ECLI:NL:RBHAA:2011:BU9674

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
11 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
526190 mwh
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • T.E. Pieters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag en benoeming van een bewindvoerder wegens onrechtmatige handelingen

In deze zaak heeft de kantonrechter te Haarlem op 11 oktober 2011 uitspraak gedaan over het ambtshalve ontslag van de bewindvoerder [A.] en de benoeming van een nieuwe bewindvoerder, Stichting Budget. De bewindvoerder heeft in strijd gehandeld met de Aanbevelingen Meerderjarigenbewind van het LOVCK door onrechtmatig bedragen van de rekening van de rechthebbende op te nemen en deze uit te lenen als kortlopende leningen. De kantonrechter oordeelt dat deze handelingen niet in het belang van de rechthebbende zijn en dat de bewindvoerder niet gerechtigd was om deze opnames te doen zonder voorafgaande machtiging van de kantonrechter, zoals vereist onder artikel 1:441 lid 2 BW.

De zaak kwam aan het licht door klachten van de dochter van de rechthebbende, mevrouw [C.], die ontdekte dat grote bedragen waren opgenomen zonder haar medeweten. De bewindvoerder heeft verklaard dat hij deze leningen verstrekte om andere cliënten te helpen, maar de kantonrechter oordeelt dat hij daarmee grote risico's heeft genomen met het vermogen van de rechthebbende zonder enige zekerheid te bieden. Bovendien heeft de bewindvoerder extra werkzaamheden gedeclareerd zonder de vereiste machtiging van de kantonrechter aan te vragen.

De kantonrechter heeft besloten dat de bewindvoerder niet meer geschikt is om zijn functie uit te oefenen en heeft Stichting Budget benoemd als nieuwe bewindvoerder. Tevens is bepaald dat de bewindvoerder het onterecht gedeclareerde bedrag van €1.859,38 moet terugstorten op de rekening van de rechthebbende. De beloning van de nieuwe bewindvoerder is vastgesteld conform de richtlijnen van het Landelijk Overleg Kantonrechters. Tegen deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, met inachtneming van de daarvoor geldende termijnen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaaknummer : 526190 mwh
datum : 11 oktober 2011
BM.nr: 44266
Beschikking tot ontslag en benoeming van een bewindvoerder
De kantonrechter gaat ambtshalve over tot ontslag van de bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan:
[X.],
geboren [geboortedatum en geboorteplaats],
wonende [adres],
hierna te noemen: rechthebbende.
Feiten en beoordeling
Bij beschikking van de kantonrechter te Haarlem van 9 september 2010 is [A.] (h.o.d.n. Standaert Beheer, De Gier & Zuidberg) benoemd tot opvolgend bewindvoerder over de goederen van rechthebbende.
Op 20 januari 2011 heeft de bewindvoerder de boedelbeschrijving bij de rechtbank te Haarlem ingediend, die inclusief een onroerende zaak in Zandvoort €714.095,53 bedraagt.
Bij brief van 26 januari 2011 heeft de bewindvoerder een factuur groot €1.859,38 bij de rechthebbende ingediend voor extra werkzaamheden.
In een brief van 2 september 2011 heeft mevrouw [C.], één van de dochters van rechthebbende en één van de vorige bewindvoerders aan de kantonrechter geschreven dat zij bij toeval ontdekte dat de bewindvoerder grote bedragen had opgenomen van de rekening van rechthebbende (haar moeder). Naar aanleiding van die opname heeft deze dochter een advocaat benaderd met het verzoek contact op te nemen met de bewindvoerder en te informeren naar de gang van zaken.
De advocaat mevr. mr. G.B.J.M. Spoormans, advocaat te Amsterdam heeft de klachten tegen de bewindvoerder als volgt samengevat:
“a. De bewindvoerder heeft gelden van de onderbewindgestelde verduisterd;
b. Verzoekster (mevr. [C.]) heeft hierdoor het vertrouwen in de bewindvoerder verloren, daarbij komt dat hij toezeggingen om volledige openheid van zaken te geven niet nakomt”.
Voorts maakt mevrouw [C.] bezwaar tegen het salaris dat de bewindvoerder zichzelf heeft toegekend in de factuur van 26 januari 2011.
Vast staat dat de bewindvoerder op 4 maart en op 6 april 2011 respectievelijk €52.000,= en €190.000,= heeft opgenomen van de spaarrekening van rechthebbende zonder machtiging van de kantonrechter en zonder toestemming van rechthebbende. Noch heeft hij de dochters van rechthebbende daarover geïnformeerd.
De zaak is behandeld ter terechtzitting van 6 oktober 2011 in aanwezigheid van de bewindvoerder, de beide dochters van rechthebbende en mr. G.B.J.M. Spoormans.
De bewindvoerder heeft tijdens deze zitting de opname van deze bedragen van de rekening van rechthebbende nader toegelicht.
De bewindvoerder geeft aan dat hij deze bedragen heeft opgenomen van de rekening van de rechthebbende en heeft uitgeleend als twee kortlopende leningen met een rendement van 4,5%. Hij heeft deze leningen verstrekt om een tweetal andere cliënten van hem te helpen:
“de kleine lening is verstrekt aan een vrouw die door echtscheiding haar ex-echtgenoot moet uitkopen om met haar kind in de woning te kunnen blijven wonen en daarvoor nog geen hypotheek kon verkrijgen, maar wel over ongeveer één jaar, de andere lening is verstrekt aan twee mensen die een huis hadden gekocht, maar waarvoor door omstandigheden de aangevraagde hypotheek niet door kon gaan, terwijl er het perspectief is dat dat over een klein jaar wel het geval zal zijn”.
De bewindvoerder heeft, na daartoe verzocht te zijn door mr. Spoormans op 22 juli 2011 de lening, inclusief rente teruggestort in het vermogen van rechthebbende.
De kantonrechter is van oordeel dat het verstrekken van leningen uit het vermogen van rechthebbende onrechtmatig en ongeoorloofd is en niet in het belang van rechthebbende. De bewindvoerder was bovendien ingevolge het bepaalde in artikel 1: 441 tweede lid BW niet gerechtigd om deze opnames te doen zonder machtiging van de kantonrechter.
Bij de beoordeling of een geldlening mogelijk is hanteert de kantonrechter –onder meer- de Aanbevelingen Meerderjarigenbewind van het LOVCK. In die aanbevelingen geldt als uitgangspunt dat een verzoek tot het mogen afsluiten van een lening bij een rechthebbende die zijn of haar wil niet kan bepalen wordt afgewezen. Een professioneel bewindvoerder wordt geacht van deze Aanbevelingen op de hoogte te zijn. De bewindvoerder heeft in strijd gehandeld met deze Aanbevelingen. Daarbij heeft de bewindvoerder grote risico’s genomen met het vermogen van de rechthebbende, zonder daarvoor zekerheid te (laten) stellen.
De kantonrechter is derhalve van oordeel dat [A.] niet meer geschikt is om als bewindvoerder op te treden en dat een nieuwe bewindvoerder benoemd dient te worden.
Daarnaast heeft de bewindvoerder een factuur ten bedrage van €1.859,38 in rekening gebracht bij rechthebbende en betaald van haar rekening.
In de Aanbevelingen is bepaald dat voor het declareren van extra werkzaamheden vooraf aan de kantonrechter een verzoek tot machtiging moet worden ingediend. Nu de bewindvoerder ook dit heeft verzaakt is hiervoor door de kantonrechter geen toestemming verleend en dient de bewindvoerder dit bedrag terug te storten op de rekening van de rechthebbende.
De Stichting Budget te Haarlem heeft zich bereid verklaard om als opvolgend bewindvoerder benoemd te worden.
De beloning van de nieuwe bewindvoerder zal worden vastgesteld in overeenstemming met de richtlijnen van het Landelijk Overleg Kantonrechters voor professionele bij de branchevereniging aangesloten bewindvoerders, thans tot een bedrag van €1.001,00
per jaar en eenmalige intake kosten van € 379,00. De bedragen zijn exclusief eventueel verschuldigde BTW.
beslissing
De kantonrechter:
- ontslaat [A.] met ingang van heden als bewindvoerder over de goederen van rechthebbende voornoemd;
- benoemt, met ingang van diezelfde datum, tot opvolgend bewindvoerder over de goederen van rechthebbende Stichting Budget, gevestigd te Haarlem, Postbus 4246
2003 EE Haarlem
- stelt het salaris van de bewindvoerder in afwijking van het bepaalde bij artikel 1:447 lid 1 BW vast overeenkomstig de tarieven genoemd en gepubliceerd in de richtlijnen van het Landelijk Overleg Kantonrechters;
- Bepaalt dat de heer [A.] het bedrag van €1859,38 terugstort op de rekening van de rechthebbende.
Deze beschikking is gegeven door mr. T.E. Pieters, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Tegen deze beslissing kan -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam
a. door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.