ECLI:NL:RBHAA:2012:BV7984
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel na vrijspraak van diefstal met geweld
Op 5 maart 2012 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een ontnemingszaak met parketnummer 15/740401-11. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de verdenking van het medeplegen van diefstal met geweld, in dit geval een overval op een juwelier. De officier van justitie had op 12 september 2011 een vordering ingediend tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij een bedrag van maximaal € 13.000,-- werd gevorderd. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat volgens vaste jurisprudentie, zoals verwoord in de uitspraak van de Hoge Raad van 17 februari 2009, het ontbreken van een veroordeling in de hoofdzaak een belemmering vormt voor de ontvankelijkheid van een ontnemingsvordering. Dit betekent dat zonder een veroordeling wegens een strafbaar feit, de ontnemingsvordering niet kan worden toegewezen. De rechtbank heeft daarom het openbaar ministerie niet ontvankelijk verklaard in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, bestaande uit de voorzitter mr. Ph. Burgers en de rechters mr. A. Eichperger en mr. K.G. Witteman, in aanwezigheid van griffier B.H.E. Zuidam. De beslissing is genomen na onderzoek ter openbare terechtzitting op verschillende data, waaronder 10 oktober 2011 en 20 februari 2012.