ECLI:NL:RBHAA:2011:BU7707
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterecht opgevat bezwaarschrift tegen WGA-vervolguitkering en herkeuring arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 22 november 2011 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de toekenning van een WGA-vervolguitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Eiser had een WGA-vervolguitkering ontvangen, waarbij zijn mate van arbeidsongeschiktheid was vastgesteld op 45-55%. Eiser diende op 3 november 2010 een formulier in via de website van het UWV, waarin hij verzocht om een herkeuring van zijn arbeidsongeschiktheidspercentage, omdat hij zich verder verslechterd voelde. Het UWV heeft deze schriftelijke reactie echter als een bezwaarschrift aangemerkt en het bezwaar ongegrond verklaard.
De rechtbank oordeelde dat het UWV het formulier ten onrechte als bezwaarschrift had opgevat. De rechtbank stelde vast dat de bewoordingen van eiser in het formulier duiden op een verzoek om herkeuring en niet op een bezwaar tegen het besluit van 1 november 2010. Dit besluit betrof de beëindiging van de loongerelateerde uitkering, en eiser had geen grieven tegen dit besluit ingediend. De rechtbank concludeerde dat het besluit van het UWV als een primair besluit op de melding en het verzoek van eiser moest worden aangemerkt.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk, maar droeg het UWV op om het door eiser betaalde griffierecht van € 41,-- te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep. De rechtbank benadrukte dat het UWV het bezwaar van eiser opnieuw moet beoordelen, waarbij alle in beroep verhandelde zaken in acht moeten worden genomen.