ECLI:NL:RBHAA:2011:BW2429

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
19 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15-840077-09
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. drs. J.W.H.G. Loyson
  • mr. J.J.M. Uitermark
  • mr. J.H. Crijns
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van witwassen, schuldheling en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 19 december 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van medeplegen van witwassen, schuldheling en handelen in strijd met de Wet wapens en munitie. De tenlastelegging omvatte vier feiten, waarbij de verdachte in de periode van 1 januari 2006 tot en met 16 juni 2009 betrokken was bij het verwerven en voorhanden hebben van aanzienlijke geldbedragen en goederen waarvan zij redelijkerwijs moest vermoeden dat deze afkomstig waren uit misdrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte een bedrag van 108.885,22 euro heeft gewassen, en dat zij op 16 juni 2009 een gaspistool en munitie in haar bezit had. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte sieraden ter waarde van 11.700 euro heeft verworven, waarvan zij ook moest vermoeden dat deze van misdrijf afkomstig waren.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot bewezenverklaring van alle feiten gehonoreerd, met uitzondering van feit 4, waarvoor de verdachte is vrijgesproken. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de wetenschap van de verdachte met betrekking tot de sieraden die onder feit 4 zijn genoemd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, waarbij de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, zijn meegewogen. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen goederen verbeurd verklaard en onttrokken aan het verkeer, waaronder het alarmpistool en de knalpatronen. De uitspraak is gedaan in het kader van de integriteit van het financieel en economisch verkeer, waarbij het handelen van de verdachte een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich meebracht.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/840077-09
Uitspraakdatum: 19 december 2011
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 5 december 2011 in de zaak tegen:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1 (zaaksdossier B02):
zij in of omstreeks de periode van 1 januari 2006 tot en met 16 juni 2009, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, te Nieuwegein en/of Molenschot en/of elders in Nederland, een geldbedrag van 146.847,96 euro (de waarde vertegenwoordigend van het totaal van een of meer contante geldbedragen en/of transacties en/of (onder meer) (betalingen voor) de aankoop van een of meer chalet(s) en/of een of meer voertuig(en) en/of diverse (luxe) goederen en/of reizen van verdachte(n)), in elk geval enig geldbedrag en/of enig(e) goed(eren), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van bovengenoemd geldbedrag en/of goed(eren), gebruik heeft gemaakt, terwijl zij en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven geldbedrag en/of goed(eren) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
feit 2 (zaaksdossier B03):
hij op of omstreeks 16 juni 2009 te Molenschot een of meer vuurwapen(s) van categorie III, te weten een gaspistool (van het merk Reck, type Double Eagle), en/of munitie van categorie III, te weten 100 knalpatronen van het kaliber 9 mm, voorhanden heeft gehad;
feit 3 (zaaksdossier B04 I):
zij in of omstreeks de periode van 30 december 2008 tot en met 16 juni 2009 te Molenschot en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer siera(a)d(en) (met een totale nieuwwaarde van 14.200 euro), te weten:
- een witgouden tennisarmband met smaragd slijpsel (p. 375, nr 4) en/of
- een veertien karaat gouden ring met een robijn en geel saffier (p. 375, nr 12) en/of
- een wit gouden sieraad en/of (daarbij) een (geel) gouden hanger in de vorm van een sabel, waarin diamanten zijn verwerkt (p. 375, nr 20) en/of
- een wit gouden ketting met een geslepen amethist en diamanten (p. 376, nr 21) en/of
- een wit gouden ring met een champagne kleurige diamant (p.376, nr. 25/26), (telkens) in elk geval enig(e) siera(a)d(en), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en/of haar mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat siera(a)d(en) wist(en), althans redelijkerwijs moesten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
feit 4 (zaaksdossier B04 II):
zij op of omstreeks 16 juni 2009 te Molenschot, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meer siera(a)d(en), te weten:
- een paar (ronde) witgouden oorbellen (met in totaal 60 briljanten) (p. 371, nr. 1) en/of
- een sieradenset (bestaande uit een gouden ketting, een paar gouden oorbellen, een gouden ring en een gouden armband) (p. 371, nr. 2) en/of
- een dunne ketting van 18 karaats witgoud (p. 371, nr. 4) en/of - een ketting van 14 karaats witgoud (p. 371, nr. 5) en/of
- een ketting van 18 karaats goud (p. 371, nr. 6) en/of
- een paar (ronde) witgouden oorbellen (met in totaal 68 briljanten) (p. 371, nr. 8) en/of
- een witgouden armband met grove schakels (Chapard) (p. 371, nr. 9) en/of
- een hanger van goud/staal (in de vorm van een zon aan een leren koord) (p. 371, nr. 10) en/of
- een ketting van witgoud (p. 371, nr 11) en/of
- een slavenarmband (met rose goud met 76 briljanten) (p. 371, nr 15) en/of
- een ring van rose goud (met 175 briljanten) (p. 371, nr 16) en/of
- een hanger van goud/staal (in de vorm van een hart aan een leren koord) (p. 371, nr. 17) en/of
- een armband van goud en witgoud (p. 371, nr. 18), (telkens) in elk geval enig(e) siera(a)d(en), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl zij en/of haar mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat siera(a)d(en) wist(en), althans redelijkerwijs moesten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden. Ten aanzien van de in beslag genomen goederen waarop conservatoir beslag rust, hoeft de rechtbank geen beslissing te nemen. Dit conservatoir beslag zal voortduren en het openbaar ministerie is voornemens deze goederen aan verdachte te ontnemen. De goederen onder de nummers 58 en 59 van de beslaglijst, het alarmpistool en de knalpatronen, dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Alle overige goederen, waarop geen conservatoir beslag rust dienen verbeurd verklaard te worden.
4. Bewijs
4.1. Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 4 ten laste is gelegd. Uit het dossier is onvoldoende gebleken dat de sieraden die onder feit 4 zijn genoemd en die op 16 juni 2009 bij gelegenheid van de doorzoeking van het chalet van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn aangetroffen, van een misdrijf afkomstig zijn. Verdachte dient derhalve van dit feit te worden vrijgesproken.
4.2. Bewijsverweren
feit 1
Legale inkomsten [medeverdachte]
De raadsman van verdachte heeft als verweer gevoerd dat door de Koninklijke Marechaussee uitsluitend is onderzocht of medeverdachte [medeverdachte] in Nederland legale inkomsten had en of hij in Nederland belastingplichtig was. Er is geen onderzoek gedaan naar legale inkomsten van [medeverdachte] in het buitenland of vermogen op een buitenlandse rekening. Nu hier geen onderzoek naar is gedaan, mag er niet zonder meer van worden uitgegaan dat medeverdachte [medeverdachte] in het geheel geen legale inkomsten en/of geen vermogen had.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
De rechtbank stelt vast dat het onderzoek in de onderhavige zaak geen direct bewijs heeft opgeleverd omtrent de illegale herkomst van het ten laste gelegde geldbedrag. Echter, bij de stand van zaken zoals deze uit het dossier naar voren komt, waarin sprake is van een aanzienlijk verschil tussen enerzijds de legale inkomsten en anderzijds de uitgaven van verdachte en haar medeverdachte [medeverdachte], is zonder meer sprake van een vermoeden van witwassen en is het aan de verdediging om minst genomen enige en verifieerbare onderbouwing te geven voor de stelling dat medeverdachte [medeverdachte] in het buitenland wel een legale bron van inkomsten heeft gehad en/of kon beschikken over vermogen op een buitenlandse rekening. Het enkel stellen dat de mogelijkheid bestaat dat [medeverdachte] buiten Nederland legale inkomsten genereert en/of geld op een bankrekening heeft staan, is daartoe onvoldoende. De rechtbank gaat er derhalve vanuit dat medeverdachte [medeverdachte] in de ten laste gelegde periode geen legale inkomsten of vermogen heeft gehad.
feit 2 en 3
Ontbreken opzet/wetenschap
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat, nu de in de tenlastelegging genoemde sieraden in de kluis in chalet [aanduiding X] zijn aangetroffen, er niet van mag worden uitgegaan dat alle bewoners weten wat zich in die kluis bevindt noch daartoe toegang hebben. Nu verklaringen op dit punt ontbreken, is er onvoldoende bewijs voor het opzet op c.q. de wetenschap van verdachte ten aanzien van hetgeen zich in de kluis bevindt. Verdachte dient derhalve van de heling te worden vrijgesproken.
Hetzelfde kan worden gesteld voor het in het chalet aangetroffen wapen en de munitie. Er mag niet zonder meer van worden uitgegaan dat beide bewoners van het chalet op de hoogte waren van de aanwezigheid van het wapen en de munitie. Verdachte dient derhalve ook van het voorhanden hebben van het wapen en de munitie te worden vrijgesproken.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
De gestolen goederen zijn aangetroffen in de kluis in chalet [aanduiding X] op het [naam recreatiecentrum] te Molenschot. Zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte] verbleven in dat chalet. Nu verklaringen van verdachte en [medeverdachte] met betrekking tot het al dan niet toegang hebben tot de kluis en de wetenschap over wat er in de kluis lag ontbreken, gaat de rechtbank er vanuit dat zowel verdachte als [medeverdachte] in de periode van 30 december 2008 tot en met 16 juni 2009 konden beschikken over de goederen in de kluis. Dit geldt in beginsel ook voor de aanwezigheid van het wapen en de munitie in de woning, met dien verstande dat [medeverdachte] op 16 juni 2009 gedetineerd zat en op die datum feitelijk niet direct kon beschikken over het betreffende wapen met bijbehorende munitie.
feit 3
Labeltjes sieraden
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat de labeltjes die zich aan de sieraden bevonden, niet door [benadeelde] zijn herkend. Deze labeltjes duiden erop dat de sieraden in het bovengrondse circuit van een juwelier afkomstig zijn. Het is derhalve goed mogelijk dat verdachte en/of [medeverdachte] de sieraden van een juwelier hebben gekocht en deze te goeder trouw in hun bezit hadden. Op voorhand mag derhalve er niet van worden uitgegaan dat de sieraden van misdrijf afkomstig zijn.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Uit de foto's op pagina 375 en 376 van het dossier blijkt dat bij het sieraad op de eerste foto, de witgouden tennisarmband met smaragd slijpsel, drie losse labels liggen. Deze labels zijn niet aan het sieraad bevestigd en ook anderszins is niet gebleken dat die labels bij dit sieraad horen. Op de tweede foto is wel een label bevestigd aan de veertien karaat gouden ring met een robijn en geel saffier. Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte van de heling van dit sieraad dient te worden vrijgesproken, nu niet kan worden uitgesloten dat verdachte en/of [medeverdachte] dit sieraad op legale wijze hebben verkregen. Ten aanzien van de overige sieraden, waaraan geen label is bevestigd, gaat het verweer van de raadsman niet op.
4.3. Redengevende feiten en omstandigheden [1]
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van het volgende:
feit 1:
Verdachte woont sinds 2006[2] samen met medeverdachte [medeverdachte] op recreatiecentrum [naam recreatiecentrum] te Molenschot. Samen met hun drie kinderen verblijven ze in chalet [aanduiding X]. Chalet [aanduiding Y] staat eveneens op naam van verdachte. [medeverdachte] rijdt in een zwarte Audi stationwagen en verdachte in een zwarte Mercedes-Benz M-klasse.[3] Het chalet [aanduiding X] is in 2006 door [getuige B][4] gekocht voor € 34.000,- van [getuige C].[5] [Getuige B] heeft echter nooit in het chalet gewoond. Zij heeft het direct ter beschikking gesteld aan verdachte en [medeverdachte] en die hebben ook alle kosten voor hun rekening genomen.[6]
Uit onderzoek is gebleken dat verdachte in de periode van 1 januari 2006 tot en met 16 juni 2009 € 44.062,74 euro aan inkomsten uit werk en uitkering heeft genoten.[7] Van [medeverdachte] zijn in het geheel geen legale inkomsten bekend.[8]
Naar aanleiding van bovenstaande bevindingen is het vermoeden ontstaan dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] op andere dan legale wijze inkomsten hebben verworven. Op 16 juni 2009 heeft een doorzoeking plaatsgevonden van chalet [aanduiding X] en zijn diverse goederen, waaronder sieraden, horloges en geld, in beslag genomen.[9]
In totaal hebben verdachte en [medeverdachte] in de periode van 1 januari 2006 tot en met 16 juni 2009 een bedrag van € 157.629,52 aan uitgaven gedaan.[10] Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
• € 637,37 aan kasstortingen bij de ABN-AMRO-bank op rekening van verdachte[11]
• € 16.130,50 aan moneytransfers;[12] [13] [14]
• € 21.541,19 aan betalingen voor standplaats chalet [aanduiding X] op het [naam recreatiecentrum];[15] [16] [17] [18]
• € 34.000,- voor de aankoop van het chalet op standplaats [aanduiding X];[19]
• € 1.338,75 voor een factuur van de Gelderse Steenhouwerij VOF;[20] [21]
• € 3.800,- voor een factuur van gordijnboetiek Ella;[22] [23]
• € 36.000,- voor de aankoop van de Audi RS6 met kenteken [kenteken];[24] [25]
• € 15.450,-, is de waarde van de Mercedes type ML 270 CDI met kenteken [kenteken] op naam van verdachte;[26] [27]
• € 950,- aan een storting op detentierekening van [medeverdachte];[28] [29]
• € 489,35 voor een factuur van bouwcenter Nelemans;[30] [31]
• € 450,- voor facturen van Doggy's Holiday;[32] [33]
• € 639,50 voor een factuur van het reisbureau;[34] [35]
• € 803,- voor een factuur van de Mediamarkt;[36] [37]
• € 2502,90 aan het onderhoud van de Audi RS6 DO-MA 144 van [medeverdachte];[38] [39] [40] [41]
• € 204,94 voor een factuur van Leen Bakker;[42] [43]
• € 2500,- voor een betaling advocaat van [medeverdachte];[44] [45]
• € 20.192,02 aan bedragen die verdachte en [medeverdachte] volgens het Nibud in de jaren 2006 tot en met 2009 aan levensonderhoud moeten hebben uitgegeven.[46] [47]
De legale inkomsten over genoemde periode bedragen € 48.744.30 en dit bedrag is als volgt opgebouwd:
• € 44.062,74 aan inkomsten van [naam werkgever] en uitkeringen van de gemeente Nieuwegein die verdachte heeft genoten in genoemde periode;[48]
• € 9.780,- aan kasopnames die verdachte van haar rekening heeft gedaan.[49] [50]
Bij haar aanhouding op 16 juni 2009 is in de handtas van verdachte een bedrag van € 3.850,- (bestaande uit 77 bankbiljetten van 50 euro)[51] aangetroffen. Voorts is in chalet [aanduiding X] een bedrag van 1600 US dollar, dat overeenkomt met € 1.248,44, aangetroffen.[52] [53]
Het aangetroffen geld dient in mindering te worden gebracht op de legale inkomsten, waardoor het totale bedrag dat verdachte aan legale inkomsten heeft gehad uitkomt op
€ 48.744,30. [Medeverdachte] heeft geen legale inkomsten gehad in genoemde periode.
Het verschil tussen de legale inkomsten en de uitgaven van verdachte en [medeverdachte] bedraagt derhalve € 108.885,22.
Noch verdachte noch [medeverdachte] hebben een verklaring voor dit aanzienlijke verschil in inkomsten en uitgaven gegeven. Beiden hebben zich bij hun verhoren door de Koninklijke Marechaussee beroepen op hun zwijgrecht. Verdachte heeft dit ook ter zitting gedaan.
Vorenstaande redengevende feiten en omstandigheden rechtvaardigen naar het oordeel van de rechtbank het vermoeden van witwassen. Derhalve mag van verdachte worden verlangd dat zij door het verschaffen van verifieerbare gegevens op punten die eenvoudig te achterhalen zijn een aannemelijke verklaring geeft voor het geconstateerde grote verschil in uitgaven en legale inkomsten. Nu een aannemelijke verklaring is uitgebleven, is de rechtbank mede gelet op de overige inhoud van het strafdossier, van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat het bedrag van € 108.885,22, middellijk of onmiddellijk, van misdrijf afkomstig was en dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte] hiervan op de hoogte waren.
feit 2:
In chalet [aanduiding X] op het recreatiepark [naam recreatiecentrum] te Molenschot, welke in gebruik was bij verdachte,[54] is bij de doorzoeking op 16 juni 2009 een gaspistool en munitie aangetroffen.[55] Het gaat om een gaspistool van het merk Reck, type Double Eagle met het kaliber 9 mm. Dit betreft een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie.[56] Daarnaast zijn er 100 knalpatronen in het chalet aangetroffen en in beslaggenomen. Deze knalpatronen zijn munitie in de zin van artikel 1, onder 4 gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.[57]
feit 3:
Op 30 december 2008 vond in Zwolle een diefstal van een groot aantal juwelen van [benadeelde] plaats.[58] Tijdens de doorzoeking van chalet [aanduiding X], welke in gebruik was bij verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn in de kluis diverse juwelen aangetroffen.[59] Aangeefster [benadeelde] heeft de volgende inbeslaggenomen juwelen herkend als degene die van haar zijn gestolen op 30 december 2008:
• een witgouden tennisarmband met smaragd slijpsel;
• een wit gouden sieraad met geel goud in de vorm van een sabel, waarin diamanten zijn
verwerkt;
• een gouden ketting met een geslepen amethist en diamanten;
• een wit gouden ring met een champagne kleurige diamant.
De totale waarde van deze sieraden bedraagt € 11.700,-.[60]
4.4 Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
feit 1 (zaaksdossier B02):
zij in de periode van 1 januari 2006 tot en met 16 juni 2009, tezamen en in vereniging met een ander, te Nieuwegein en/of Molenschot en/of elders in Nederland, gebruik heeft gemaakt van een geldbedrag van 108.885,22 euro, de waarde vertegenwoordigend van het totaal van een of meer contante geldbedragen en transacties en betalingen voor de aankoop van chalets en voertuigen en diverse goederen en reizen van verdachten, terwijl zij en haar mededader wisten, dat bovenomschreven geldbedrag en goederen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
feit 2 (zaaksdossier B03):
zij op 16 juni 2009 te Molenschot een vuurwapen van categorie III, te weten een gaspistool van het merk Reck, type Double Eagle, en munitie van categorie III, te weten 100 knalpatronen van het kaliber 9 mm, voorhanden heeft gehad;
feit 3 (zaaksdossier B04 I):
zij in de periode van 30 december 2008 tot en met 16 juni 2009 te Molenschot, tezamen en in vereniging met een ander, sieraden met een totale nieuwwaarde van 11.700 euro, te weten:
- een witgouden tennisarmband met smaragd slijpsel en
- een wit gouden sieraad en daarbij een geel gouden hanger in de vorm van een sabel, waarin diamanten zijn verwerkt en
- een wit gouden ketting met een geslepen amethist en diamanten en
- een wit gouden ring met een champagne kleurige diamant, voorhanden heeft gehad, terwijl zij en haar mededader ten tijde van het voorhanden krijgen van die sieraden redelijkerwijs moesten vermoeden dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in haar verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder feit 1, 2 of 3 meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Kwalificaties en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1: medeplegen van witwassen,
feit 2: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de wet wapens en munitie,
feit 3: medeplegen van schuldheling.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van de sancties
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
7.1. Hoofdstraf
Verdachte heeft zich samen met haar mededader schuldig gemaakt aan het witwassen van meer dan 100.000 euro. Door opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie te onttrekken en deze vervolgens zonder dat die illegale herkomst daarvan zichtbaar wordt in omloop te brengen, wordt de integriteit van het financieel en economisch verkeer aangetast. Bovendien bevordert het handelen van verdachte het plegen van delicten omdat zonder het verschaffen van een schijnbaar legale herkomst van criminele gelden, het genereren van illegale winsten een stuk minder lucratief zou zijn. Daarnaast heeft verdachte een wapen met bijbehorende munitie voorhanden gehad. Dit kan een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich brengen. Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van sieraden waarvan ze redelijkerwijs moest vermoeden dat deze een misdadige herkomst hadden. Door aldus te handelen heeft verdachte eraan bijgedragen dat deze misdrijven in stand blijven.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
7.2. Bijkomende straf
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen die betrekking hebben op het onder 1 ten laste gelegde witwas feit te weten, het geld, de autosleutel, de kentekenbewijzen, de verzekeringsbewijzen, een tweetal documenten en de kluis dienen te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat het onder 1 bewezenverklaarde feit met behulp van die voorwerpen die aan verdachte en medeverdachte [medeverdachte] toebehoren, zijn begaan of voorbereid.
7.3. Maatregel
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten het alarmpistool en de knalpatronen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het onder 2 bewezenverklaarde feit met betrekking tot die voorwerpen is begaan. Het ongecontroleerde bezit van het pistool en de bijbehorende munitie is in strijd met de wet.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
33, 33a, 36b, 36c, 47, 57, 417bis en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
26 en 55 van de Wet wapens en munitie
9. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van het haar onder feit 4 ten laste gelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.4. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1, 2 of 3 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van tien (10) maanden.
Verklaart verbeurd:
- (27) geld: 77 x 50 euro, inbeslaggenomen op 16-6-09, volgnr 27,
- (33) autosleutel Mercedes Benz, volgnr 26,
- (41) 2 stuks kentekenbewijs [kenteken motor], volgnr 35
- (42) 2 stuks verzekeringsbewijs [kenteken motor], volgnr 36,
- (45) geld: 16 x 100 US dollar, volgnr 45,
- (61) document, gebruiksaanwijzing Audi, volgnr 55,
- (62) kentekenbewijs Audi RS6 Duits, volgnr 56,
- (64) document, uitdraai reparaties [aanduiding], volgnr 58,
- (76) kluis, grijs, volgnr 70.
Onttrekt aan het verkeer:
- (58) alarmpistool, Colt Double Eagle + demper en magazijn volgnr 52,
- (59) 100 knalpatronen 9 mm volgnr 53.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
- (43) 10 stuks pen, st Dupont/ Montblanc, volgnr 37,
- (44) zilver kleurige Rolex pen, incl cartier doos, volgnr 38,
- (46) 4 stuks Cartier bril, verpakt in 3 doosjes, volgnr 39,
- (47) zilverkleurig horloge, Rolex Daytona, verpakt in doos, volgnr 40,
- (48) horloge Cartier Pasha, volgnr 41,
- (49) Rolex horloge voorzien van 10 steentjes, volgnr 42,
- (50) armband voorzien van goud en zilver, volgnr 43,
- (51) 5 stuks horlogeband, volgnr 44,
- (54) Cartier bril, verpakt in doos, volgnr 48,
- (55) zilverkleurige halsketting voorzien van steentjes, volgnr 49,
- (56) halsketting Bulgari, volgnr 50,
- (72) zilverkleurige halsketting, volgnr 72 aangetroffen in kluis,
- (75) zilverkleurige armband met steentjes, volgnr 75 verpakt in rode doos,
- (77) goudkleurige ring met vele steentjes, volgnr 77 aangetroffen in kluis,
- (78) ring, verpakt in bruin zakje, volgnr 73,
- (79) zilverkleurige armband voorzien van steentjes, volgnr 80,
- (80) zilverkleurige ring voorzien van 5 steentjes, volgnr 81,
- (81) hanger zwaard voorzien van steentje, volgnr 83,
- (82) dunne goudkleurige halsketting, volgnr 82 aangetroffen in kluis,
- (83) zilverkleurige halsketting voorzien van steentjes/ paars, volgnr 85,
- (84) 4 stuks label van sieraden, volgnr 87,
- (86) 2 stuks zilverkleurige halsketting, volgnr 86 aangetroffen in kluis.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. drs. J.W.H.G. Loyson, voorzitter,
mr. J.J.M. Uitermark en mr. J.H. Crijns, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. I. Hermans,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 19 december 2011.
mr. Crijns is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
[1] De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
[2] Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A] d.d. 4 juni 2009 (dossierpagina 1005).
[3] Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A] d.d.14 april 2009 (dossierpagina 1001-1003).
[4] Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] d.d. 25 augustus 2009 (dossierpagina 1028).
[5] Proces-verbaal van bevindingen verhoor van getuige [getuige C] d.d. 22 juli 2009 (dossierpagina 1025-1026).
[6] Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] d.d. 25 augustus 2009 (dossierpagina 1028).
[7] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 167) en de daaraan ten grondslag liggende mutatieoverzichten ING rekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [verdachte] (dossierpagina 791-983).
[8] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 165).
[9] Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1253 -1255).
[10] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 november 2011 (los in dossier).
[11] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 juni 2009 (dossierpagina 1109).
[12] Bijlage 4 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 222-224).
[13] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1290).
[14] MOT melding (dossierpagina 994-995).
[15] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 169).
[16] Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A] d.d. 4 juni 2009 (dossierpagina 1005).
[17] Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige B] d.d. 25 augustus 2009 (dossierpagina 1028).
[18] Huurovereenkomsten/facturen [naam recreatiecentrum] (dossierpagina 1068-1094).
[19] Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. tot het verhoor van getuige [getuige C] d.d. 22 juli 2009 (dossierpagina 1025-1026).
[20] Bijlage 12 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 286-287).
[21] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1289).
[22] Bijlage 12 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 288).
[23] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1312).
[24] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 oktober 2009 (dossierpagina 1217).
[25] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1254).
[26] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 juni 2009 (dossierpagina 1125-1126).
[27] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1254).
[28] Bijlage 12 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 290).
[29] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1299).
[30] Bijlage 12 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 291).
[31] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1289).
[32] Bijlage 12 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 292-293).
[33] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1289-1290).
[34] Bijlage 12 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 294).
[35] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1311).
[36] Bijlage 12 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 298).
[37] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1306).
[38] Bijlage 12 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 299-302).
[39] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1311).
[40] Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A] d.d. 14 april 2009 (dossierpagina 1002).
[41] Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige D] d.d. 16 juli 2009 (dossierpagina 1007-1008).
[42] Bijlage 12 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 304).
[43] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1289).
[44] Bijlage 12 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 305).
[45] Proces-verbaal van kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1299).
[46] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 170).
[47] Bijlage 13 bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 306-308).
[48] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 167).
[49] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 166).
[50] Mutatieoverzichten ING rekeningnummer [rekeningnummer] op naam van [verdachte] (dossierpagina 791-983).
[51] Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1300).
[52] Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1309).
[53] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 december 2009 (dossierpagina 168).
[54] Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige A] d.d.14 april 2009 (dossierpagina 1001-1003).
[55] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1254).
[56] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 oktober 2010 (los opgenomen).
[57] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 oktober 2010 (los opgenomen).
[58] Proces-verbaal van aangifte van aangeefster [benadeelde] d.d. 31 december 2008 (dossierpagina 379-382).
[59] Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 17 juni 2009 (dossierpagina 1254).
[60] Proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 augustus 2009 (dossierpagina 1227).