ECLI:NL:RBHAA:2012:BV9596

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
5 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
537280 CB/11-127 vvn
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E.P. Stolp
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van curator bij ondercuratelestelling op verzoek van de officier van justitie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 5 januari 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van een betrokkene, ingediend door de officier van justitie te Haarlem. Het verzoek was gebaseerd op een verslag van een begeleider, waarin een negatief beeld werd geschetst van de zorg en begeleiding die de ouders aan de betrokkene verleenden. De ouders hebben het verslag betwist en waren het niet eens met de benoeming van de door de officier van justitie voorgedragen curator. Tijdens de zitting op 21 december 2011 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de ouders, de voorgestelde curator en de begeleider. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betrokkene, vanwege een geestelijke stoornis, niet in staat is om zijn eigen belangen te behartigen. Na het horen van alle betrokkenen heeft de kantonrechter geoordeeld dat de moeder van de betrokkene de meest geschikte persoon is om als curator te worden benoemd, in plaats van de voorgedragen derde. De beslissing om de moeder tot curator te benoemen is genomen in het belang van de betrokkene, gezien de sterke band tussen de ouders en de betrokkene. De kantonrechter heeft de ondercuratelestelling uitgesproken en de benoeming van de moeder als curator bevestigd. De uitspraak zal binnen 10 dagen na de verzenddatum worden gepubliceerd in de Staatscourant en in lokale dagbladen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Locatie Haarlem
zaaknummer : 537280 CB/11-127 vvn
datum :
Beschikking op een verzoek tot ondercuratelestelling
op verzoek van:
de officier van justitie te Haarlem.
Het verzoek strekt tot ondercuratelestelling van:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres],
hierna te noemen: [betrokkene].
procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift, ter griffie ingekomen op 28 november 2011, met als bijlage een verslag van 11 oktober 2011 van mevrouw [NNN], verbonden aan Letterplein, Academie voor zelfstandigheidsbevordering te Amsterdam,
- een verweerschrift tevens inhoudende verzoek, met bijlagen, ingekomen op
20 december 2011
De zaak is behandeld ter zitting van 21 december 2011. Verschenen zijn:
- [betrokkene],
- mevr[XXX] en de heer [YYY], de ouders van [betrokkene],
- Mr. H.J. Bettink, gemachtigde van de ouders,
- de heer Ing. [ZZZ], de door de officier van justitie voorgestelde curator,
- mevrouw [NNN], begeleider Letterplein,
- mevrouw [AAA], zuster van [betrokkene], [BBB], grootmoeder van moederszijde van [betrokkene],
- mevrouw [CCC], tante van [betrokkene].
De kantonrechter heeft mevrouw [NNN] afzonderlijk gehoord.
Van het verhandelde ter zitting zijn aantekeningen gemaakt.
beoordeling
1. Het verzoek van de officier van justitie strekt tot ondercuratelestelling van [betrokkene] met benoeming van [ZZZ], postadres: Postbus [nr.], [woonplaats] en geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] tot curator. Het verzoek is gebaseerd op de stelling dat [betrokkene] wegens een geestelijke stoornis, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn eigen belangen behoorlijk waar te nemen.
2. De ouders zijn het eens met het verzoek voor zover het de ondercuratelestelling van [betrokkene] betreft en refereren zich daaraan. De ouders kunnen zich echter niet verenigen met de benoeming van de heer [ZZZ] tot curator. Voor het geval dat de ondercuratelestelling wordt uitgesproken vragen zij de kantonrechter om mevrouw [XXX] (de moeder) tot curator te benoemen.
3. De kantonrechter is, gelet op de inhoud van de stukken en het verhandelde ter zitting, van oordeel dat het verzoek op de gestelde en juist gebleken grond (een aangeboren geestelijke handicap) behoort te worden ingewilligd. Omtrent de vraag wie tot curator moet worden benoemd wordt het volgende overwogen.
4. De officier van justitie heeft het verzoek ingediend naar aanleiding van een verslag van
11 oktober 2011 van mevrouw [NNN], die [betrokkene] vanaf augustus 2007 tot oktober 2011 gedurende twee uren per week heeft begeleid. In dat verslag is een zeer negatief beeld geschetst van de wijze waarop de ouders [betrokkene] bejegenen, begeleiden en verzorgen. De ouders hebben uitvoerig op het - voor hen volkomen onverwachte en schokkende - verslag gereageerd en de inhoud daarvan gemotiveerd betwist.
5. De kantonrechter heeft, alle betrokkenen gehoord hebbende, de overtuiging gekregen dat de moeder de meest aangewezen persoon is om tot curator van [betrokkene] te worden benoemd. Alle familieleden hebben hier op de zitting ook voor gepleit. Benoeming van een onbekende derde tot curator zou, gelet op de ter zitting gebleken band van de ouders met [betrokkene] en hun ter zitting getoonde betrokkenheid bij zijn (verdere) ontwikkeling, naar het oordeel van de kantonrechter niet gepast zijn en ook niet in het belang van [betrokkene]. Hieraan kan de kritiek van mevrouw [NNN] niet voldoende afdoen, temeer nu zowel de ouders als de andere familieleden die kritiek op de zitting in een ander daglicht hebben gesteld.
beslissing
De kantonrechter stelt [betrokkene] voornoemd onder curatele wegens een geestelijke stoornis;
- benoemt tot curatrice [XXX], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en wonende te [woonplaats], [adres];
- bepaalt dat deze uitspraak door de curator binnen 10 dagen na de verzenddatum zal worden bekendgemaakt in de Staatscourant en in de volgende dagbladen: Het Parool en Het Haarlems Dagblad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.P. Stolp, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Tegen deze beslissing kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam
a. door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.