ECLI:NL:RBHAA:2012:BV8166

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
5 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/740404-11
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na vrijspraak van diefstal met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 5 maart 2012 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering van het openbaar ministerie tegen een verdachte die eerder was vrijgesproken van de verdenking van het medeplegen van diefstal met geweld, specifiek een overval op een juwelierszaak. De rechtbank oordeelde dat, volgens vaste jurisprudentie, het ontbreken van een veroordeling in de hoofdzaak de ontvankelijkheid van de ontnemingsvordering in de weg staat. Dit is gebaseerd op artikel 511e, eerste lid, in samenhang met artikel 348 van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank verklaarde het openbaar ministerie niet ontvankelijk in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, dat was gesteld op een maximum van € 13.000,-. De beslissing is genomen na een openbare terechtzitting waarbij meerdere zittingsdata zijn geweest, en is uitgesproken door een meervoudige kamer bestaande uit drie rechters, onder leiding van voorzitter mr. Ph. Burgers. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier B.H.E. Zuidam.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Meervoudige Kamer
Tegenspraak
Parketnummer: 15/740404-11
Uitspraakdatum : 5 maart 2012
beslissing (ex artikel 36e Sr)
1. Vordering
Deze beslissing heeft betrekking op de vordering van de officier van justitie d.d. 12 september 2011 ten aanzien van het strafbare feit in de zaak onder bovenstaand parketnummer, strekkende tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel
36e lid 2 van het Wetboek van Strafrecht tot een maximum van € 13.000,- in de zaak tegen:
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] 1991 te Amsterdam,
wonende te [adres] 1.
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken waaronder het met deze vordering samenhangende straf- en ontnemingdossier.
Deze beslissing is genomen naar aanleiding van het onderzoek ter openbare terechtzitting van 10 oktober 2011, 12 oktober 2011, 14 oktober 2011, 9 februari 2012 en 20 februari 2012.
2. Overwegingen
Bij vonnis van 5 maart 2012 van deze rechtbank is voornoemde [verdachte] vrijgesproken van de hem ten laste gelegde verdenking van het medeplegen van diefstal met geweld.
Volgens vaste jurisprudentie (HR 17 februari 2009, NJ 2009,121) moet uit het wettelijk systeem, meer in het bijzonder uit artikel 511e, eerste lid, jo artikel 348 van het Wetboek van Strafvordering, worden afgeleid dat het ontbreken van een veroordeling wegens een strafbaar feit in de hoofdzaak aan de ontvankelijkheid van een ontnemingsvordering in de weg staat.
Dientengevolge acht de rechtbank het openbaar ministerie niet ontvankelijk in de vordering.
3. Beslissing
De rechtbank verklaart het openbaar ministerie niet ontvankelijk in zijn vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel.
4. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door:
mr. Ph. Burgers, voorzitter,
mr. A. Eichperger en mr. K.G. Witteman, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier B.H.E. Zuidam,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 maart 2012.
Parketnummer: 740404-11 (36e Sr)
Inzake: [verdachte]
beslissing