09 september 2011 aan boord van een Nederlands luchtvaartuig (te weten een Nederlands vliegtuig met registratienummer PH-AAZ) als passagier de aanwijzingen (door of) namens de gezagvoerder niet heeft opgevolgd, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar
- geen gevolg gegeven aan (de) aanwijzing(en) (door of) namens de gezagvoerder niet te roken aan boord van het vliegtuig, algemeen kenbaar gemaakt door middel van lichtsignalen en/of stickers en/of mondeling gegeven aanwijzingen en/of (bovendien) aan verdachte kenbaar gemaakt door het/de verzoek(en) niet te roken aan boord van het vliegtuig (al dan niet in het kader van een aan verdachte uitgereikte Notice of Violation) en/of
- geen gevolg gegeven aan het verzoek (door of) namens de gezagvoerder om zich rustig te houden en/of zich te gedragen en/of te gaan zitten en/of zijn gordel vast te maken en/of het cabinepersoneel en/of passagiers niet meer lastig te vallen (al dan niet in het kader van een aan verdachte uitgereikte Notice of Violation).
2. Voorvragen
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en gevorderd dat verdachte ter zake daarvan zal worden veroordeeld tot een geldboete van € 200,-.
4. Bewijs
4.1 Redengevende feiten en omstandigheden
De kantonrechter komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 9 september 2011 is PH-AAZ van Amsterdam Airlines, welk vliegtuig is ingeschreven in het Nederlandse nationale register, vertrokken voor een vlucht van Marokko naar Schiphol/Nederland. Onder de 179 passagiers en 9 baby’s bevindt zich verdachte aan boord van deze vlucht.
De gezagvoerder van het vliegtuig is [X[XXX] die tijdens de vlucht onder meer leiding geeft aan de bemanning van het vliegtuig. Tijdens de vlucht is aangekondigd dat aan boord niet gerookt mag worden. Bovendien is gewaarschuwd dat in de toiletruimtes rookmelders zijn opgehangen en brandt aan boord permanent een bordje met ‘verboden te roken’. Na de landing heeft gezagvoerder [XXX] aangifte gedaan van door verdachte veroorzaakte overlast die bestond uit roken op het toilet en het bij herhaling negeren van de namens [XXX] gegeven aanwijzingen door de purser. Daarbij is namens [XXX] aan verdachte een notice of violation uitgereikt.
Dat verdachte in strijd met de regels op het toilet heeft gerookt, is door een stewardess geconstateerd toen er bij het verlaten van het toilet door verdachte, nog sigarettenresten in het toilet lagen en een sigarettengeur te ruiken was. Enige tijd daarna is verdachte door deze stewardess weer gezien met een sigaret in zijn hand, waarbij zichtbaar was dat de sigaret eerder had gebrand. Verdachte is door purser [YYY], die ondermeer leiding geeft bij het uitvoeren van de veiligheidstaken aan boord en die tijdens de vlucht het contact met de gezagvoerder onderhoudt, op zijn rookgedrag aangesproken. Zij heeft hem daarbij namens de gezagvoerder aanwijzingen gegeven dat hij zich rustig moet houden en heeft hem in overleg met de gezagvoerder een Notice of Violation uitgereikt. Verdachte is hierna echter op de oude voet verder gegaan, ook nadat [YYY] hem heeft verteld wat in de Notice of Violation staat. Verdachte heeft daarna een sigaret gepakt en die in de cabine opgestoken. Nadat collega’s van [YYY] hem deze hebben afgepakt is verdachte verbaal agressief geworden.
4.2 Bewezenverklaring
De kantonrechter acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:
Hij op of omstreeks 09 september 2011 aan boord van een Nederlands luchtvaartuig (te weten een Nederlands vliegtuig met registratienummer PH-AAZ) als passagier de aanwijzingen namens de gezagvoerder niet heeft opgevolgd, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar
- geen gevolg gegeven aan de aanwijzingen namens de gezagvoerder niet te roken aan boord van het vliegtuig, algemeen kenbaar gemaakt door middel van lichtsignalen en mondeling gegeven aanwijzingen en bovendien aan verdachte kenbaar gemaakt door het verzoek niet te roken aan boord van het vliegtuig (al dan niet in het kader van een aan verdachte uitgereikte Notice of Violation) en
- geen gevolg gegeven aan het verzoek namens de gezagvoerder om zich rustig te houden al dan niet in het kader van een aan verdachte uitgereikte Notice of Violation.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde is strafbaar en levert op:
Overtreding van artikel 96 lid 4 van de Regeling Toezicht Luchtvaart
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
7. Motivering van de sanctie
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de kantonrechter zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de kantonrechter het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich tijdens de vlucht van Marokko naar Nederland schuldig gemaakt aan storend gedrag door zich niet aan het rookverbod aan boord te houden en ook overigens aanwijzingen van het luchtvaartpersoneel niet op te volgen. Dergelijk gedrag binnen de besloten ruimte van een vliegtuig tijdens de vlucht, brengt zowel voor het personeel als voor de medepassagiers gevoelens van onveiligheid met zich mee.
Alles afwegende is de kantonrechter van oordeel dat een onvoorwaardelijke geldboete van
€ 200,- moet worden opgelegd.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 62 lid 3 van de Luchtvaartwet, artikel 96 lid 4 en 166 Regeling Toezicht Luchtvaart.
artikel 23 van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De kantonrechter:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezen verklaarde feit het hiervoor onder 5. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot het betalen van een geldboete van € 200,- bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Stefels, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 3 april 2012.