ECLI:NL:RBHAA:2011:BV1568
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen dwangbevel inzake schadevergoedingsmaatregel
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 22 december 2011 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift dat was ingediend tegen een dwangbevel van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Het dwangbevel, gedateerd 23 december 2010, was uitgevaardigd omdat de veroordeelde, die een schadevergoedingsmaatregel van € 1.218,00 had opgelegd gekregen, deze ondanks meerdere aanmaningen niet had betaald. De veroordeelde had verzocht om een betalingsregeling, waarbij hij aangaf dat hij, gezien zijn financiële situatie, de kans wilde krijgen om het verschuldigde bedrag in termijnen te voldoen.
Tijdens de openbare zitting op 24 november 2011 was de veroordeelde niet aanwezig, maar de officier van justitie, mr. M. Kubbinga, was wel aanwezig. De officier van justitie stelde dat de veroordeelde meerdere kansen had gekregen om het bedrag te voldoen, maar dit telkens had nagelaten. De rechtbank oordeelde dat het bezwaarschrift ontvankelijk was, ondanks dat het was ingediend voordat er goederen in beslag waren genomen, en dat de inhoud van het bezwaarschrift onvoldoende zwaarwegend was om de veroordeelde alsnog de kans te geven het bedrag te betalen.
De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift ongegrond, waarmee het dwangbevel in stand bleef. De uitspraak benadrukte dat de veroordeelde niet had gereageerd op eerdere voorstellen voor een betalingsregeling en dat de omstandigheden niet voldoende waren om een uitzondering te maken op de verplichting tot betaling. De rechtbank bevestigde dat de procedure correct was gevolgd en dat de beslissing in overeenstemming was met de wetgeving, met name artikel 575 van het Wetboek van Strafvordering.