ECLI:NL:RBHAA:2011:BU9697

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
20 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
512632 - CV EXPL 11-6865
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens hennepkwekerij

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 20 oktober 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woonopmaat en gedaagde [A.]. Woonopmaat, de verhuurder, heeft [A.] gedagvaard op 9 mei 2011, omdat zij een hennepkwekerij had aangetroffen in de door [A.] gehuurde woning. De huurovereenkomst was op 24 augustus 2004 ingegaan en de algemene huurvoorwaarden verboden het kweken van hennepplanten. Tijdens een comparitie van partijen op 16 september 2011 heeft de kantonrechter de standpunten van beide partijen gehoord. Woonopmaat vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, omdat [A.] in strijd met de huurvoorwaarden had gehandeld door een hennepkwekerij te exploiteren.

[A.] betwistte de vordering en stelde dat zij niet op de hoogte was van de hennepkwekerij, die door een derde in een kamer in het gehuurde was aangelegd. Zij voerde aan dat haar persoonlijke omstandigheden, waaronder de zorg voor haar kinderen, zwaarder wogen dan de belangen van Woonopmaat. De kantonrechter oordeelde echter dat de aanwezigheid van 99 hennepplanten in het gehuurde een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst opleverde. De rechter stelde vast dat [A.] aansprakelijk was voor de schade die door derden in het gehuurde was veroorzaakt.

De kantonrechter heeft de vordering van Woonopmaat toegewezen, de huurovereenkomst ontbonden en [A.] veroordeeld om de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Tevens werd [A.] veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De rechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de ontruiming direct kon plaatsvinden, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 512632 / CV EXPL 11-6865
datum uitspraak: 20 oktober 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de stichting STICHTING WOONOPMAAT
te [woonplaats]
eiseres
hierna te noemen Woonopmaat
gemachtigde: mr. G.P. Poiesz
tegen
[A.]
te [woonplaats]
gedaagde
hierna te noemen [A.]
gemachtigde: mr. T. de Deugd
De procedure
Woonopmaat heeft [A.] gedagvaard op 9 mei 2011. [A.] heeft schriftelijk geantwoord. De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 4 augustus 2011 een comparitie van partijen gelast, die heeft plaatsgevonden op 16 september 2011. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
De feiten
a. Woonopmaat verhuurt sinds 24 augustus 2004 aan [A.] de woning aan [adres].
b. Op de huurovereenkomst zijn algemene huurvoorwaarden van toepassing verklaard. In deze huurvoorwaarden is onder meer het volgende bepaald:
(…)
6.1 Het gehuurde is bestemd om te worden gebruikt als woonruimte door huurder en zijn huishouden.(…) Huurder verplicht zich het gehuurde en alle aan- en toebehoren overeenkomstig de bestemming te gebruiken en deze bestemming niet te veranderen. (…)
7.5. Huurder onthoudt zich in het gehuurde van het kweken en/of verhandelen van hennepplanten en/of andere plant of narcoticum welke voorkomt in de Opiumwet en op de bij deze wet behorende lijsten. (…)
c. Op 12 maart 2011 hebben de politie Kennemerland en Woonopmaat een hennepkwekerij aangetroffen in het gehuurde, waarbij negenennegentig planten zijn aangetroffen.
De vordering
Woonopmaat vordert (samengevat) ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. Woonopmaat legt aan de vordering ten grondslag dat [A.] tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de huurovereenkomst. [A.] heeft in het gehuurde een hennepkwekerij gehouden, die gezien de omvang van die kwekerij als bedrijfsmatig moet worden aangemerkt. Het houden van een hennepkwekerij is voorts in strijd met de Opiumwet en levert een verhoogd risico op brand-en waterschade op. Ook heeft [A.] verklaard (een deel van) de woning te hebben onderverhuurd hetgeen eveneens in strijd is met de toepasselijke huurvoorwaarden.
Het verweer
[A.] betwist de vordering. Zij voert aan dat zij niet wist dat in het gehuurde een hennepkwekerij aanwezig was. Zij heeft aan een derde een kleine kamer in gebruik gegeven voor de opslag van goederen van die derde. De kwekerij is in die kamer aangetroffen. [A.] heeft geen toegang tot die kamer gehad. De belangen van [A.] bij behoud van haar woning wegen zwaarder dan de belangen van Woonopmaat bij ontbinding van de huurovereenkomst. [A.] woont samen met haar zoon in het gehuurde. Haar zoon heeft gedragsproblemen en daarom begeleiding van jeugdzorg en een stabiele thuisbasis nodig. Ook heeft [A.] een jongere zoon met het syndroom van down. Die zoon verblijft in een instelling, maar komt geregeld in de weekenden naar huis. Na ontbinding van de huurovereenkomst zal dat niet meer mogelijk zijn.
De beoordeling
1. Gelet op de Aanwijzing Opiumwet wordt bij aanwezigheid van meer dan vijf hennepplanten aangenomen dat beroepsmatige- of bedrijfsmatige teelt plaatsvindt. In het gehuurde zijn negenennegentig hennepplanten aangetroffen. Daarmee staat vast dat [A.] heeft gehandeld in strijd met de huurvoorwaarden door aan het gehuurde een andere bestemming te geven en tevens in strijd met artikel 7.5 hennep in het gehuurde te (laten) telen.
2. [A.] heeft nog aangevoerd dat de hennepkwekerij door een derde in het gehuurde is aangebracht en dat zij die derde slechts toestemming gegeven om goederen in een kamer in het gehuurde op te slaan. Voor zover [A.] daarmee bedoelt te stellen dat de tekortkoming niet aan haar kan worden toegerekend, slaagt dat verweer niet. Zij is als huurder jegens de verhuurder aansprakelijk voor schade, toegebracht aan het gehuurde door derden die met goedvinden van de huurder het gehuurde gebruikten. Vast staat dat de derde met goedvinden van [A.] het gehuurde heeft gebruikt. De tekortkoming in de naleving van de huurovereenkomst kan daarom aan [A.] worden toegerekend.
3. Op grond van vorenstaande is sprake van een ernstige tekortkoming in de nakoming die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. De vordering van Woonopmaat wordt op die grond toegewezen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden die een dergelijke beslissing onaanvaardbaar zouden maken. Het enkele feit dat de ene zoon van [A.] gedragsproblemen heeft en de andere zoon in een instelling verblijft is daarvoor onvoldoende. De kantonrechter zal de ontruimingstermijn billijkheidshalve bepalen op de hierna te noemen termijn.
4. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
5. De proceskosten komen voor rekening van [A.] omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. De door Woonopmaat gevorderde vergoeding voor nakosten zal worden afgewezen. Dat die kosten zullen worden gemaakt en tot welk niveau, staat niet vast.
De beslissing
De kantonrechter:
- ontbindt de huurovereenkomst;
- veroordeelt [A.] om de woonruimte aan [adres] binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen, leeg op te leveren en de sleutels over te dragen aan Woonopmaat;
- veroordeelt [A.] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Woonopmaat tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 90,81
griffierecht € 106,00
salaris gemachtigde € 300,00;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
Coll.