ECLI:NL:RBHAA:2011:BU7594
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen dwangbevel tot betaling pensioenpremie door voormalig bestuurder
In deze zaak heeft [X.] verzet aangetekend tegen een dwangbevel tot betaling van pensioenpremies dat door de Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering (PHC) was uitgevaardigd. [X.] was tot 1 juni 2007 ingeschreven als bestuurder van Lamham B.V., maar stelde dat hij nooit feitelijk bestuurder was geweest. De kantonrechter heeft op 23 november 2011 uitspraak gedaan in deze kwestie. De procedure begon op 21 juni 2011 toen [X.] PHC dagvaardde, gevolgd door een herstelexploot op 15 juli 2011. PHC heeft schriftelijk geantwoord en er volgde een comparitie van partijen op 21 oktober 2011. Tijdens deze zitting heeft de gemachtigde van [X.] het woord gevoerd aan de hand van een pleitnota.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [X.] werkte als kelner bij een horecaonderneming, Lamham, die werd geleid door [Y.]. In 2005 werd [X.] tijdelijk ingeschreven als directeur bij de Kamer van Koophandel, maar hij heeft nooit feitelijk bestuurstaken uitgevoerd. PHC stelde [X.] hoofdelijk aansprakelijk voor onbetaalde pensioenpremies van Lamham over het jaar 2007, wat leidde tot het dwangbevel van 18 april 2011. [X.] voerde aan dat hij nooit bestuurder was geweest en dat hij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de niet-betaling van de premies.
De kantonrechter oordeelde dat [X.] het wettelijk vermoeden dat de niet-betaling aan hem te wijten was, had weerlegd. De rechter concludeerde dat [X.] niet aansprakelijk was voor de onbetaalde bijdragen en verklaarde het verzet gegrond. Het dwangbevel werd vernietigd en PHC werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.