ECLI:NL:RBHAA:2011:BV0430

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
21 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
524861-CV EXPL 11-11166
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Udo de Haes
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wilsgebrek bij advertentieovereenkomst tussen Windmill en gedaagde

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 21 december 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de commanditaire vennootschap Dutch Windmill Publishers (hierna: Windmill) en een gedaagde, die in persoon procedeerde. Windmill had de gedaagde gedagvaard op 17 augustus 2011, met als vordering de betaling van € 1.553,66 aan hoofdsom en € 300,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente en kosten. De vordering was gebaseerd op een advertentieovereenkomst die volgens Windmill tot stand was gekomen na een akkoord van de gedaagde op een opdrachtbevestiging. De gedaagde betwistte echter dat er een geldige overeenkomst was gesloten, omdat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij enkel een correctie op een advertentie had goedgekeurd die hij bij A3 uitgevers had besteld.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat voor een rechtsgeldige overeenkomst een op een rechtsgevolg gerichte wil vereist is. De gedaagde heeft verklaard dat hij dacht dat Windmill namens A3 uitgevers belde en dat hij enkel een fout in de advertentietekst corrigeerde. De kantonrechter oordeelde dat Windmill niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op de wil van de gedaagde om een advertentieovereenkomst te sluiten, gezien de omstandigheden van het telefoongesprek en de misleidende aard van de communicatie.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van Windmill afgewezen, omdat niet was gebleken dat de gedaagde de intentie had om de overeenkomst aan te gaan. De proceskosten werden toegewezen aan Windmill, die in het ongelijk werd gesteld, en de gedaagde kreeg een vergoeding voor zijn reis- en verblijfskosten. Dit vonnis benadrukt het belang van duidelijke communicatie en de noodzaak van een oprechte wil bij het sluiten van overeenkomsten.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie [woonplaats]
zaak/rolnr.: 524861 / CV EXPL 11-11166
datum uitspraak: 21 december 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
commanditaire vennootschap met een beherende vennoot
DUTCH WINDMILL PUBLISHERS
te Zoetermeer
eiseres
hierna te noemen Windmill
gemachtigde Nedincasso B.V.
tegen
[gedaagdee], h.o.d.n. [X]
te [woonplaats]
gedaagde
hierna te noemen [gedaagde]
procederend in persoon
De procedure
Windmill heeft [gedaagde] gedagvaard op 17 augustus 2011. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 12 oktober 2011 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 9 november 2011. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
De feiten
1. Bij mail van 27 oktober 2010 heeft Windmill aan [gedaagde] een opdrachtbevestiging gestuurd met het verzoek deze voor akkoord te retourneren onder vermelding van het referentienummer.
2. De opdrachtbevestiging met referentienummer KV-1006285 (hierna: de opdrachtbevestiging) luidt:
“(…) Prijs excl.: € 297,00 excl. btw (…)
Verspreidingstoeslag 20% van prijs –en kleurtoeslag excl. btw
Frequentie/Deelnames zeskeer (…)
Kleurtoeslag excl.: € 247,00 excl. btw (…)”
3. Bij mail van 29 oktober 2010 heeft [gedaagde] aan Windmill geschreven:
“(…) Ik ga akkoord met de door u opgestelde advertentie ref.nr. KV-1006285. Alleen het vermelde telefoonnummer klopt niet en dient te worden aangepast. Het nummer moet zijn: [telefoonnummer]. (…)”
4. Op 4 februari 2011 heeft Windmill een factuur gestuurd aan [gedaagde] voor een bedrag € 1.553,66 onder vermelding van ‘Advertentieplaatsing “Kleurvertier” conform bijgevoegde opdrachtbevestiging’.
5. [gedaagde] heeft de factuur onbetaald gelaten.
De vordering
Windmill vordert (samengevat) veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.553,66 aan hoofdsom en € 300,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente en kosten. Windmill legt aan de vordering ten grondslag dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] diensten heeft verricht. [gedaagde] is per mail akkoord gegaan met de opdrachtbevestiging en hij heeft zelf nog een correctie doorgegeven bij zijn akkoordverklaring. [gedaagde] heeft, ondanks aanmaningen, de voor deze diensten verzonden factuur onbetaald gelaten. Windmill vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten op grond van artikel 6:96 lid 2 BW. Ook vordert Windmill wettelijke rente.
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan dat hij een advertentieovereenkomst had gesloten met A3 uitgevers voor een eenmalige uitgave. Windmill nam in diezelfde periode contact op met [gedaagde], waarbij Windmill aangaf dat er een fout was geslopen in de uitvoering van de advertentie. Omdat [gedaagde] in de veronderstelling verkeerde dat Windmill als drukker namens A3 uitgevers belde, heeft hij in goed vertrouwen per mail wijzigingen in de advertentie doorgegeven. Achteraf is [gedaagde] gebleken dat hij daardoor akkoord is gegaan met plaatsing van een reeks advertenties in KleurVertier.
[gedaagde] is een kleine, zelfstandige ondernemer. Hij heeft niet de financiële middelen voor dergelijke advertenties, te meer nu dit geen meerwaarde heeft voor zijn onderneming.
Eind 2010 heeft [gedaagde] al € 1.062,00 betaald aan Windmill. Daarmee heeft hij voldoende leergeld betaald.
De beoordeling
1. [gedaagde] voert het verweer dat hij in de veronderstelling verkeerde dat het ging om een advertentie die hij had besteld bij A3 uitgevers. Naar de kantonrechter begrijpt doet [gedaagde] hiermee een beroep op een wilsgebrek.
2. De kantonrechter stelt voorop dat voor een rechtshandeling, zoals het sluiten van een overeenkomst, is vereist dat er een op een rechtsgevolg gerichte wil is die zich door een verklaring heeft geopenbaard. Indien niet aan deze vereisten is voldaan, is geen sprake van een rechtshandeling en kan dus ook geen overeenkomst tot stand zijn gekomen.
3. Ter zitting heeft [gedaagde] verklaard dat Windmill telefonisch contact met hem heeft opgenomen en dat zij tegen hem heeft gezegd dat ze had ontdekt dat er een fout telefoonnummer in de advertentietekst stond. Daarop heeft Windmill [gedaagde] verzocht om wijziging van het telefoonnummer te accorderen onder vermelding van het referentienummer. Als bijlage bij die betreffende mail heeft Windmill een opdrachtbevestiging met referentienummer KV-1006285 meegestuurd met daarop afgebeeld de advertentie zoals door Windmill in het geding is gebracht, aldus nog steeds [gedaagde].
4. [gedaagde] heeft ter zitting verder verklaard dat de door Windmill meegestuurde advertentie zowel qua tekst als qua lay-out identiek is aan de advertentie die hij bij A3 uitgevers had besteld, behoudens de laatste twee cijfers van zijn telefoonnummer, en dat hij mede om die reden in de veronderstelling verkeerde dat Windmill namens A3 uitgevers belde. Ook de omstandigheid dat hij, anders dan met A3 uitgevers, met Windmill geen overleg heeft gehad over de vormgeving van de advertentie, de frequentie en de verspreiding ervan, hebben er volgens [gedaagde] toe geleid dat hij zich niet heeft gerealiseerd dat Windmill een nieuwe, van A3 uitgevers losstaande advertentieovereenkomst met hem wilde sluiten.
5. Verder heeft [gedaagde] aangevoerd dat het, gezien de aard van zijn onderneming en het beschikbare budget, nooit zijn bedoeling is geweest om in te stemmen met een frequentie van zes keer en de daarmee gemoeide kosten. [gedaagde] was, naar eigen zeggen, in de veronderstelling dat het ging om een eenmalige uitgave van ongeveer € 200,00.
6. Windmill heeft ter zitting de door [gedaagde] geschetste gang van zaken niet weersproken. Windmill is ter zitting enkel bij gemachtigde verschenen. De gemachtigde van Windmill heeft bevestigd dat Windmill telefonisch contact heeft opgenomen met [gedaagde], zoals zij gebruikelijk is te doen bij acquisitie. Over de inhoud van het telefoongesprek heeft de gemachtigde van Windmill niets kunnen verklaren. Windmill heeft niet gesteld en evenmin is gebleken dat er bandopnames of schriftelijke telefoonnotities zijn gemaakt van het telefoongesprek. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van de door [gedaagde] geschetste weergave van het telefoongesprek.
7. Desgevraagd heeft de gemachtigde van Windmill verklaard dat Windmill er zelf achter is gekomen dat het telefoonnummer van [gedaagde] in de advertentietekst niet klopte. Zij heeft evenwel niets kunnen verklaren over hoe Windmill aan diverse gegevens is gekomen, waaronder de contactgegevens van [gedaagde], de tekst en lay-out van de advertentie en het in de advertentietekst foutief vermelde telefoonnummer van [gedaagde]. Noch heeft Windmill kunnen en willen verklaren in welke zakelijke relatie zij tot A3 uitgevers stond.
8. Op grond van de hiervoor vermelde omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat het verweer van [gedaagde] dat hij niet de wil had om de in het geding zijnde overeenkomst met Windmill te sluiten, slaagt. Uit de door [gedaagde] geschetste gang van zaken, die Windmill niet heeft weersproken, blijkt dat Windmill niet of nauwelijks heeft overlegd met [gedaagde] over de overeenkomst. De als bijlage meegestuurde offerte is -in het licht van het gevoerde telefoongesprek- blijkens de tekst misleidend. Windmill heeft [gedaagde] slechts voorgehouden dat er een fout was geslopen in de advertentietekst en dat [gedaagde] een correctie daarvan moest accorderen. Onder deze omstandigheden mocht Windmill er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat [gedaagde] daadwerkelijk de bedoeling had om een advertentieovereenkomst te sluiten met een verschijningsfrequentie van zes keer voor een bedrag van € 297,00 exclusief btw per keer, nog te vermeerderen met verspreidings- en kleurtoeslagen.
9. Nu niet is gebleken dat [gedaagde] een op een rechtsgevolg gerichte wil had, is geen rechtsgeldige overeenkomst tot stand gekomen. De vordering van Windmill zal om die reden worden afgewezen.
10. Omdat [gedaagde] geen tegenvordering heeft ingesteld om het door hem reeds aan Windmill betaalde bedrag van € 1.062,00 terug te vorderen, waarvan Windmill ter zitting heeft bevestigd dat zij dit bedrag heeft ontvangen, is dit in dit geding niet aan de orde.
11. De proceskosten komen voor rekening van Windmill omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. Omdat [gedaagde] zich niet heeft laten bijstaan door een professionele gemachtigde, komen alleen de reis- en verblijfkosten in aanmerking voor vergoeding. Deze worden tot op heden begroot op € 25,00.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Windmill tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] tot en met vandaag worden begroot op € 25,00 aan reis en verblijfkosten en verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Udo de Haes en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.