ECLI:NL:RBHAA:2012:BV8888
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne te Schiphol met bijzondere voorwaarden voor reclasseringstoezicht
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 23 februari 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan de opzettelijke invoer van circa 0,96 kilogram cocaïne op Schiphol. De rechtbank oordeelde dat de ingevoerde hoeveelheid cocaïne, een schadelijke stof voor de gezondheid, bestemd was voor verdere verspreiding en handel. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de daarmee gepaard gaande criminaliteit, wat leidde tot de conclusie dat een gevangenisstraf van aanzienlijke duur gerechtvaardigd was.
Desondanks hield de rechtbank rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals blijkt uit een reclasseringsadvies. De rechtbank besloot een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht. Dit was bedoeld om de verdachte te helpen en te voorkomen dat hij opnieuw strafbare feiten zou begaan. De rechtbank stelde een proeftijd van twee jaar vast en legde daarnaast verplichtingen op met betrekking tot contact en begeleiding door GGZ Centrum Maliebaan.
De rechtbank verklaarde het ten laste gelegde feit bewezen en sprak de verdachte vrij van andere tenlasteleggingen. De opgelegde straf bestond uit een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest. De rechtbank benadrukte dat de verdachte niet eerder een voorwaardelijke straf met reclasseringstoezicht had gekregen, wat bijdroeg aan de beslissing om een deel van de straf voorwaardelijk op te leggen. De uitspraak is gedaan in het kader van de toepassing van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet.