ECLI:NL:RBHAA:2011:BV6004

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
23 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
489624 CV EXPL 10-15223
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot ontbinding van een koopovereenkomst betreffende een bankstel

In deze zaak vorderde eiser [Y.] de ontbinding van een koopovereenkomst met Woonsquare B.V. betreffende een bankstel, dat volgens hem niet voldeed aan de verwachtingen die hij op basis van de overeenkomst mocht hebben. De koopovereenkomst was op 26 juni 2009 gesloten voor een bedrag van € 3.145,--, waarbij [Y.] een eerder aangekocht bankstel had ingeruild. Na levering op 13 oktober 2009 meldde [Y.] diverse klachten over het zitcomfort van het bankstel, waaronder het wegzakken in de hoeken en het naar voren glijden. Ondanks pogingen van Woonsquare om het bankstel te repareren, bleven de klachten bestaan. [Y.] verzocht Woonsquare om het volledige aankoopbedrag terug te storten, wat leidde tot de rechtszaak.

De kantonrechter oordeelde dat het niet was komen vast te staan dat het bankstel in meer dan geringe mate afweek van het normaal te verwachten zitcomfort. De rechter stelde vast dat de klachten van [Y.] niet voldoende onderbouwd waren en dat het showroomexemplaar van het bankstel aan de eisen van normaal gebruik voldeed. De kantonrechter concludeerde dat Woonsquare niet tekortgeschoten was in haar contractuele verplichtingen, waardoor de ontbinding van de koopovereenkomst niet gerechtvaardigd was.

In reconventie vorderde Woonsquare vergoeding van de kosten van een contra-expertise, maar deze vordering werd eveneens afgewezen. De rechter wees de vordering van [Y.] af en veroordeelde hem tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Woonsquare. Dit vonnis werd uitgesproken op 23 november 2011 door mr. J.H. Dubois in de Rechtbank Haarlem.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 489624/ CV EXPL 10-15223
datum uitspraak: 23 november 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
1. [de heer Y.]
2. [mevrouw Y.]
Te [woonplaats]
eisers in conventie
verweerders in reconventie
hierna te noemen: [Y.]
gemachtigde mr A.B.W. Biesheuvel
tegen
WOONSQUARE B.V.
te [woonplaats]
gedaagde in conventie
eiseres in reconventie
hierna te noemen Woonsquare
gemachtigde mr E.F.M. Baert
In conventie en in reconventie
De procedure
Voor de inhoud van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd is te beschouwen:
- het tussenvonnis van 24 augustus 2011 en de daarin genoemde processtukken (met dien verstande dat daarin is verzuimd te noemen de eis in reconventie van Woonsquare)
- de aantekeningen van de griffier van de op 27 september 2011 gehouden descente.
- de nadien door partijen gezonden faxen waarin zij hebben bericht geen regeling te kunnen treffen.
De feiten
Bij schriftelijke koopovereenkomst van 26 juni 2009 heeft [Y.] een bankstel gekocht bij Woonsquare voor een prijs van € 3.145,--. Vanwege inruil van een eerder bij Woonsquare aangeschaft bankstel heeft [Y.] het verschil van € 1.550,-- bijbetaald. Het bankstel is geleverd op 13 oktober 2009.
Bij brief van 2 januari 2010 schrijft [Y.] aan Woonsquare onder meer het volgende:
(…) Op 14 oktober heb ik telefonisch contact gehad met de Hr. [P.] en hem direct medegedeeld dat het bankstel niet in orde is en niet goed zit. Op 26 oktober jl. is de heer [O.] (meubelmaker) langs geweest en heeft deze klacht waargenomen en bevestigd.
Voorstel was het bankstel op te halen en te laten opvullen met Poly, waarna het doorzakken en het afglijden van de zitvlakken over zou moeten zijn. Op 6 november jl. is het bankstel opgehaald en op 1 december jl. weer opgevuld terugbezorgd bij ons. Helaas hebben wij op
8 december de heer [P.] weer moeten bellen met de mededeling dat de hierboven beschreven problemen nog steeds niet zijn verholpen (…)
Conclusie: de zitvlakken zijn scheef en zakken in en is zelfs op één plaats erg ingezakt waardoor je op iets hards zit. Mede daardoor glijden we nog steeds van onze zitplaatsen af. (…)
Aangezien dat U voor ons geen bankstel naar onze wens kunt leveren, en ook niet in de kleur die wij willen (…) hebben wij geen andere keus dan het koopcontract te ontbinden.(…)
Wij verzoeken u vriendelijk het volledige aankoopbedrag van € 3.145,-- binnen 14 dagen terug te storten (…)
Het deskundigenrapport van CED Nomex BV, na onderzoek in opdracht van [Y.], van 28 juli 2010 luidt onder meer:
Geschil:
(…) De 3-zitsbank heeft de neiging in de hoeken weg te zakken en cliënt klaagt over het naar voren glijden op de banken. (…)
Onderzoek:
Wij hebben ter plaatse geconstateerd dat de banken veel te zacht zijn afgewerkt. In de voorstaand rechter hoek van de twee banken zakt de vulling weg. (…) Wij hebben tevens geconstateerd dat de zittingen naar voren hellen. Om te blijven zitten moet men zich feitelijk “schrap” zetten.
(…)
Conclusie:
(…)De gebreken aan de banken zijn niet in overeenstemming met hetgeen wat van een banken in deze prijsklasse verwacht mag worden, mede omdat de klachten zich reeds binnen een maand na levering hebben geopenbaard. Wij verwachten niet dat de banken op een dermate wijze kunnen worden hersteld dat het zitcomfort zich in positieve zin zal verbeteren.
Het deskundigenrapport van de door Woonsquare ingeschakelde deskundige [[Z.] van 3 september 2010 luidt:
(…) Overigens toonde ondernemer mij het deskundigenrapport van de firma Nomex (…) waarin (…) vermeld staat: “door het wegzakken van de vulling komt de lendesteun van de rugstoffering op bijna schouderhoogte te zitten”.
Dit is beslist een onterechte weergave van hoe het zitcomfort werkelijk is. Ook kon door mij niet vastgesteld worden dat de zittingen naar voren hellen. Wanneer men aan de voorzijde van de zitting gaat zitten zakt deze inderdaad in, maar dit is een normale gebruikseigenschap.
Conclusie: Zitcomfort van de driezitsbank is voelbaar zachter dan de tweezitsbank. Het zachtere (en daardoor voor consument onacceptabele) zitcomfort ligt ten grondslag aan het type koudschuim welke op het verenpakket is aangebracht en deels door de gebruikseigenschappen van deze kwaliteit (na ingebruikname het wat soepeler worden).
De vordering in conventie
[Y.] vordert (samengevat) voor recht te verklaren dat de koopovereenkomst tussen [Y.] en Woonsquare rechtsgeldig is ontbonden, en veroordeling van Woonsquare tot betaling van de koopprijs van € 3.145,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 april 2010 en met de buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van CED-Nomex.
[Y.] legt aan de vordering ten grondslag dat het bankstel niet beantwoordt aan de koopovereenkomst. Woonsquare heeft de gebreken (wegzakken in de hoeken van de driezitsbank en naar voren afglijden) niet kunnen herstellen, reparaties hebben de gebreken niet verholpen. [Y.] blijft daarom bij ontbinding van de koopovereenkomst.
Het verweer in conventie
Woonsquare betwist de vordering. Zij voert aan dat het bankstel meerdere keren aan de (afwijkende) wensen van [Y.] is aangepast. Er zijn geen verschillen geconstateerd tussen het bankstel en het exemplaar in de toonzaal (op basis waarvan [Y.] tot deze aanschaf heeft besloten). Er is dan ook geen rechtvaardiging voor ontbinding van de koopovereenkomst.
De vordering en het verweer in reconventie
Woonsquare vordert vergoeding van de kosten van de contra-expertise van € 279,64.
[Y.] betwist dat hij deze kosten zou moeten dragen.
De beoordeling in conventie en in reconventie
De vorderingen in conventie en in reconventie lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
Het antwoord op de vraag of er grond is voor ontbinding van de koopovereenkomst moet worden beantwoord aan de hand van het wettelijke criterium of het bankstel de eigenschappen bezit die [Y.] op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
Dit houdt in dat [Y.] van het door hem gekochte bankstel met een waarde van € 3.145,-- mag verwachten dat deze meubels op een normale wijze gebruikt kunnen worden. Met andere woorden: het bankstel moet, rekening houdende met het hogere prijssegment, een behoorlijk zitcomfort bieden.
Tussen partijen staat vast dat het showroomexemplaar van het bankstel aan de eisen van ‘normaal gebruik’ voldeed. [Y.] heeft immers, na proefzitten op hetzelfde model in de showroom, tot aanschaf van het bankstel besloten. Eveneens staat vast dat het showroommodel van het bankstel niet meer (althans niet in dezelfde combinatie van een tweezits- en een driezitsbank) voorhanden is.
De klachten van [Y.] over het aan hem geleverde lederen bankstel komen er -in essentie- op neer dat [Y.] het zitcomfort niet prettig vindt: wegzakken in de hoeken en afglijden naar voren. Dit bezwaar geldt vooral voor de driezitsbank. [Y.] ondervond dit bezwaar niet bij het showroommodel van de bank. In verband met deze klachten heeft Woonsquare de zitvlakken van de banken verstevigd, waarna [Y.] evenwel zijn klachten heeft gehandhaafd.
Doordat niet kan worden vastgesteld in welke zin de showroombank en het bankstel van [Y.] qua zitcomfort van elkaar verschillen, moet aan de hand van de omstandigheden van het geval worden beoordeeld of ‘de zit’ van het bankstel zodanig van het normaal te verwachten zitcomfort afwijkt, dat van nonconformiteit moet worden gesproken.
In dit verband is relevant dat de kantonrechter bij gelegenheid van de descente op
27 september 2011 heeft vastgesteld dat de zitkussens niet naar voren hellen, anders dan dat de lederen bekleding wat minder stroef is dan een met stof beklede bank. Ook ten aanzien van het wegzakken in de hoeken van de driezitsbank is proefondervindelijk niet komen vast te staan dat de zitkussens in de hoeken zodanig wegzakken dat van een behoorlijk zitcomfort niet gesproken kan worden.
Nu aldus niet is komen vast te staan dat het bankstel in meer dan geringe mate afwijkt van het normaal te verwachten zitcomfort, is de conclusie dat Woonsquare niet zodanig is tekortgeschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen dat ontbinding van de koopovereenkomst gerechtvaardigd is.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van [Y.] als ongegrond moet worden afgewezen.
Aangezien Woonsquare heeft nagelaten te stellen op welke grond zij vergoeding vordert van de kosten van de contra-expertise, moet deze vordering worden afgewezen.
[Y.] wordt als de –grotendeels- in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van deze procedure, waarbij wordt bepaald dat in reconventie geen kosten zijn gemaakt.
Beslissing in conventie en in reconventie
In conventie
- wijst de vordering van [Y.] af;
- veroordeelt [Y.] tot betaling van de proceskosten die aan de zijde van Woonsquare bestaan uit € 700,-- aan gemachtigdensalaris.
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
In reconventie
- wijst de vordering van Woonsquare af;
- bepaalt dat geen kosten zijn gemaakt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Dubois en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.