ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3923

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
30 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 10/6058 & 10/6064
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Indeling van massageolie en aanverwante producten in het douanerecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 30 januari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen [X] B.V. en de inspecteur van de Belastingdienst/Douane over de indeling van verschillende producten, waaronder massageolie, massagekaarsen en badolie, onder de juiste douanepost. Eiseres had zeven aanvragen ingediend voor bindende tariefinlichtingen (bti's) voor deze producten, waarbij zij verzocht om indeling onder GN-code 3304 9900, die betrekking heeft op huidverzorgingsproducten. De inspecteur had echter de producten ingedeeld onder post 3307, die andere cosmetische producten omvat. De rechtbank heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Eiseres stelde dat de producten huidverzorgende eigenschappen bezitten en daarom onder post 3304 moeten worden ingedeeld. De inspecteur daarentegen betoogde dat de producten, gezien hun bestemming en verpakking, correct onder post 3307 zijn ingedeeld. De rechtbank oordeelde dat de indeling van de producten moet worden bepaald aan de hand van hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals beschreven in de relevante douanewetgeving. De rechtbank concludeerde dat de producten, gezien hun gebruik en verpakking, inderdaad onder post 3307 moeten worden ingedeeld. De beroepen van eiseres werden ongegrond verklaard, en de rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht, meervoudige douanekamer
Zaaknummers: AWB 10/6058 t/m 10/6064
Uitspraakdatum: 30 januari 2012
Uitspraak in de gedingen tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,
gemachtigde: A.P. van Breukelen,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Douane, kantoor [P], verweerder.
1. Ontstaan en loop van de gedingen
1.1. Eiseres heeft op 6 november 2009 zeven aanvragen ingediend voor een bindende tariefinlichting (hierna: bti). Iedere aanvraag heeft betrekking op één product.
1.2. Verweerder heeft op 12 januari 2010 zeven bti’s afgegeven.
1.3.1. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 7 oktober 2010 het bezwaar van eiseres tegen de bti met het referentienummer NL-[#1] gegrond verklaard, de bti gewijzigd en het product ingedeeld onder post 3307.
1.3.2. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 7 oktober 2010 het bezwaar van eiseres tegen de bti met het referentienummer NL-[#2] ongegrond verklaard en de bti gehandhaafd.
1.3.3. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 7 oktober 2010 het bezwaar van eiseres tegen de bti met het referentienummer NL-[#3] ongegrond verklaard en de bti gehandhaafd.
1.3.4. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 7 oktober 2010 het bezwaar van eiseres tegen de bti met het referentienu[#4] ongegrond verklaard en de bti gehandhaafd.
1.3.5. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 7 oktober 2010 het bezwaar van eiseres tegen de bti met het referentienummer NL-[#5] ongegrond verklaard en de bti gehandhaafd.
1.3.6. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 20 oktober 2010 het bezwaar van eiseres tegen de bti met het referentienummer NL-[#6] gegrond verklaard, de bti gewijzigd en het product ingedeeld onder post 3307.
1.3.7. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 20 oktober 2010 het bezwaar van eiseres tegen de bti met het referentienummer NL-[#7] gegrond verklaard, de bti gewijzigd en het product ingedeeld onder post 3307.
1.4. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de onder 1.3 genoemde uitspraken op bezwaar. Verweerder heeft op de zaken betrekking hebbende stukken overgelegd en verweerschriften ingediend.
1.5. Eiseres heeft nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.
1.6. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 december 2011.
Eiseres is daar vertegenwoordigd door haar gemachtigde, bijgestaan door zijn kantoorgenoten mr. ing. B.J.B. Boersma, [A] en [B], alsmede door [C], [D], [E] en [F], alle drie werkzaam bij [G] belastingadviseurs.
Namens verweerder zijn verschenen mr. J.M.G. van Maris en L. van der Spoel.
Partijen hebben ter zitting ieder een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan de rechtbank en aan de wederpartij.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
AWB 10/6058 (bti NL-[#1])
2.1.1. Eiseres heeft een bti aangevraagd voor een zogenoemde massagekaars. Zij heeft in deze aanvraag verzocht om het product in te delen onder de GN-code 3304 9900.
2.1.2. In de bti-aanvraag, met het daaraan toegekende kenmerk SAF[#a], is de volgende omschrijving van het product opgenomen:
“MASSAGE OLIE VOOR DE VERKOOP IN HET KLEIN IN DE VORM VAN EEN KAARS
WELKE DOOR VERWARMING VLOEIBAAR WORDT.
HANDELSNAAM : [H]
VERPAKT IN BLIKJES VAN 200ML”
Tevens is in de aanvraag aangegeven dat voor identieke of gelijkwaardige goederen in België een bti is afgegeven met referentie BED.264.263 + 264 + 265 + 266, voor GN-code 3304 9900.
2.1.3. In de bti is het product, dat is ingedeeld onder GN-code 3406 0000, als volgt omschreven:
“Een kaars voorzien van een lont met ondermeer de volgende ingrediënten
- diverse olie soorten zoals soja, kokos, sesam enz;
- fragrance;
- tocopherol.
Na het ontsteken van de lont kan het gesmolten kaarsvet worden gebruikt als massage olie.
Het artikel is opgemaakt voor de verkoop in het klein en is verpakt in een blikje (inhoudende 200 gram) voorzien van een kunststof lepeltje.
Het wezenlijk karakter van het product wordt toegekend aan de kaars.”
2.1.4. In de uitspraak op bezwaar heeft verweerder beslist dat de bti niet in stand kan blijven omdat het product ten onrechte is ingedeeld onder GN-code 3406 0000 en dat indeling in post 3307 moet plaatsvinden.
2.1.5. De gebruiksaanwijzing op de verpakking houdt in:
“Light the candle, wait for 20 minutes and extinguish the flame. Pour the melted wax into the palm of your hand (the oil will be warm, but not burning hot). Gently apply the oil on your partner’s body and enjoy the subtle aroma and warm effect, combined with a sensual massage that will help you both discover intimate moments”.
AWB 10/6059 (bti NL-[#2])
2.2.1. Eiseres heeft een bti aangevraagd voor massageolie. Zij heeft in deze aanvraag verzocht om het product in te delen onder de GN-code 3304 9900.
2.2.2. In de bti-aanvraag, met het daaraan toegekende kenmerk SAF-[#b] is de volgende omschrijving van het product opgenomen:
“MASSAGE OLIE VOOR DE VERKOOP IN HET KLEIN
HANDELSNAAM : [I]
VERPAKT IN PLASTIC FLESSEN VAN 100ML”
Tevens is in de aanvraag aangegeven dat voor identieke of gelijkwaardige goederen in België een bti is afgegeven met referentie BED.264.263 + 264 + 265 + 266, voor GN-code 3304 9900.
2.2.3. In de bti is het product, dat is ingedeeld onder GN-code 3307 9000, als volgt omschreven:
“Massage olie “[J]” met ondermeer de volgende ingrediënten
- glycerine;
- aroma’s;
- sodium sacharine;
- propyleen glycol etc.
Het product is opgemaakt voor verkoop in het klein en is verpakt in een glazen flesje met een inhoud van ongeveer 100 ml.”
Onder handelsbenaming en aanvullende gegevens is vermeld:
“[I]” [J].”
Onder ‘Motivering voor de indeling van het goed’ is in de bti vermeld:
“De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 op afdeling VI en de tekst van de GN-codes 3307, 3307 90 en 3307 90 00.”
2.2.4. In de uitspraak op bezwaar heeft verweerder de indeling onder GN-code 3307 9000 gehandhaafd.
2.2.5. De gebruiksaanwijzing op de verpakking houdt in:
“Enhance sexual feeling and sensation of your sensual areas. Apply, then gently rub, a small amount of oil on the desired area. Blow on it lightly. And let the oil’s heating stimulant work its magic. Then, gently savor your lover’s body… Use freely on any part of the body.”
AWB 10/6060 (bti NL-[#3])
2.3.1. Eiseres heeft een bti aangevraagd voor massageolie. Zij heeft in deze aanvraag verzocht om het product in te delen onder de GN-code 3304 9900.
2.3.2. In de bti-aanvraag, met het daaraan toegekende kenmerk SAF-[#c], is de volgende omschrijving van het product opgenomen:
“MASSAGE OLIE VOOR DE VERKOOP IN HET KLEIN
HANDELSNAAM : [K]
VERPAKT IN FLESSEN VAN 250ML”
Tevens is in de aanvraag aangegeven dat voor identieke of gelijkwaardige goederen in België een bti is afgegeven met referentie BED.264.263 + 264 + 265 + 266, voor GN-code 3304 9900.
2.3.3. In de bti is het product, dat is ingedeeld onder GN-code 3307 9000, als volgt omschreven:
“Massage olie met ondermeer de volgende ingrediënten:
- diverse soorten olie van o.a. sesam, prunus etc.
- geurstoffen;
- tocopherol;
- geurstoffen.
Het product is opgemaakt voor verkoop in het klein en is verpakt in een kunststof flesje met een inhoud van ongeveer 250 ml.”
Onder handelsbenaming en aanvullende gegevens is vermeld:
“[K] Erotic massage oil.”
Onder ‘Motivering voor de indeling van het goed’ is in de bti vermeld:
“De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 op afdeling VI en de tekst van de GN-codes 3307, 3307 90 en 3307 90 00.”
2.3.4. In de uitspraak op bezwaar heeft verweerder de indeling onder GN-code 3307 9000 gehandhaafd.
2.3.5. De gebruiksaanwijzing op de verpakking houdt in:
“Silky smooth, this oil slides gracefully onto the skin, evoking a sensation of total rapture. Sexual desire becomes alert and ready for love.”
AWB 10/6061 (bti NL[#4])
2.4.1. Eiseres heeft een bti aangevraagd voor massageolie. Zij heeft in deze aanvraag verzocht om het product in te delen onder de GN-code 3304 9900.
2.4.2. In de bti-aanvraag, met het daaraan toegekende kenmerk SAF-[#d], is de volgende omschrijving van het product opgenomen:
“MASSAGE OLIE MET KERSEN SMAAK OP WATERBASIS VOOR VERKOOP IN HET KLEIN
HANDELSNAAM : [L]
VERPAKT IN 4.1 OZ FLESSEN”
Tevens is in de aanvraag aangegeven dat voor identieke of gelijkwaardige goederen in België een bti is afgegeven met referentie BED.264.263 + 264 + 265 + 266, voor GN-code 3304 9900.
2.4.3. In de bti is het product, dat is ingedeeld onder GN-code 3307 9000, als volgt omschreven:
“Massage olie met kersensmaak met ondermeer de volgende ingrediënten:
- water;
- glycerine;
- aloë vera;
- vitamine E;
- smaakstoffen;
- propyleen glycol etc.
Het product is opgemaakt voor verkoop in het klein en is verpakt in een flacon met een inhoud van ongeveer 100 gram en 44 ml.”
Onder handelsbenaming en aanvullende gegevens is vermeld:
“WET Fun Flavors
WET body glide [M]”
Onder ‘Motivering voor de indeling van het goed’ is in de bti vermeld:
“De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 op afdeling VI en de tekst van de GN-codes 3307, 3307 90 en 3307 90 00.”
2.4.4. In de uitspraak op bezwaar heeft verweerder de indeling onder GN-code 3307 9000 gehandhaafd.
AWB 10/6062 (bti NL [#5])
2.5.1. Eiseres heeft een bti aangevraagd voor massageolie. Zij heeft in deze aanvraag verzocht om het product in te delen onder de GN-code 3304 9900.
2.5.2. In de bti-aanvraag, met het daaraan toegekende kenmerk SAF-[#e], is de volgende omschrijving van het product opgenomen:
“MASSAGE OLIE MET FRUIT SMAAK OP WATERBASIS VOOR DE VERKOOP IN HET KLEIN
HANDELSNAAM : [N]
VERPAKT IN 4.1 OZ FLESSEN”
Tevens is in de aanvraag aangegeven dat voor identieke of gelijkwaardige goederen in België een bti is afgegeven met referentie BED.264.263 + 264 + 265 + 266, voor GN-code 3304 9900.
2.5.3. In de bti is het product, dat is ingedeeld onder GN-code 3307 9000, als volgt omschreven:
“Massage olie met fruitsmaak met ondermeer de volgende ingrediënten:
- glycerine;
- natuurlijke en kunstmatige smaakstoffen.
Het product is opgemaakt voor verkoop in het klein en is verpakt in een flacon met een inhoud van ongeveer 116 gram.”
Onder handelsbenaming en aanvullende gegevens is vermeld:
“[O].”
Onder ‘Motivering voor de indeling van het goed’ is in de bti vermeld:
“De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 op afdeling VI en de tekst van de GN-codes 3307, 3307 90 en 3307 90 00.”
2.5.4. In de uitspraak op bezwaar heeft verweerder de indeling onder GN-code 3307 9000 gehandhaafd.
2.5.5. De gebruiksaanwijzing op de verpakking houdt in:
“Indulge yourself and your lover in the sinfully delicious, heated passion of [O] Gently warms with motion … Blow on it and it gets warmer. To turn up the heat, place the bottle under hot water before use.”
AWB 10/6063 (bti NL-[#6])
2.6.1. Eiseres heeft een bti aangevraagd voor massageolie. Zij heeft in deze aanvraag verzocht om het product in te delen onder de GN-code 3304 9900.
2.6.2. In de bti-aanvraag, met het daaraan toegekende kenmerk SAF-[#f], is de volgende omschrijving van het product opgenomen:
“MASSAGE OLIE OP WATERBASIS VOOR DE VERKOOP IN HET KLEIN
HANDELSNAAM : [Q]
VERPAKT IN 225ML FLESSEN”
Tevens is in de aanvraag aangegeven dat voor identieke of gelijkwaardige goederen in België een bti is afgegeven met referentie BED.264.263 + 264 + 265 + 266, voor GN-code 3304 9900.
2.6.3. In de bti is het product, dat is ingedeeld onder GN-code 3307 9000, als volgt omschreven:
““Aromatherapy massage & badolie”. Een geelgekleurde vloeistof met -volgens opgave- ondermeer de volgende ingrediënten:
- sweet almond olie;
- diverse vitamines;
- aloë vera leaf juice;
- glycerol etc.
Het product is opgemaakt voor de verkoop in het klein en is verpakt in een kunststof flacon met een inhoud van ongeveer 240 ml.”
Onder handelsbenaming en aanvullende gegevens is vermeld:
“inttimo by wet”
Onder ‘Motivering voor de indeling van het goed’ is in de bti vermeld:
“De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 op afdeling VI en de tekst van de GN-codes 3307, 3307 90 en 3307 90 00.”
2.6.4. In de uitspraak op bezwaar heeft verweerder beslist dat de bti niet in stand kan blijven omdat het product ten onrechte is ingedeeld onder GN-code 3307 9000 en dat indeling onder GN-code 3307 3000 moet plaatsvinden.
2.6.5. De gebruiksaanwijzing op de verpakking houdt in:
“Fall in love with the alluring fusion of cedarwood and patchouli. Unleash your sensual power through the ancient healing art of aromatherapy. The silky, vitamin enriched natural oils of Inttimo By Wet glide on easily sprinkled in your bath water, or used to pamper every inch of your body… Inttimo By Wet aromatherapy massage oil will balance your mind, body and spirit. Spa quality.”
AWB 10/6064 (bti NL-[#7])
2.7.1. Eiseres heeft een bti aangevraagd voor massageolie. Zij heeft in deze aanvraag verzocht om het product in te delen onder de GN-code 3304 9900.
2.7.2. In de bti-aanvraag, met het daaraan toegekende kenmerk SAF-[#g], is de volgende omschrijving van het product opgenomen:
“MASSAGE OLIE OP WATERBASIS VOOR DE VERKOOP IN HET KLEIN
HANDELSNAAM : [R]
VERPAKT IN 4 OZ FLESSEN”
Tevens is in de aanvraag aangegeven dat voor identieke of gelijkwaardige goederen in België een bti is afgegeven met referentie BED.264.263 + 264 + 265 + 266, voor GN-code 3304 9900.
2.7.3. In de bti is het product, dat is ingedeeld onder GN-code 3307 9000, als volgt omschreven:
“Aromatherapy massage & badolie”. Een geelgekleurde vloeistof met -volgens opgave- ondermeer de volgende ingrediënten:
- sweet almond olie;
- diverse vitamines;
- aloë vera leaf juice;
- glycerol etc.
Het product is opgemaakt voor de verkoop in het klein en is verpakt in een kunststof flacon met een inhoud van ongeveer 120 ml.”
Onder handelsbenaming en aanvullende gegevens is vermeld:
“[S]”
Onder ‘Motivering voor de indeling van het goed’ is in de bti vermeld:
“De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1 en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, aantekening 2 op afdeling VI en de tekst van de GN-codes 3307, 3307 90 en 3307 90 00.”
2.7.4. In de uitspraak op bezwaar heeft verweerder beslist dat de bti niet in stand kan blijven omdat het product ten onrechte is ingedeeld onder GN-code 3307 9000 en dat indeling onder GN-code 3307 3000 moet plaatsvinden.
2.7.5. De gebruiksaanwijzing op de verpakking houdt in:
“Drift away with the calming blend of ginger and bergamot. Unleash your sensual power through the ancient healing art of aromatherapy. The silky, vitamin enriched natural oils of Inttimo By Wet glide on easily and leave your skin irresistibly soft and delicate scented for hours. Whether massaged into the skin, sprinkled in your bathwater, or used to pamper every inch of your body… Inttomo By Wet aromatherapy massage oil will balance your mind, body and spirit.”
3. Geschil en standpunten van partijen
3.1. In geschil is het antwoord op de vraag of verweerder terecht en op goede gronden bti’s heeft afgegeven waarbij de producten zijn ingedeeld onder post 3307 of dat de producten, zoals eiseres stelt, ingedeeld moeten worden onder post 3304.
3.2. Eiseres stelt zich op het standpunt dat alle zeven producten als producten voor huidverzorging moeten worden aangemerkt omdat zij zijn opgemaakt voor verkoop in het klein, geschikt zijn om op de huid te worden aangebracht en huidverzorgende bestanddelen bevatten. Beoordeeld naar hun objectieve kenmerken en eigenschappen dienen alle zeven producten als producten voor huidverzorging te worden ingedeeld.
Aantekening 3 bij hoofdstuk 33 moet zo worden gelezen dat het product met het oog op de verkoop in het klein is verpakt. Niet is van belang dat het is verpakt met het oog op gebruik als huidverzorgingsproduct. Omdat het product is verpakt voor verkoop in het klein en het product geschikt is om als huidverzorging te gebruiken moet het worden ingedeeld onder GN-code 3304 9900.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van de beroepen, vernietiging van de uitspraken op bezwaar en indeling van de goederen onder post 3304.
3.3. Verweerder doet de indeling in de bti’s steunen op de bewoordingen van de post alsmede op aantekening 2 bij afdeling VI en aantekening 3 bij hoofdstuk 33. De producten dienen te worden ingedeeld onder post 3307.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van de beroepen.
4. Het toepasselijke recht
De relevante tariefposten en aantekeningen op de afdeling en de hoofdstukken luiden als volgt:
AFDELING VI
PRODUCTEN VAN DE CHEMISCHE EN VAN DE AANVERWANTE INDUSTRIEËN
HOOFDSTUK 33
ETHERISCHE OLIËN EN HARSAROMA'S; PARFUMERIEËN, TOILETARTIKELEN EN COSMETISCHE PRODUCTEN
3304 Schoonheidsmiddelen en producten voor de huidverzorging (andere dan geneesmiddelen), preparaten tegen zonnebrand en preparaten voor het verkrijgen van een bruine huidskleur daaronder begrepen; producten voor manicure of voor pedicure:
3304 10 00 – producten voor het opmaken van de lippen
3304 20 00 – producten voor het opmaken van de ogen
3304 30 00 – producten voor manicure of voor pedicure
– andere
3304 91 00 – – poeder, ook indien geperst
3304 99 00 – – andere
3307 Scheermiddelen en middelen die voor of na het scheren worden gebruikt, deodorantia voor lichaamsverzorging, badpreparaten, ontharingsmiddelen en andere parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten, elders genoemd noch elders onder begrepen; preparaten voor het neutraliseren van geuren in vertrekken (deodorantia), ook indien niet geparfumeerd of met desinfecterende eigenschappen:
3307 10 00 – scheermiddelen en middelen die voor of na het scheren worden gebruikt
3307 20 00 – deodorantia voor lichaamsverzorging en antitranspiratiemiddelen
3307 30 00 – geparfumeerde badzouten en andere badpreparaten
– preparaten voor het parfumeren van vertrekken of voor het neutraliseren van geuren in vertrekken, preparaten die bij godsdienstige plechtigheden worden gebruikt daaronder begrepen:
(…)
3307 90 00 – andere
Aantekening 2 op afdeling VI luidt, voor zover hier van belang:
“2. Behoudens het bepaalde in aantekening 1 hiervoor, moeten alle producten die behoren tot een der posten 3004, 3005, 3006, 3212, 3303, 3304, 3305, 3306, 3307, 3506, 3707 of 3808, hetzij omdat ze zijn opgemaakt voor de verkoop in het klein, hetzij omdat ze voorkomen in afgemeten hoeveelheden, worden ingedeeld onder die posten en niet onder een andere post van de nomenclatuur.”
De toelichting IDR op aantekening 2 bij Afdeling VI luidt, voor zover hier van belang:
Aantekening 2 IDR op deze afdeling bepaalt dat producten (andere dan die bedoeld bij de posten 28.43 tot en met 28.46 of 28.52, die in afgemeten hoeveelheden voorkomen of gereed zijn voor de verkoop in het klein en tot een der posten 30.04, 30.05, 30.06, 32.12, 33.03, 33.04, 33.05, 33.06, 33.07, 35.06, 37.07 of 38.08 behoren, onder die posten moeten worden ingedeeld, ook al zouden zij aan de omschrijving van andere posten van de nomenclatuur beantwoorden. Zo wordt bijvoorbeeld zwavel voor therapeutische doeleinden, gereed voor de verkoop in het klein, onder post 30.04 ingedeeld en niet onder post 25.03 of 28.02. Dextrine, gereed voor de verkoop in het klein als lijm, wordt onder post 35.06 ingedeeld en niet onder post 35.05.
Aantekening 3 op hoofdstuk 33 luidt, voor zover hier van belang:
“De posten 3303 tot en met 3307 omvatten onder meer al dan niet vermengde producten (ander dan gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën), geschikt om als product van deze posten te worden gebruikt en die met het oog hierop zijn opgemaakt voor de verkoop in het klein.”
De toelichting IDR op aantekening 3 bij hoofdstuk 33 luidt, voor zover hier van belang:
“De posten 33.03 tot en met 33.07 omvatten al dan niet vermengde producten (ander dan gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën), geschikt om als product van deze posten te worden gebruikt en die met het oog hierop zijn opgemaakt voor de verkoop in het klein (zie Aantekening 3 IDR op dit hoofdstuk).
(…)
Preparaten (zoals vernis) en onvermengde producten (niet-geparfumeerd talkpoeder, bleekaarde, aceton, aluin, enz.), die niet alleen voor bovenbedoeld gebruik dienen, maar ook voor andere doeleinden worden gebezigd, behoren slechts dan tot de posten 33.03 tot en met 33.07:
1. indien ze zijn opgemaakt in verpakkingen waarin zij aan de gebruiker worden afgeleverd en uit etiketten, opschriften of anderszins, blijkt dat zij bestemd zijn om te worden gebruikt als parfumerieën, toiletartikelen, cosmetische producten of als deodorantia voor vertrekken;
2. indien ze zijn opgemaakt in speciale verpakkingen of vormen, waaruit blijkt dat zij kennelijk bestemd zijn om voor dezelfde doeleinden te worden gebruikt (zulks geldt bijvoorbeeld voor flesjes nagellak waarvan de stop voorzien is van het penseeltje waarmede de lak wordt uitgestreken).”
Tarifering 1 bij post 3304 luidt, voor zover hier van belang:
“Natuurlijk mineraalwater in spuitbussen, door middel van natuurlijke en neutrale gassen onder druk gebracht en gebruikt voor huidverzorging (als spray, voor hydromassage, enz.), moet onder onderverdeling 3304.99 worden ingedeeld (IDR). Tarifering 3304.99/1.”
Tarifering 2 bij post 3304 luidt, voor zover hier van belang:
“Zuivere vaseline, zoals hierna omschreven, moet onder onderverdeling 3304.99 worden ingedeeld. Het betreft zuivere vaseline opgemaakt voor de verkoop in het klein (in potjes of blikjes), met aanduidingen op het etiket volgens welke het product scheurtjes van de huid en van de lippen, alsmede lichte brand- en schaafwonden verzacht, helpt om luier-huiduitslag te voorkomen en oogmake-up te verwijderen (IDR). Tarifering 3304.99/2.”
5. Beoordeling van de geschillen
5.1. Het is vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de posten van de GN en in de aantekeningen op de afdelingen en hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-Toelichtingen, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende posten.
5.2. Voorts kan volgens de rechtspraak van het HvJ EU de bestemming van het product een objectief indelingscriterium zijn, wanneer die bestemming inherent is aan het product. De inherentie moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (zie o.m. arresten van 4 maart 2004, Krings, C-130/02, Jurispr. blz. I-2121, punt 28, en van 17 maart 2005 Ikegami, C-467/03, Jurispr. blz. I-2389).
5.3. Partijen zijn van mening dat de in te delen producten weliswaar onderling geringe verschillen vertonen, maar dat deze niettemin op gelijke wijze, onder eenzelfde GN-post, dienen te worden ingedeeld. De rechtbank ziet geen reden om partijen hierin niet te volgen en zal bij de indeling dan ook geen onderscheid maken tussen de in te delen producten.
5.4. Tussen partijen is niet in geschil dat (de ingrediënten van) de producten huidverzorgende eigenschappen bezitten. Beoordeeld moet worden in hoeverre de bestemming van de producten inherent is aan de producten en daarom een rol speelt bij de indeling van de producten en zo ja, of de wijze van verpakken daarbij in ogenschouw kan of moet worden genomen.
5.5.1. Eerst zal de rechtbank de indeling van de massageoliën (waaronder begrepen de massagekaars, i.e. de onder 2.1 tot en met 2.5 beschreven producten) beoordelen. Gelet op aantekening 3 bij hoofdstuk 33 is de rechtbank van oordeel dat de wijze van verpakken en de bestemming beide van belang zijn bij de indeling van de daar bedoelde producten. De in geding zijnde massageoliën zijn opgemaakt met het oog op het gebruik en verkoop in het klein. Anders dan eiseres betoogt, is dit niet voldoende voor indeling onder post 3304. Het is tevens van belang dat de producten geschikt en bedoeld zijn om tot huidverzorging te dienen. Deze opvatting vindt steun in hetgeen is neergelegd in tariferingen 1 en 2 bij post 3304. De bestemming van de in geding zijnde producten, zijnde erotische massageolie of massagekaars, is af te leiden uit de tekst en afbeelding van de etiketten. Gelet op het etiket worden de producten niet aangeboden voor huidverzorging maar voor (erotische) massage. Bovendien is op de verpakking van een aantal van de in geding zijnde producten aangegeven dat de inhoud ingeval van inslikken niet schadelijk is.
5.5.2. Dat de producten huidverzorgende bestanddelen bevatten betekent nog niet dat indeling onder post 3304 moet plaatsvinden. Het ligt immers voor de hand dat een product dat voor cosmetische doeleinden in het algemeen wordt gebruikt, niet schadelijk is voor de huid. Bovendien zorgen de oliën en vetten in de onderhavige producten voor een gemakkelijke verdeling over de huid, wat de massage aangenamer maakt.
5.5.3. Uit 5.5.1 tot en met 5.5.2 volgt dat voldoende vaststaat dat de bestemming van de producten inherent is aan de producten en in het onderhavige geval een objectief indelingscriterium is. De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat de massageoliën moeten worden ingedeeld onder post 3307.
5.6. Tot slot zal de rechtbank de indeling van de combinatieproducten van massageolie en badolie (de onder 2.6 en 2.7 beschreven producten) beoordelen. De rechtbank heeft onder 5.5 geoordeeld dat de producten bestaande uit (erotische) massageolie dienen te worden ingedeeld onder post 3307. Omdat badpreparaten volgens het opschrift onder post 3307 vallen en de onder 2.6 en 2.7 beschreven producten dus bestaan uit een combinatie van substanties die onder post 3307 moeten worden ingedeeld, is niet van belang of indelingsregel 3b of 3c moet worden toegepast. De combinaties dienen derhalve ook onder post 3307 te worden ingedeeld.
5.7. Gelet op het vorenoverwogene heeft verweerder de zeven producten in de bestreden uitspraken op bezwaar juist ingedeeld en dienen de beroepen ongegrond te worden verklaard.
6. Proceskosten
De rechtbank ziet bij deze uitkomst van de procedures geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
7. Beslissing
De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.H.L.C. Bijvoet, voorzitter, mr. A.J. Roke en
mr. A. van Dongen, rechters, in tegenwoordigheid van E. Hoekman, griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 30 januari 2012.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (douanekamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.