ECLI:NL:RBHAA:2011:BV0880

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
24 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/810049-09
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van witwassen van grote geldbedragen en horloges

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 24 november 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van witwassen. De tenlastelegging omvatte twee feiten: het verwerven en voorhanden hebben van een aanzienlijk geldbedrag, en het verwerven van twee dure horloges, terwijl de verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze afkomstig waren uit een misdrijf. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De officier van justitie vorderde een gevangenisstraf van vijf maanden, maar de rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.

De rechtbank oordeelde dat voor een bewezenverklaring van witwassen vereist is dat vaststaat dat de betrokken bedragen en goederen afkomstig zijn van enig misdrijf, en dat de verdachte dat wist of had moeten vermoeden. De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte, dat het geld afkomstig was uit de verkoop van een pand, als verifieerbaar en onderbouwd beschouwd. De omstandigheden waaronder het geld werd vervoerd, werden als ongebruikelijk beschouwd, maar niet voldoende om te concluderen dat het geld van misdrijf afkomstig was.

De rechtbank heeft ook de vordering tot teruggave van in beslag genomen voorwerpen toegewezen, nu de verdachte was vrijgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van de legale herkomst van geld en de noodzaak voor de verdachte om een concrete verklaring te geven voor de herkomst van de gelden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte niet schuldig was aan de ten laste gelegde feiten en heeft hem vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/810049-09
Uitspraakdatum: 24 november 2011
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 10 november 2011 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres en woonplaats].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1:
hij op of omstreeks 28 januari 2009, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, een of meerdere geldbedragen, te weten 62.355 euro en/of 11.000 Zwitserse franken en/of 10.000 Amerikaanse dollars, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemd(e) geldbedrag(en), gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
feit 2:
hij op of omstreeks 01 oktober 2008, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, een voorwerp, te weten twee horloges van het merk Rolex (ter waarde van 11.938,65 euro), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten voornoemde horloges, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot 5 (vijf) maanden gevangenisstraf met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
4. Vrijspraak
Aanleiding
Op 28 januari 2009 wordt bij een douanecontrole te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in de handbagage van verdachte een contant geldbedrag van € 62.355 aangetroffen. Daarnaast zat er in zijn ruimbagage tussen en in zijn kleding USD 10.000 en CHF 11.000.
Verdachte heeft op 1 oktober 2008 te Schiphol tegen contante betaling van € 11.938,56 twee horloges van het merk Rolex gekocht.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat sprake is van witwassen. Redengevend hiervoor zijn de volgende feiten en omstandigheden
- Verdachte vervoert een omvangrijk contant geldbedrag in verschillende valuta. Het vervoer van een groot contant geldbedrag is risicovol en onnodig omdat verdachte zowel in Nederland (land van vertrek) als in Turkije (land van bestemming) over een bankrekening beschikt.
- Verdachte heeft bij de douane niet de verplichte aangifte gedaan van het feit dat hij meer dan € 10.000 in contanten met zich meevoerde.
- Verdachte had een groot aantal coupures van € 500 bij zich. Van dergelijke coupures is volgens de officier van justitie algemeen bekend dat zij vooral in het criminele circuit voorkomen.
- Een vijftal onder verdachte in beslag genomen bankbiljetten van € 500 die volgens de verklaring van verdachte daarvoor in de kluis van zijn zakenpartner lagen, zijn tussen 1 januari 2008 en 5 februari 2009 door De Nederlandse Bank gesorteerd.
- Verdachte is in het verleden veroordeeld voor onder meer overtreding van de Opiumwet.
- Verdachte heeft geen eigen inkomen. Hij verricht geen werkzaamheden in loondienst en het bedrijf waarin hij een firma-aandeel heeft levert niet of nauwelijks winst op.
De officier van justitie leidt uit al deze omstandigheden het vermoeden af, dat de geldsom die op 28 januari 1999 onder verdachte in beslag is genomen en het geldbedrag dat hij op 1 oktober 2008 heeft besteed aan de aankoop van twee horloges, afkomstig zijn van enig misdrijf. Dat is slechts anders indien verdachte de legale herkomst van even bedoelde gelden aannemelijk maakt, hetgeen verdachte volgens de officier van justitie niet heeft gedaan.
Standpunt verdediging
Verdachte stelt dat hij het geld dat onder hem in beslag is genomen en het geld dat hij in oktober 2008 aan de twee horloges heeft besteed, de verkoopopbrengst betreft van zijn pand in Venlo. De netto-verkoopopbrengst van dit pand was ongeveer € 237.000. Hiervan heeft hij een deel verbrast, een deel (€ 125.000) op zijn spaarrekening gestort en een deel (twee maal € 50.000) contant opgenomen. Van het contant opgenomen bedrag heeft hij € 75.000 naar zijn zakenpartner [naam] gebracht. Dit bedrag heeft meer dan een jaar in de kluis van zijn zakenpartner gelegen. Vlak voor zijn vertrek heeft hij dit bedrag bij zijn zakenpartner opgehaald. Ter terechtzitting is namens verdachte nog naar voren gebracht dat een deel van het in beslag genomen geld, groot CHF 5.300, verkregen is met de verkoop van een auto.
Het oordeel van de rechtbank
Voor een bewezenverklaring van witwassen is vereist dat komt vast te staan dat de ten laste gelegde bedragen en goederen middellijk of onmiddellijk van enig misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte dat wist dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden.
De rechtbank deelt het standpunt van de officier van justitie dat de genoemde feiten en omstandigheden een vermoeden van witwassen rechtvaardigen. Alsdan mag van verdachte worden verwacht dat hij een ‘concrete verifieerbare en niet op voorhand als hoogst onwaarschijnlijke aan te merken verklaring’ geeft voor de legale herkomst van de door hem voorhanden gehouden geldmiddelen.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte met de door hem afgelegde verklaring het vermoeden van witwassen voldoende ontzenuwd. De verklaring is immers verifieerbaar nu deze voor een groot deel onderbouwd is met bescheiden. Voorts bevinden de naam en adresgegevens van de persoon die beweerdelijk gelden voor hem in bewaring heeft gehad zich in het dossier.
De rechtbank is van oordeel dat het vervoer van grote sommen contant geld als ongebruikelijk moet worden beschouwd en in de gegeven omstandigheden onlogisch moet worden geacht. Die omstandigheid alsmede hetgeen de officier van justitie overigens naar voren heeft gebracht, in onderling verband beschouwd en afgezet tegen de door verdachte afgelegde verklaring, nopen evenwel niet tot de conclusie dat de door verdachte voorhanden gehouden gelden en gekochte horloges van enig misdrijf afkomstig moeten zijn. Immers, vast staat dat verdachte in 2007 uit legale bron de beschikking heeft gekregen over een groot geldbedrag en het is niet op voorhand hoogst onaannemelijk (en evenmin onderzocht) dat verdachte een deel van dat geld in de kluis van een derde heeft bewaard. Dat een vijftal coupures tussen 1 januari 2008 en 5 februari 2009 door De Nederlandse Bank zijn gesorteerd, doet daaraan niet af. De slotsom is dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder feit 1 en onder feit 2 ten laste gelegde.
5. In beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
Nu verdachte is vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten, zal de rechtbank de teruggave aan verdachte gelasten van de op de beslaglijst onder 1 tot en met 6 genummerde voorwerpen.
6. Beslissing
De rechtbank:
Spreekt verdachte vrij van de hem onder 1. en 2. ten laste gelegde feiten.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1) 2.00 STK GSM-toestel NOKIA
2) 2.00 STK Oplaadapparaat
3) 1.00 STK SIM-kaart T-MOBILE
4) Geld Euro 124x500 + 6x50 + 2x20 + 1x10 + 1x5 = Euro 62.355,-
5) Geld buitenlands 10x200 + 3x1000 = CHF 11.000,-
Geld buitenlands 100x100 = USD 10.000,-
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. J. Snitker, voorzitter,
mr. J.M. Sassenburg en mr. G.A. van der Bijl, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.A.C. Sadal,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 november 2011.
mr. G.A. van der Bijl is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.