Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met (aanvullende) producties van Brouwer
- de wijziging van eis in reconventie van Brouwer
- de eis in reconventie met producties van Van Dam
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Framroad
- de pleitnota van Brouwer
- de pleitnota van Van Dam
- de aanvullende pleitnota van Van Dam.
2.De feiten
ontbindt de overeenkomst van 30 augustus 1999;
ontbindt de overeenkomst van 7 september 1999;
veroordeelt gedaagden[voorzieningenrechter: waaronder Framroad]
tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan eiseres[voorzieningenrechter: de rechtsvoorganger van Van Dam]
een bedrag van € 125.100,46[…]
te vermeerderen met de wettelijke rente over
€ 45.741,05 vanaf 30 augustus 1999 tot aan de voldoening,
€ 68.067,03 vanaf 7 september 1999 tot aan de voldoening,
€ 6.726,38 vanaf 10 februari 2000 tot aan de voldoening,
€ 4.566,00 vanaf 15 januari 2002 tot aan de voldoening;
verbiedt Van Dam het vonnis van 3 november 2004 hangende het verzet daartegen in en buiten Nederland ten uitvoer te doen leggen, op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,- voor iedere overtreding van dit verbod en voor iedere dag dat die overtreding voortduurt, zulks met een maximum van EUR 500.000,-;
gebiedt Van Dam de reeds aangevangen tenuitvoerlegging(en) van het vonnis van 3 november 2004 binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te staken en gestaakte te houden, op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,- voor iedere overtreding van dit gebod en voor iedere dag dat die overtreding voortduurt, zulks met een maximum van EUR 500.000,-;
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
vernietigt het vonnis waartegen verzet voor zover daarbij:
vernietigt de overeenkomst van 30 augustus 1999 jegens Framroad;
vernietigt de overeenkomst van 7 september 1999 jegens Framroad;
wijst voor het overige het verzet af;
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie (Brouwer)
Framroad te veroordelen om aan Brouwer te betalen een bedrag van EUR. 5.850,00, zijnde de achterstallige liggelden voor de periode september 2008 tot en met september 2009, te vermeerderen met 19% BTW (EUR. 1111,50) en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente plus 3% op jaarbasis tot aan de dag der algehele voldoening;
Framroad te veroordelen om aan Brouwer te betalen een bedrag van EUR. 3.600,00, zijnde de achterstallige liggelden voor de periode januari 2012 tot en met augustus 2012, te vermeerderen met 19% BTW (EUR. 684,00) en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente plus 3% op jaarbasis tot aan de dag der algehele voldoening;
Framroad te veroordelen om aan Brouwer te betalen een vergoeding van € 450,- per maand voor huur van de ligplaats van de Pamina voor iedere maand dat de Pamina na augustus 2012 nog bij Brouwer is afgemeerd, te vermeerderen met 19% BTW en te vermeerderen met de wettelijke handelsrente plus 3% op jaarbasis tot aan de dag der algehele voldoening;
alle ten laste van Brouwer gelegde beslagen, waaronder het beslag op haar banktegoeden, voor het bedrag van € 179.916,10 waarvoor Framroad bij beschikking van 6 juli 2012 verlof heeft verkregen, binnen 24 uur na betekening van het in dezen te wijzen vonnis in kort geding op het heffen, op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 per dag, althans een door U.E.A. te bepalen dwangsom, voor elke dag of deel daarvan dat Framroad hieraan niet voldoet dan wel,voorzover U E.A. van mening zou zijn dat Framroad wel enige vordering jegens Brouwer zou hebben, te bepalen dat het beslag wordt beperkt tot aan het bedrag van €22,177,00 (exclusief BTW), zoals is bepaald in het rapport d.d. 3 juli 2012 van Rotgans Scheepsadviesbureau;
Voorzover het beslag nog niet is gelegd […] gedaagde te verbieden om het beslag waarvoor verlof is verleend alsnog te leggen zulks op straffe van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag af dagdeel dat gedaagde wel over gaat tot het leggen van dit beslag;
Framroad te veroordelen in de kosten van het geding, inclusief de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en – voor het geval voldoening van de (na) kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn van voldoening.
5.Het geschil in reconventie (Van Dam)
te veroordelen tot betaling van (€ 11.508,79 + € 6.460,79 =) € 17.969,58 terzake van verschuldigde huurpenningen en rente en
in de kosten van de reconventie.
b.is voorwaardelijk ingesteld, voor het geval de vordering in conventie van Framroad tot verplaatsen van de Pamina wordt toegestaan.
6.De beoordeling in conventie
bouwvan de Pamina, welke kosten volgens artikel 1 lid 1 sub
l. van het Beslagverdrag onder een zeerechtelijke vordering dienen te worden begrepen, zodat daarvoor scheepsbeslag kon worden gelegd op de Pamina.
NJ2010, 139).
816,00
816,00
7.De beoordeling in reconventie (Brouwer)
8.De beoordeling in reconventie (Van Dam)
€ 408,00(factor 0,5 × tarief € 816,00)