ECLI:NL:RBHAA:2011:BV0178
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- S. Jongeling
- J.M. Sassenburg
- G. Demmink
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne en de strafmaat
Dit vonnis is gewezen door de Rechtbank Haarlem naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 december 2011 in de zaak tegen de verdachte, die op 17 oktober 2011 te Schiphol opzettelijk een hoeveelheid cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging. De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd en de rechtbank heeft op basis van verschillende bewijsmiddelen, waaronder proces-verbaal van de Douane, de bekennende verklaring van de verdachte en deskundigenrapporten, het feit wettig en overtuigend bewezen verklaard.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde feit, opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, strafbaar is. De rechtbank heeft de ernst van het feit in overweging genomen, waarbij de verdachte 2.489,7 gram cocaïne heeft ingevoerd, wat schadelijk is voor de gezondheid en bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 28 maanden had geëist, in overweging genomen, maar heeft besloten om af te wijken van deze eis. Gezien de omstandigheden van de verdachte, die voor het eerst in aanraking is gekomen met politie en justitie, heeft de rechtbank een gevangenisstraf van 25 maanden opgelegd.
De rechtbank heeft bepaald dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering wordt gebracht op de opgelegde straf. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op 23 december 2011.