ECLI:NL:RBHAA:2012:BV8890
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne en verbeurdverklaring van in beslag genomen geld te Schiphol
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 23 februari 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die opzettelijk circa 5 kilogram cocaïne heeft ingevoerd op Schiphol. De verdachte, afkomstig uit Benin en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van een hoeveelheid cocaïne, een middel dat schadelijk is voor de gezondheid. De rechtbank oordeelde dat de ingevoerde hoeveelheid cocaïne bestemd moest zijn voor verdere verspreiding en handel, wat gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit. De rechtbank rekende dit de verdachte aan en oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend was.
De officier van justitie had een gevangenisstraf van 38 maanden geëist, maar de rechtbank besloot, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder haar naïviteit en primitieve leefomstandigheden, om een lagere straf op te leggen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden.
Daarnaast werd het in beslag genomen geldbedrag van 360,00 US Dollar, dat door de verdachte was ontvangen van een drugsorganisatie, verbeurd verklaard. De rechtbank oordeelde dat dit geld was verkregen door middel van het bewezen verklaarde feit. De uitspraak is gedaan na een openbare terechtzitting op 10 februari 2012, waarbij de rechtbank de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie heeft vastgesteld. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen zijn.