RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
zaak/rolnr.: 531848 / CV EXPL 11-9018
datum uitspraak: 16 februari 2012
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
Mijdrechtse Glashandel B.V.
te Mijdrecht
eisende partij
hierna te noemen Mijdrechtse Glashandel
gemachtigde Van Arkel gerechtsdeurwaarders
[gedaagde]
te [adres]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
procedeert in persoon
Mijdrechtse Glashandel heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde].
Hierop heeft [gedaagde] geantwoord.
Vervolgens zijn partijen in het huis van [gedaagde] verschenen voor het geven van inlichtingen en voor een mogelijke schikking. Bij die gelegenheid heeft de kantonrechter de in deze procedure bedoelde douchecabine, waarover door [gedaagde] wordt geklaagd, bezichtigd. Daarvan zijn door de griffier aantekeningen gemaakt die zo nodig in de vorm van een proces-verbaal worden uitgewerkt.
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De inhoud van alle processtukken, waaronder begrepen de mogelijk door partijen overgelegde producties, wordt als hier overgenomen beschouwd.
Mijdrechtse Glashandel vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen aan Mijdrechtse Glashandel te betalen een bedrag van € 3.848,11 met (verdere) rente en kosten. In hoofdsom (€ 3.301,16) gaat het om de levering en plaatsing van twee douchecabines in het huis van [gedaagde].
Het verweer strekt tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
In deze procedure zijn de volgende feiten voldoende komen vast te staan omdat deze niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist zijn gebleven.
1. Mijdrechtse Glashandel heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde] twee douchecabines geleverd en geplaatst in het huis van [gedaagde]. Eén was bestemd voor de kinderkamer en één was bestemd voor de grote slaapkamer. De uitvoering van beide douchecabines en de keuze van de daarvoor gebruikte materialen gebeurde in overleg met [gedaagde].
2. [gedaagde] wilde aanvankelijk een cabinedeur die (vanuit de cabine gezien) rechtsom draaide. Dat is haar echter afgeraden door Mijdrechtse Glashandel, omdat de deur dan tegen een aanwezige toiletpot kon slaan. Daarop werd afgesproken dat de deur (vanuit de cabine gezien) linksom zou draaien.
3. Bij het monteren van de cabinedeur stuitte Mijdrechtse Glashandel vervolgens op een probleem. Het was de bedoeling dat aan de voor- en achterkant van de cabinedeur een rekstang werd bevestigd, waarmee de deur kon worden geopend en gesloten, maar waaraan ook handdoeken konden worden opgehangen. Maar dat paste niet, omdat de rekstang in deze constructie aan de binnenzijde tegen de zijwand kwam. Mijdrechtse Glashandel heeft toen voorgesteld de rekstang aan de binnenzijde te laten vervallen en in plaats daarvan aan de binnenkant een deurknop aan te brengen, waarna het overblijvende, al voor de rekstangen ingesneden, gat in de deur zou worden gedicht met een ‘loze’ knop of dop. Dat vond [gedaagde] echter niet mooi. Uiteindelijk is de cabinedeur aan de binnen en buitenzijde voorzien van deurknoppen, maar is het overblijvende gat open gebleven. De bestelde rekstangen zijn dus niet verwerkt, maar ook niet in rekening gebracht.
4. Om de nodige stevigheid te verkrijgen, was het nodig dat de glazen wanden van de cabine werden gestabiliseerd. Mijdrechtse Glashandel heeft toen voorgesteld een stabilisatiestang aan te brengen, die recht boven de toegangsdeur naar de cabine loopt, op een hoogte van ongeveer 175 centimeter. [gedaagde] is daarmee akkoord gegaan. Deze constructie leidde er echter wel toe, dat baders van meer dan 175 centimeter lang hun hoofd stoten. Bovendien kon de deur van de douchecabine daardoor niet op dezelfde hoogte als de zijwanden worden gemonteerd, omdat die deur er anders, bij het naar binnen draaien, niet onderdoor kon.
5. [gedaagde] heeft geweigerd de hiervoor bedoelde douchecabine op de grote slaapkamer bij oplevering te accepteren.
De beoordeling van het geschil
Omdat [gedaagde] in deze procedure heeft laten weten, dat zij de douchecabine bij de kinderkamer, waarover zij ook klachten heeft, te accepteren, is daarmee gegeven dat zij ook verplicht is om het daarvoor aan haar in rekening gebrachte te betalen. De kantonrechter rekent een bedrag groot € 1.400,41 exclusief BTW = € 1.666,49 inclusief BTW. De vordering is in zoverre toewijsbaar.
In geschil is alleen, of [gedaagde] de douchecabine bij de grote slaapkamer moet accepteren en zo nee, wat dit dan betekent voor de vordering.
Daarover wordt als volgt overwogen.
De stelling van Mijdrechtse Glashandel, dat [gedaagde] eerder heeft toegezegd ook voor die douchecabine te zullen betalen, zodat niet meer hoeft te worden ingegaan op haar klachten, is ongegrond. Uit de overgelegde emailberichten blijkt immers zonneklaar, dat [gedaagde] zich van meet af aan heeft beklaagd over die cabine en zich wat dat betreft ook altijd alle rechten heeft voorbehouden. Juist is, dat zij zich wel bereid heeft verklaard tot het betalen van de andere douchecabine (en van een andere levering, die hier niet ter discussie staat). In zoverre zij zich daarbij misschien wat ongelukkig heeft uitgedrukt, kan dat Mijdrechtse Glashandel echter niet helpen, nu zij heel wel wist, althans had moeten begrijpen, dat [gedaagde] nog steeds niet akkoord ging met de uitvoering van de douchecabine bij de grote slaapkamer.
Voor wat betreft de uitvoering van de douchecabine bij de grote slaapkamer moet de kantonrechter beamen, dat deze geen schoonheidsprijs verdient. De stabilisatiestang is bijzonder ongelukkig aangebracht, wat onnodig was, omdat daarvoor een andere oplossing had kunnen en moeten worden aangewend, zoals het aanbrengen van hoekstangen. Vanwege de aangebrachte stabilisatiestang kunnen enkel mensen kleiner dan 175 centimeter daar onderdoor lopen. Bovendien moest de cabinedeur daardoor lager worden afgehangen dan de zijwanden. Een en ander wordt nog verergerd door de merkwaardige, door Mijdrechtse Glashandel toegepaste plaatsing van de cabinedeur. Het was logisch en praktisch geweest om die deur (vanuit de cabine gezien) naar rechts open te laten draaien, zoals aanvankelijk door [gedaagde] ook gevraagd. Het aanstoten van het aanwezige toilet had eenvoudig kunnen worden voorkomen door het aanbrengen van een deurstop. Door de deur precies andersom te laten draaien, werd de instap bemoeilijkt en kwam Mijdrechtse Glashandel bovendien in de problemen met het plaatsen van de bestelde rekstangen, met alle gevolgen van dien. Aan [gedaagde] moet worden toegegeven dat het eindresultaat er, mede gelet op wat daarvoor moest worden betaald (de kantonrechter rekent € 1.373,67 exclusief BTW = € 1.634,67), niet conform hetgeen is dat [gedaagde] op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
Het mag waar zijn dat Mijdrechtse Glashandel een en ander wel in overleg met [gedaagde] heeft uitgevoerd, maar mede gelet op het bepaalde in artikel 7.754 van het Burgerlijk Wetboek, dat volgens artikel 6.215 van het Burgerlijk Wetboek op de onderhavige overeenkomst van toepassing is, kan dat Mijdrechtse Glashandel niet helpen. Het had op haar weg gelegen om [gedaagde] op niet mis te verstane wijze duidelijk te maken, dat de door hem voorgestelde ‘oplossingen’ tot de hiervoor vastgestelde problemen zouden kunnen leiden. Dat is echter niet, althans onvoldoende gebeurd. Kennelijk heeft Mijdrechtse Glashandel dat ook allemaal niet voorzien. Dat [gedaagde] als leek ‘akkoord’ ging met deze voorstellen, betekent in elk geval niet dat zij dit deed in het volle besef van hoe dat in de praktijk zou uitpakken. Zij is afgegaan op de vakkundigheid van Mijdrechtse Glashandel, wat haar in redelijkheid niet mag worden verweten.
Het voorgaande leidt tot de slotsom, dat Mijdrechtse Glashandel tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen, voor wat betreft het plaatsen en leveren van de douchecabine bij de grote slaapkamer. Hoewel [gedaagde], die zelf deze procedure voert, dat niet met zoveel woorden heeft aangevoerd, begrijpt de kantonrechter dat zij op die grond bij wijze van verweer een gedeeltelijke ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomst nastreeft. Dat verweer treft, gelet op wat hiervoor is overwogen, doel. [gedaagde] hoeft dus niet te betalen voor deze douchecabine.
Dat betekent dat [gedaagde] in hoofdsom slechts € 1.666,49 verschuldigd is, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 26 oktober 2010.
Buitengerechtelijke kosten zijn niet verschuldigd, omdat niet is gebleken dat in de buitengerechtelijke fase serieus is ingegaan op het hiervoor gegrond bevonden verweer van [gedaagde].
Over de proceskosten moet worden beslist zoals hierna bepaald.
[gedaagde] wordt veroordeeld om aan Mijdrechtse Glashandel te betalen een bedrag van € 1.666,49 met de wettelijke rente daarover vanaf de dag dat gedagvaard is tot de dag dat alles betaald is.
Iedere partij draagt de eigen proceskosten.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad.
Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 februari 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.