ECLI:NL:RBHAA:2011:BU9700
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurrechtelijke geschil tussen verhuurder en huurder over de totstandkoming van een huurovereenkomst
In deze zaak heeft eiseres [A.] gedaagde [B.] gedagvaard met de vordering om te verklaren dat er geen huurovereenkomst tot stand is gekomen tussen hen. De kantonrechter heeft op 20 oktober 2011 uitspraak gedaan. De procedure begon op 27 juni 2011, toen [A.] [B.] dagvaardde. [B.] heeft hierop schriftelijk geantwoord en een tegenvordering ingesteld. De kantonrechter heeft op 18 augustus 2011 een comparitie van partijen gelast, die op 13 september 2011 heeft plaatsgevonden. De feiten van de zaak zijn als volgt: [A.] huurt sinds 6 augustus 2002 een woning van Ymere en heeft deze woning in 2010 aan [B.] in gebruik gegeven. [B.] heeft zich ingeschreven op het adres van de woning en heeft gedurende een bepaalde periode huur aan Ymere betaald, maar niet aan [A.]. De kantonrechter oordeelde dat er geen huurovereenkomst tot stand is gekomen, omdat niet aan de vereisten voor huur is voldaan, met name het element van de tegenprestatie. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [B.] niet heeft aangetoond dat hij aan [A.] huur heeft betaald en dat hij geen gebruik heeft gemaakt van de woning sinds februari 2011. De primaire vordering van [A.] is toegewezen, en de proceskosten zijn voor rekening van [B.].