ECLI:NL:RBHAA:2011:BU9405
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot uitbreiding arbeidsuren op basis van de Wet aanpassing arbeidsduur
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 8 december 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werkneemster, hierna te noemen [eiseres], en haar werkgever, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Albert Heijn BV, hierna te noemen Albert Heijn. [Eiseres] had een vordering ingesteld om haar wekelijkse arbeidsduur uit te breiden van 24 naar 32 uur, met een verzoek om de werktijden te spreiden over maandag, dinsdag en woensdag, zonder nachtdiensten en zonder werken op zondag. De werkneemster baseerde haar verzoek op artikel 2 van de Wet aanpassing arbeidsduur (WAA).
Albert Heijn heeft het verzoek afgewezen, stellende dat er geen zwaarwegend bedrijfsbelang was dat zich tegen de uitbreiding verzette, maar dat de door [eiseres] gewenste spreiding van uren niet in het belang van de bedrijfsvoering was. De kantonrechter heeft de argumenten van Albert Heijn in overweging genomen en vastgesteld dat de belangenafweging in het voordeel van de werkgever uitviel. De kantonrechter oordeelde dat Albert Heijn niet kon worden verplicht om [eiseres] in te roosteren op de door haar gewenste tijden, omdat dit de bedrijfsvoering zou verstoren.
De rechter heeft geconcludeerd dat de vordering van [eiseres] niet kon worden toegewezen, omdat haar persoonlijke belangen niet opwogen tegen de bedrijfsbelangen van Albert Heijn. De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 400,- aan salaris van de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.