ECLI:NL:RBHAA:2011:BU6489

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
11/64
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • G. Guinau
  • C.E. Heyning-Huydecoper
  • L. Beijen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bouwvergunning tweede fase in verband met aanleg kelder

In deze zaak gaat het om een beroep tegen een bouwvergunning die is verleend voor de tweede fase van de bouw van een dubbel woonhuis met kelder. De eisers, wonende in de nabijheid van het bouwproject, vreesden voor schade aan hun woningen door de aanleg van de kelder. De vergunninghouder heeft echter verklaard dat de kelder is weggelaten om schade aan de woningen van de eisers te voorkomen. Dit leidde tot de vraag of de eisers nog procesbelang hadden bij hun beroep, nu de kelder niet meer onderdeel uitmaakte van het bouwplan.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geschil is over het feit dat de gereviseerde bouwtekening, waarin de kelder is weggelaten, op 28 februari 2011 door de verweerder is ontvangen. De rechtbank heeft vervolgens de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in aanmerking genomen, die stelt dat een belanghebbende alleen kan opkomen tegen een besluit als hij daarbij materieel in een gunstiger positie kan geraken. Aangezien de eisers geen belang meer hadden bij een inhoudelijke beoordeling van hun beroep, heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank en is openbaar uitgesproken op 29 november 2011. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 11 - 64
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 november 2011
in de zaak van:
[eisers],
wonende te [woonplaats], gemeente [naam],
eisers,
gemachtigde: mr. L. de Man, advocaat,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Waterland,
verweerder,
derde partij:
[derde partij],
wonende te [woonplaats].
1. Procesverloop
Bij besluit van 25 mei 2010 (het primaire besluit) heeft verweerder aan [derde partij] (hierna: vergunninghouder) reguliere bouwvergunning tweede fase verleend voor het oprichten van een dubbel woonhuis met kelder op het perceel [adres]
Bij besluit van 22 november 2010 (het bestreden besluit) heeft verweerder het hiertegen door eisers gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Verweerder heeft daarbij verwezen naar het advies van de adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De zaak is behandeld ter zitting van 29 september 2011. Eisers zijn in persoon verschenen bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. F.J. van der Tol en A.M. van Melick, beiden werkzaam bij de gemeente [naam]. Vergunninghouder is in persoon verschenen, vergezeld van zijn gezinsleden. Voorts is verschenen [naam], bouwkundig adviseur van verzoekers.
2. Overwegingen
2.1 Niet in geschil is tussen partijen dat verweerder op 28 februari 2011 een gereviseerde bouwtekening heeft ontvangen welke in de plaats is gesteld van de betreffende tekeningen behorende bij de bouwvergunningen 1e en 2e fase en is gevoegd bij de bouwvergunning 1e fase van 20 januari 2010 en de bouwvergunning 2e fase van 25 mei 2010. De revisie betreft het weglaten van de kelder. Gelet hierop ligt ambtshalve ter toetsing voor de vraag of eisers procesbelang bij hun beroep hebben. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) kan een belanghebbende bij de ter zake bevoegde rechter slechts opkomen tegen een besluit, indien hij bij het instellen van dat rechtsmiddel belang heeft, in die zin dat hij daardoor materieel in een gunstiger positie zou kunnen geraken.
2.2 Het beroep van eisers richtte zich tegen de aanleg van de kelder omdat zij vreesden voor schade aan hun woningen. Vergunninghouder heeft verklaard dat bij de realisering van het woonhuis de kelder is weggelaten om schade aan de woningen te voorkomen. Gelet hierop hebben eisers geen belang bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Eisers kunnen door herroeping van het bestreden besluit niet in een gunstiger positie komen.
2.3 De rechtbank zal het beroep niet-ontvankelijk verklaren. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding
3. Beslissing
De rechtbank:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzitter van de meervoudige kamer, mr. C.E. Heyning-Huydecoper en mr. drs. L. Beijen, leden, in tegenwoordigheid van M.J.E. de Jong, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 november 2011.
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het hoger beroep dient te worden ingesteld door het indienen van een beroepschrift binnen zes weken onmiddellijk liggend na de dag van verzending van de uitspraak door de griffier