ECLI:NL:RBHAA:2011:BW4469

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
22 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
Zaak/rolnummer: 501381/ CV EXPL 11-2920
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vertraging van vluchten en compensatie op basis van Verordening (EG) 261/2004

In deze zaak vorderden [A.] c.s. een schadevergoeding van Swiss Airlines wegens vertraging van hun vlucht op 15 februari 2009. De eisers, vertegenwoordigd door mr. R. Bos, hadden vluchten geboekt van Cairo naar Zürich en van Zürich naar Amsterdam. Door een technisch mankement vertrok de eerste vlucht met een vertraging van 1 uur en 28 minuten, waardoor zij de aansluitende vlucht naar Amsterdam misten. De eisers claimden compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) 261/2004, die compensatie biedt bij vertragingen en annuleringen van vluchten. Swiss Airlines, vertegenwoordigd door mr. E.C. Douma, betwistte de vordering en voerde aan dat de eisers niet tijdig hadden geclaimd en dat de vertraging van de eerste vlucht geen recht op compensatie gaf voor de tweede vlucht, omdat deze als twee onafhankelijke vluchten werden beschouwd. De kantonrechter verwierp het verweer van Swiss Airlines dat de Verordening niet van toepassing was, maar oordeelde dat de eisers onvoldoende bewijs hadden geleverd om recht op compensatie voor beide vluchten te onderbouwen. De rechter concludeerde dat de vordering ongegrond was en wees deze af, waarbij de proceskosten voor rekening van de eisers kwamen. Het vonnis werd uitgesproken op 22 december 2011.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
Zaak/rolnummer: 501381/ CV EXPL 11-2920
Datum uitspraak: 22 december 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[A.]
[B.],
[C.],
[D.],
[E.]
wonende te [woonplaats]
eisers,
hierna te noemen: [A.] c.s.,
gemachtigde: mr. R. Bos,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht (aktiengesellschaft)
SWISS INTERNATIONAL AIRLINES LTD,
kantoorhoudende te Luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde,
hierna te noemen: Swiss Airlines,
gemachtigde: mr. E.C. Douma.
De procedure
[A.] c.s. heeft Swiss Airlines gedagvaard op 14 februari 2011. Swiss Airlines heeft schriftelijk geantwoord. Nadat de kantonrechter had beslist dat de zaak zich niet leent voor een comparitie van partijen na antwoord, heeft [A.] c.s. schriftelijk op het antwoord gereageerd en tevens de eis vermeerderd, waarna Swiss Airlines nog een schriftelijke reactie heeft gegeven.
De feiten
a. [A.] c.s. heeft bij Swiss Airlines vluchten geboekt van Cairo naar Zürich en van Zürich naar Amsterdam.
b. Op basis van die boeking zou Swiss Airlines [A.] c.s. op 15 februari 2009 om 15.55 uur lokale tijd vanuit Cairo per vliegtuig met vluchtnummer LX237 naar Zürich vervoeren (geplande aankomsttijd 19.10 uur lokale tijd) en om 20.36 uur lokale tijd met vluchtnummer LX736 van Zürich naar Amsterdam vervoeren (geplande aankomsttijd 22.05 lokale tijd).
c. Voor eerstgenoemde vlucht heeft Van’t Hoff c.s. zich op tijd en in bezit van de juiste reisdocumenten gemeld bij de incheckbalie op het vliegveld.
d. Tengevolge van een technisch mankement is het vliegtuig met vluchtnummer LX237 op 15 februari 2009 om 17.43 uur lokale tijd uit Cairo vertrokken en op dezelfde dag om 20.38 uur lokale tijd in Zürich aangekomen (een vertraging van één uur en 28 minuten).
e. Door de vertraging heeft [A.] c.s. de - op tijd vertrokken - vlucht van Zürich naar Amsterdam gemist.
f. [A.] c.s. is op 16 februari 2009 om 7.20 uur lokale tijd alsnog van Zurich naar Amsterdam vervoerd (aankomsttijd 09.00 uur lokale tijd).
De vordering
[A.] c.s. vordert - samengevat en na vermeerdering van eis - veroordeling van Swiss Airlines tot betaling van € 2.178,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.000,-- vanaf 15 februari 2009 tot aan de dag van de algehele voldoening.
[A.] c.s. legt aan de vordering ten grondslag dat Swiss Airlines de overeenkomst niet is nagekomen doordat [A.] c.s. 11 uur later dan afgesproken op Schiphol is geland.
[A.] c.s. maakt aanspraak op de wettelijke compensatiebedragen van € 400,-- per passagier, volgens artikel 7 van de EG-verordening 261/2004. Ondanks ter zake gestuurde aanmaningen blijft Swiss Airlines weigeren om deze bedragen te voldoen. Swiss Airlines heeft [A.] c.s. genoodzaakt de vordering ter incasso uit handen te geven en de daaraan verbonden buitengerechtelijke incassokosten van € 178,50, dienen dan ook voor rekening van Swiss Airlines te komen. Door niet tijdig aan haar betalingsverplichtingen is Swiss Airlines de wettelijke rente verschuldigd geworden.
Het verweer
Swiss Airlines betwist de vordering. Zij beroept zich er primair op dat de geldende vervaltermijn van twee jaren is overschreden: de dagvaarding is uitgebracht op 14 februari 2011, terwijl [A.] c.s. schade claimt als gevolg van de vertraagde vlucht van 15 januari 2009. In de dagvaarding is de schriftelijke boeking niet overgelegd, en deze omstandigheid moet voor rekening van [A.] c.s. komen.
Swiss Airlines voert - subsidiair - het volgende aan.
[A.] c.s. heeft twee vluchten op 15 februari 2009 geboekt, te weten van Cairo naar Zürich (LX237) en van Zürich naar Amsterdam (LX736). De vlucht LX237 is door een technisch mankement met een vertraging van één uur en 28 minuten in Zürich aangekomen. Op dat moment was de vlucht met het nummer LX736 al vertrokken. [A.] c.s. heeft zich hierdoor niet op tijd gemeld voor deze vlucht.
De beoordeling
Swiss Airlines heeft eerst bij dupliek als exceptief verweer aangevoerd dat de Verordening niet op de onderhavige vluchten van toepassing zou zijn.
Dit verweer wordt verworpen op de enkele grond dat een dergelijk verweer volgens de wet niet later dan bij conclusie van antwoord kan worden opgeworpen.
Het beroep op de niet-ontvankelijkheid van [A.] c.s. faalt. Weliswaar heeft Van ‘t
Hoff c.s. verzuimd om in de dagvaarding de juiste vluchtdatum te vermelden, en heeft hij ook de schriftelijke boeking niet in het geding gebracht, dit kan evenwel niet tot de niet-
ontvankelijkheid van [A.] c.s. leiden. Vast staat immers dat de vluchten op 15 en 16 februari 2009 zijn uitgevoerd. Hieruit volgt dat de vordering met de op 14 februari 2011 betekende dagvaarding tijdig is ingesteld.
Swiss Airlines voert verder aan dat de schadeclaim van [A.] c.s. moet worden beoordeeld met als uitgangspunt dat sprake is geweest van twee vluchten, te weten die van Cairo naar Zürich (LX237) en van Zürich naar Amsterdam (LX736). De vertraging van de eerste vlucht (van 1 uur en 28 minuten) rechtvaardigt geen compensatie op grond van de Verordening. Op de tweede vlucht is de Verordening niet van toepassing omdat [A.] c.s. zich voor die vlucht niet heeft gemeld, aldus Swiss Airlines.
[A.] c.s. stelt dat er sprake is van één vlucht die bestaat uit twee segmenten, van Cairo naar Amsterdam, als blijkt uit het feit dat sprake is van één boeking. Voor het recht op compensatie in de zin van artikel 7 van de Verordening is de vertraging op de eindbestemming van doorslaggevende betekenis.
Ter beoordeling staat of de door [A.] c.s. gedurende de reis van Cairo via Zürich naar Amsterdam opgelopen vertraging tot vergoedingsplicht van Swiss Airlines op grond van
de Verordening leidt.
Het begrip “vlucht” is in de jurisprudentie gedefinieerd als “een luchtvervoerhandeling die wordt uitgevoerd door de luchtvaartmaatschappij die het traject ervan vaststelt”. Op basis van deze definitie moet worden geoordeeld dat de reis van [A.] c.s. op 15/16 februari 2009 heeft bestaan uit twee onafhankelijke vluchten, te weten de trajecten Cairo-Zürich en Zürich-Amsterdam. Weliswaar heeft [A.] c.s. deze vluchten in één boeking gekocht, dit laat onverlet dat feitelijk van twee vluchten sprake is geweest. Dit impliceert ook dat er twee eindbestemmingen zijn geweest, te weten Zürich en Amsterdam. Het recht op compensatie volgens de Verordening moet dan ook beoordeeld worden aan de hand van de voor ieder van deze bestemmingen opgelopen vertraging.
[A.] c.s. heeft evenwel onvoldoende gesteld om te kunnen beoordelen of voor de twee afzonderlijke vluchten recht op compensatie bestaat, zodat de vordering als ongegrond moet worden afgewezen.
De proceskosten komen voor rekening van [A.] c.s. omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt [A.] c.s. tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Swiss Airlines tot en met vandaag worden begroot op € 300,-- aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Dubois en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.