ECLI:NL:RBHAA:2012:5165

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
21 november 2012
Publicatiedatum
12 juni 2013
Zaaknummer
187849 / HA ZA 11-1129
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verificatie in faillissement met betrekking tot hypotheekrecht en benadeling van schuldeisers

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 21 november 2012 uitspraak gedaan in een renvooiprocedure die volgde op het faillissement van Benuara B.V. Eiseres tot verificatie, Rechtstaete Vastgoedadvocaten & Belastingadviseurs B.V., vorderde erkenning van haar vordering als preferente vordering op de verkoopopbrengst van een appartementsrecht dat door de curator van Benuara was verkocht. De curatoren van Benuara en Bouw- en Aannemingsbedrijf K. Pals B.V. voerden verweer en stelden dat de vestiging van het hypotheekrecht door Rechtstaete paulianeus was, omdat deze benadeling van de schuldeisers van Benuara met zich meebracht.

De rechtbank heeft vastgesteld dat Benuara in financiële problemen verkeerde ten tijde van de vestiging van het hypotheekrecht en dat zowel Benuara als Rechtstaete wetenschap hadden van de benadeling van de schuldeisers. De rechtbank oordeelde dat de curator van Benuara het hypotheekrecht terecht had vernietigd, omdat het als paulianeus moest worden aangemerkt. De vordering van Rechtstaete werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de curatoren.

De uitspraak benadrukt de vereisten voor het vaststellen van paulianeus handelen en de rol van wetenschap van benadeling bij de vestiging van hypotheekrechten in faillissementssituaties. De rechtbank concludeerde dat de vestiging van het hypotheekrecht niet alleen onterecht was, maar ook dat Rechtstaete onvoldoende bewijs had geleverd om haar stellingen te onderbouwen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK HAARLEM

Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 187849 / HA ZA 11-1129
Vonnis van 21 november 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RECHTSTAETE VASTGOED ADVOCATEN & BELASTINGADVISEURS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres tot verificatie,
advocaat mr. M.H.F. van Buuren,
tegen

1.MR. A.J. TEKSTRA Q.Q.

in hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap
Benuara B.V.,
kantoorhoudende te Amsterdam,
verweerder tot verificatie,
advocaat mr. M.A.M.J. Stücken,

2.H. DE CONINCK-SMOLDERS Q.Q.

in hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap
Bouw- en Aannemingsbedrijf K. Pals B.V.,
kantoorhoudende te Amsterdam,
verweerster tot verificatie,
advocaat mr. R.A.W. Jungschläger.
Eiseres tot verificatie zal hierna Rechtstaete worden genoemd. Verweerders tot verificatie zullen worden aangeduid als de curator van Benuara en de curator van Pals, en gezamenlijk als de curatoren.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 28 maart 2012
  • het proces-verbaal van comparitie van 18 juli 2012.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In januari 2005 is Benuara B.V. (hierna: Benuara) opgericht in verband met een bouwproject betreffende een pand gelegen aan het Nassauplein te Haarlem.
2.2.
Van 18 januari 2005 tot 13 juni 2007 waren Bellavista Vastgoed B.V. en Holdingmaatschappij Eref B.V. (hierna: Eref) statutair bestuurder van Benuara.
2.3.
Benuara heeft het gebouw aan het Nassauplein te Haarlem aangekocht, heeft dit laten verbouwen tot een wooncomplex met appartementen en heeft het merendeel van deze appartementen vervolgens verkocht.
2.4.
Bouw- en Aannemingsbedrijf K. Pals B.V. (hierna: Pals) heeft in opdracht van Benuara ten behoeve van het project Nassauplein werkzaamheden verricht.
2.5.
Volmer c.s. Vastgoed B.V. (hierna: Volmer Vastgoed) en The E-Mind Company B.V. (hierna: E-Mind) hebben management werkzaamheden verricht voor Benuara.
2.6.
Rechtstaete Vastgoedadvocaten & Belastingsadviseurs B.V. (hierna: Rechtstaete) heeft voor Benuara juridische diensten verleend.
2.7.
Op 12 april 2007 heeft Pals voor een bedrag van € 325.000,- conservatoir beslag gelegd op een aan Benuara toebehorend appartementsrecht dat is gelegen aan het Nassauplein 2 te Haarlem (hierna: het appartementsrecht).
2.8.
Pals is met ingang van 13 juni 2007 aangesteld als enig statutair bestuurder van Benuara.
2.9.
Op 17 juli 2007 heeft Rechtstaete drie aanmaningen gestuurd met betrekking tot onbetaalde facturen voor een bedrag van totaal € 78.522,85. In één van die aanmaningen worden rechtsmaatregelen aangekondigd.
2.10.
Op 11 oktober 2007 heeft Benuara ten gunste van Rechtstaete, Volmer Vastgoed en E-Mind gezamenlijk een eerste recht van hypotheek gevestigd voor een totaal bedrag van (in hoofdsom) € 163.500 op het appartementsrecht. De hypotheekakte vermeldt dat de vorderingen van Rechtstaete, Volmer Vastgoed en E-Mind op Benuara op dat moment respectievelijk € 85.000,-, € 29.500,- en € 49.000,- bedroegen. De akte vermeldt tevens dat het appartementsrecht is bezwaard met (onder meer) het door Pals gelegde conservatoir beslag.
2.11.
Op 11 oktober 2007 heeft Benuara tevens een recht van tweede hypotheek op het appartementsrecht gevestigd voor een bedrag van (in hoofdsom) € 325.000,- ten gunste van Pals.
2.12.
Bij vonnis van 15 april 2008 is Benuara failliet verklaard.
2.13.
De curator van Benuara heeft Volmer Vastgoed, E-Mind, Rechtstaete en Pals per brief bericht dat hij de vestiging van de eerste en tweede hypotheekrechten op het appartementsrecht paulianeus acht en deze vernietigt.
2.14.
Op 1 maart 2011 heeft de curator van Benuara het appartementsrecht vrij van hypotheken verkocht en geleverd voor een bedrag van € 251.946,- (incl. btw).
2.15.
Tijdens de verificatievergadering in het faillissement van Benuara, gehouden op 10 november 2011, heeft de curator van Benuara de preferentie van de vordering van Credit Retrieve (ten bedrage van € 78.169,69) en van de vordering van Rechtstaete (ten bedrage van € 85.263,22) betwist. De curator van de inmiddels failliet verklaarde Pals heeft zich daarbij aangesloten. De rechter-commissaris heeft partijen, daar hij hen niet heeft kunnen verenigen, verwezen naar deze renvooiprocedure.
2.16.
De curator van Pals heeft tegenover de curator van Benuara aangegeven dat zij afstand doet van het recht op voorrang voortvloeiend uit het tweede hypotheekrecht.

3.Het geschil

3.1.
Rechtstaete vordert  samengevat - dat de rechtbank de vorderingen van Rechtstaete ten bedrage van € 85.263,22, vermeerderd met de daarover verschuldigde handelsrente, als preferente vordering (met als rang recht van 1e hypotheek) verifieert en erkent en de curator van Benuara opdraagt de vordering van Rechtstaete te erkennen en die vordering te plaatsen op de lijst van erkende preferente schuldeisers in het faillissement van Benuara, met veroordeling van de curator van Benuara in de proceskosten.
3.2.
De curatoren voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De curatoren betwisten dat Rechtstaete een preferentie op de verkoopopbrengst van het door de curator verkochte appartementsrecht kan doen gelden in verband met het recht van eerste hypotheek dat Rechtstaete, tezamen met Volmer Vastgoed en E-Mind, op het appartementsrecht zou hebben. De curatoren hebben daartoe onder meer aangevoerd dat de vestiging van het recht van eerste hypotheek ten behoeve van Rechtstaete paulianeus was en derhalve terecht door de curator van Benuara is vernietigd.
4.2.
Uit het debat tussen partijen blijkt dat tussen hen niet in geschil is dat de verlening van het recht van hypotheek moet worden aangemerkt als een onverplichte rechtshandeling. Evenmin is in geschil dat de schuldeisers van Benuara door de vestiging van het hypotheekrecht zijn benadeeld. Het geschil betreft de vraag of is voldaan aan het voor het gestelde paulianeus handelen geldende vereiste dat Benuara en, indien toepasselijk, degene met wie Benuara de rechtshandeling verrichtte (voor zover hier van belang: Rechtstaete) ten tijde van het verrichten van de bewuste rechtshandeling wisten of behoorden te weten dat benadeling van de schuldeisers van Benuara daarvan het gevolg zou zijn.
4.3.
De curatoren stellen dat de verlening van het recht van hypotheek een rechtshandeling om niet was, wat tot gevolg heeft dat alleen wetenschap van benadeling bij Benuara vereist is. Nu het hypotheekrecht is gevestigd binnen één jaar voor de faillietverklaring, geldt bovendien het vermoeden van artikel 45 van de Faillissementswet (hierna: Fw), aldus de curatoren. Rechtstaete heeft gemotiveerd betwist dat sprake is van een rechtshandeling om niet. Daartoe voert zij aan dat zij met Benuara heeft afgesproken dat deze, als tegenprestatie voor het recht van hypotheek, de destijds opeisbare vorderingen van Rechtstaete pas op een later tijdstip hoefde te betalen.
4.4.
Het antwoord op de vraag of sprake is van een rechtshandeling om niet kan in het midden worden gelaten, zodat (eventuele) bewijslevering op dit punt achterwege kan blijven. Immers, ook als er veronderstellenderwijs van uit wordt gegaan dat de hypotheekverlening een rechtshandeling anders dan om niet was, slaagt het standpunt van de curatoren dat sprake is van paulianeus handelen. De rechtbank licht dit toe in de hierna volgende overwegingen.
4.5.
Als sprake is van een rechtshandeling anders dan om niet, dan zal niet alleen bij Benuara, maar ook bij Rechtstaete sprake moeten zijn van wetenschap van benadeling in de zin dat beide partijen wisten of behoorden te weten dat benadeling van de schuldeisers van Benuara daarvan het gevolg zou zijn.
4.6.
De curatoren hebben betoogd dat sprake was van een zodanige verwevenheid tussen Rechtstaete en Benuara, dat voor wat betreft de wetenschap van benadeling de vermoedens van artikel 43 Fw van toepassing zijn. De rechtbank ziet in hetgeen de curatoren in dat verband naar voren hebben gebracht echter geen aanleiding om van deze vermoedens uit te gaan.
4.7.
De curatoren hebben hun stelling dat zowel bij Benuara als bij Rechtstaete ten tijde van de vestiging van de hypotheek sprake was van wetenschap van benadeling als volgt onderbouwd. Op het moment van hypotheekverlening, op 11 oktober 2007, was Benuara niet in staat om de aanzienlijke vorderingen van haar crediteuren van totaal € 650.000 te voldoen, diverse crediteuren hadden bovendien Benuara gesommeerd om tot betaling over te gaan en sommige hadden zelfs al rechtsmaatregelen genomen (beslaglegging, gerechtelijke procedures). Daartegenover was er op 11 oktober 2007 nog maar één appartementsrecht dat nog niet was verkocht, welk appartementsrecht later slechts
€ 250.000 (incl. btw) heeft opgebracht. Dat ook Rechtstaete op de hoogte moet zijn geweest van de slechte financiële situatie van Benuara, volgt uit het feit dat ook haar facturen niet werden betaald. Rechtstaete heeft op 17 juli 2007 (een kleine 3 maanden vóór de hypotheekverlening) nog drie aanmaningen gestuurd die betrekking hadden op onbetaalde facturen voor een totaalbedrag van € 78.522,84, waarbij in één van die aanmaningen al rechtsmaatregelen werden aangekondigd.
4.8.
Rechtstaete heeft tijdens de comparitie van partijen verklaard dat zij destijds wel onder ogen heeft gezien dat het vestigen van een hypotheekrecht mogelijkerwijs paulianeus zou kunnen zijn, maar betoogt dat zij uiteindelijk toch mocht menen dat geen sprake was van paulianeus handelen. Volgens Rechtstaete was er namelijk slechts sprake van een tijdelijk liquiditeitsprobleem bij Benuara dat zou worden opgelost door de verkoop van de appartementsrechten die Benuara nog in eigendom had. Meer specifiek heeft zij gesteld dat er - ook ten tijde van de vestiging van de hypotheek - nog drie onverkochte, onbelaste appartementsrechten waren, ter waarde van ca. € 300.000 ieder, waar de schuldeisers uit konden worden voldaan. Het faillissement van Benuara en een tekort daarin waren om die reden voor Rechtstaete op dat moment niet met een redelijke waarschijnlijkheid te voorzien, aldus nog steeds Rechtstaete.
4.9.
Dat Rechtstaete destijds onder ogen heeft gezien dat de vestiging van het hypotheekrecht mogelijk paulianeus zou zijn, bevestigt dat zij zich volledig bewust was van de financiële problemen van Benuara. Dit brengt met zich dat het op de weg van Rechtstaete had gelegen om zich er destijds terdege van te vergewissen dat andere schuldeisers van Benuara door de vestiging van het recht van hypotheek niet zouden worden benadeeld. In lijn daarmee had Rechtstaete, nadat de curatoren bij conclusie van antwoord uitdrukkelijk hadden betwist dat op het moment van hypotheekvestiging nog drie onverkochte appartementen aanwezig waren, concreet moeten kunnen aangeven waarop haar stelling dat dit wel het geval was gebaseerd was en hoe zij dat zou kunnen aantonen. Rechtstaete heeft dit nagelaten. Daarbij komt dat zij ook niet kon verklaren waarom Rechtstaete, E-Mind, Volmer Vastgoed en Pals, als er inderdaad drie onverkochte appartementsrechten waren met een waarde van ca. € 300.000 ieder, als zekerheid voor hun openstaande vorderingen hypotheekrechten hebben genomen voor een totaal bedrag van € 488.500,- op één en hetzelfde appartementsrecht. Nu Rechtstaete haar stellingen onvoldoende heeft weten te onderbouwen, komt de rechtbank niet toe aan bewijslevering. Het voorgaande betekent dat de rechtbank het ervoor houdt dat zowel bij Rechtstaete als bij Benuara sprake was van wetenschap van benadeling.
4.10.
Hetgeen hiervoor is overwogen leidt ertoe dat de curator van Benuara het eerste hypotheekrecht, voor zover dat is gevestigd ten behoeve van de vordering van Rechtstaete, terecht heeft vernietigd. De slotsom is dan ook dat het door Rechtstaete gevorderde moet worden afgewezen.
4.11.
Nu de vordering reeds moet worden afgewezen omdat de vestiging van het recht van hypotheek als paulianeus moet worden aangemerkt en derhalve rechtsgeldig is vernietigd, hoeft de kwestie betreffende het door Pals gelegde beslag niet meer besproken te worden.
4.12.
Rechtstaete zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
4.13.
De kosten aan de zijde van de curator van Benuara worden begroot op:
  • griffierecht 260,00
  • salaris advocaat
Totaal €  2.048,00
4.14.
De kosten aan de zijde van de curator van Pals worden begroot op:
  • griffierecht 260,00
  • salaris advocaat
Totaal €  1.601,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt Rechtstaete in de proceskosten, aan de zijde van de curator van Benuara tot op heden begroot op € 2.048,00 en aan de zijde van de curator van Pals tot op heden begroot op € 1.601,00,
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordeling in de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J.M. Burg en in het openbaar uitgesproken op 21november 2012.