ECLI:NL:RBHAA:2011:BU9657
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot ondercuratelestelling en instelling beschermingsbewind
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 15 september 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot onderbewindstelling dat door verzoekers [A.] en [B.] was ingediend. Het verzoek was gericht op de omzetting van een eerder verzoek tot onderbewindstelling in een verzoek tot ondercuratelestelling voor de rechthebbende [X.]. De kantonrechter heeft het verzoek tot ondercuratelestelling afgewezen, omdat er onvoldoende gronden aanwezig waren voor het toewijzen van curatele. De rechter heeft echter wel aanleiding gezien om een beschermingsbewind in te stellen over de goederen van de rechthebbende.
De procedure begon met de indiening van het verzoekschrift op 10 mei 2011, gevolgd door een mondelinge behandeling op 23 juni 2011. Tijdens deze zitting zijn zowel de verzoekers als de rechthebbende gehoord. De kantonrechter heeft op basis van de informatie die tijdens de zitting naar voren kwam, alsook de bevindingen van een huisbezoek op 24 juni 2011, besloten dat de rechthebbende onvoldoende in staat was om zijn financiële situatie te overzien en dat hij tot nu toe elke vorm van hulp had geweigerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rechthebbende weliswaar in staat was om zijn huis redelijk schoon te houden, maar dat er geen zicht was op zijn financiële situatie.
De kantonrechter heeft mr. J.J. Wijts-van Nimwegen benoemd tot bewindvoerder, aangezien er geen bezwaren tegen zijn benoeming waren gerezen. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beslissing kan, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat, hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.