ECLI:NL:RBHAA:2011:BV0180
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- G. Demmink
- S. Jongeling
- J.M. Sassenburg
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne en de strafmaat
Dit vonnis is gewezen door de Rechtbank Haarlem naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 december 2011 in de zaak tegen de verdachte, die op of omstreeks 10 oktober 2011 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de opzettelijke invoer van 1,59 kilogram cocaïne, een middel als bedoeld in de Opiumwet. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte en diverse proces-verbaal van verbalisanten, in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen is.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde, heeft de rechtbank besloten dat alleen een gevangenisstraf passend is. De officier van justitie had een gevangenisstraf van dertien maanden geëist, maar de rechtbank heeft, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, een iets lagere straf opgelegd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die in voorlopige hechtenis is doorgebracht. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op 23 december 2011.