5. Op 23 december 2010 heeft [eiser] de woning van [gedaagde] gekocht voor een koopprijs van € 205.000,00 k.k. In de koopakte van die datum is in artikel 5.3 onder meer het volgende opgenomen:
“De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn.”
6. Op 1 maart 2011 heeft het transport van de woning plaatsgevonden.
7. Begin mei 2011 is een gedeelte van het stucwerk van het plafond van de voorkamer op de eerste etage van de woning gevallen.
8. Op 16 mei 2011 heeft [eiser] telefonisch contact opgenomen met de directeur van [gedaagde], XXX, en hem gevraagd of hij de plafonds in de woning had laten stuken.
9. Bij brief van 9 juni 2011 heeft de gemachtigde van [eiser] [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de gebreken aan de woning, waarbij zij onder meer het volgende heeft ogemerkt:
“Begin mei 2011 is het plafond spontaan naar beneden gekomen en vertoont ook het plafond in de woonkamer brosse plekken. Dit is ontstaan omdat u de werkzaamheden aan het plafond niet goed heeft uitgevoerd.”
10. Bij e-mailbericht van 1 juli 2011 heeft de gemachtigde van [gedaagde] onder meer het volgende geantwoord:
“Nogmaals verzoek ik u de door uw verzekerde gepretendeerde aanspraken op een deugdelijke wijze te formuleren, […] Wat verstaan moet worden aan het gebrek aan het plafond […] is niet duidelijk.”
11. Op 4 juli 2011 heeft de gemachtigde van [eiser] onder meer als volgt gereageerd:
“gezien het feit dat uw cliënt de betreffende kwestie niet op minnelijke wijze wenst op te lossen, ziet cliënt zich genoodzaakt een expertiseonderzoek te laten verrichten […] om de werkzaamheden van uw cliënt te beoordelen dan wel de schade te begroten.”
12. Op 4 juli 2011 heeft de gemachtigde van [gedaagde] daarop onder andere het volgende geantwoord:
“Waarom het nu weer om door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden zou gaan, is mij niet duidelijk. Uw verzekerde kocht een (onroerende) zaak van [gedaagde]. Een andere rechtsverhouding is er niet.”
13. Op 6 juli 2011 heeft [eiser] CED BrandVaria B.V. (hierna: CED) opdracht gegeven tot het uitvoeren van een expertiseonderzoek aan de woning.
14. Bij brief van 13 juli 2011 heeft CED [gedaagde] uitgenodigd om op 9 augustus 2011 bij het onderzoek aanwezig te zijn.
15. Op 14 juli 2011 heeft de gemachtigde van [gedaagde] geantwoord dat [gedaagde] niet bij het onderzoek aanwezig zal zijn, waarbij hij onder meer het volgende heeft opgemerkt:
“[gedaagde] heeft geen werkzaamheden uitgevoerd voor en ook geen diensten verleend aan [eiser]. Mede daarom ziet [gedaagde] de toegevoegde waarde van het aangekondigde onderzoek niet in.”
16. Op 4 augustus 2011 heeft[ZZZ] (hierna: [ZZZ]) van Vreeken & Meyer ERA Makelaars op verzoek van [eiser] de woning bezocht.
17. CED heeft op 9 augustus 2011 een onderzoek ingesteld naar de situatie van de in de woning aanwezige plafonds. [gedaagde] is niet bij het onderzoek aanwezig geweest.
18. Bij e-mailbericht van 12 augustus 2011 heeft [eiser] onder meer het volgende aan CED gemeld:
“Zojuist zijn wij abrupt wakkergemaakt door een klap waarbij mijn vrouw een klap op haar hoofd, en ik op mijn rug voelde. U raadt het al, het plafond op de slaapkamer is ook naar beneden gekomen […].”
19. Bij e-mailbericht van 15 augustus 2011 heeft de gemachtigde van [gedaagde] onder meer het volgende aan de gemachtigde van [eiser] medegedeeld:
“Middelerwijl verzocht [gedaagde] de betrokken makelaar onderzoek te doen naar de door [eiser] geuite klachten. De makelaar deelde na bezoek aan de woning mede dat het (hooguit) om loslatende verf zou gaan.”
20. Op 19 augustus 2011 heeft [ZZZ] een e-mailbericht met onder meer de volgende inhoud aan [eiser] gestuurd:
“[…] op vrijdag 5 augustus met de heer [gedaagde] contact gehad met het bericht dat ik […] geconstateerd had dat de plafonds er inderdaad niet goed uitzien en dat er vermoedelijk een verkeerde onderlaag is gebruikt waardoor het stucwerk niet heeft gehecht. Aangegeven dat dit duidelijk te zien is in de voorslaapkamer en dat in de achterslaapkamer en in de woonkamer de eerste tekenen van het loslaten zichtbaar worden. Ook heb ik hem geadviseerd om bij de inspectie aanwezig te zijn […].”
21. In het door CED op 22 augustus 2011 opgestelde rapport van expertise is onder meer opgenomen dat van het plafond in de voorkamer op de 1e etage het stucwerk “nagenoeg
geheel” is afgevallen, “als gevolg van diverse ondeugdelijkheden”, te weten:
“- Onvoldoende bevestiging van de ondergrond c.q. de gipsplaten.
Deze zijn slechts geniet en niet geschroefd […] Normaliter behoren deze gipsplaten te worden geschroefd, indien hierop stucwerk wordt aangebracht.
- Geen en/of onvoldoende voorlijmen van deze gipsplaten […] Er is geheel geen hechting ontstaan tussen gipsplaten en stucwerk, doordat niet eerste werd voorgelijmd.
[…]”
Voorts heeft CED geconstateerd “dat hetzelfde gebrek zich bevindt in/aan het plafond van de achter(ouder)slaapkamer […] alsook aan het plafond van de woonkamer”.
Herstel dient volgens CED als volgt plaats te vinden:
“De genoemde ruimten dienen te worden ontruimd en afgedekt. Alle plafonds dienen te worden afgestoken, voor zover nog nodig, waarna de gipsplaten dienen te worden verschroefd op de bekende afstanden. Vervolgens de gipsplaten voorlijmen. Hierna opnieuw dichtzetten met band en de plafonds voorzien van een goede stuclaag.”
Herstel van de plafonds dient volgens CED plaats te vinden “Zo snel mogelijk, omdat anders meerdere schade kan ontstaan aan interieur en aan mogelijk persoonlijk letsel”.
CED begroot de kosten van herstel op € 4.600,00 incl. BTW en stelt verder:
“– Schade aan wandwerk pro memorie – Tijdelijk verblijf elders pro memorie. De hersteltijd zal circa twee tot drie weken bedragen […] – Mogelijk meerde schade overige plafonddelen […] entree/hal begane grond, 1e verdieping overloop en kleine slaapkamer. Aangezien alle plafonds zijn gestuct in dezelfde periode is schade aan deze onderdelen ook niet uit te sluiten. […] herstelkosten aanvullend begroot op circa e. 1.500,00 invl. BTW”.
22. CED heeft een bedrag van € 835,38 inclusief btw in rekening gebracht ter zake van expertisekosten.
23. Op 1 september 2011 heeft [eiser] het expertiserapport van CED aan [gedaagde] gestuurd, met het verzoek binnen 21 dagen zorg te dragen voor herstel van de gebreken.
24. Op 8 september 2011 heeft de gemachtigde van [gedaagde] aan de gemachtigde van [eiser] geschreven dat [gedaagde] de overeenkomst volledig is nagekomen en dat voor gehoudenheid tot vergoeding van schade geen grond bestaat. Daarbij heeft de gemachtigde onder andere nog het volgende opgemerkt:
“In elk geval betwist [gedaagde] stucwerk of gipsplaten te hebben aangebracht. [gedaagde] deed voorafgaand aan de verkoop enkel schilderwerkzaamheden aan kozijnen verrichten […].”
25. Op 14 september 2011 heeft Tulip Inn & AC Bodegraven een offerte aan [eiser] gestuurd voor de kosten van een hotelkamer van € 86,00 per nacht, exclusief ontbijt ad € 14,00 per persoon en toeristenbelasting ad € 1,80 per persoon.
26. Bij brief van 20 september 2011 hebben [AAA] en [BBB], bewoners van het adres [adres] te [woonplaats] onder meer aan [eiser] bericht dat “gedurende het 4e kwartaal 2010, door een aantal personen van Poolse afkomst minimaal een maand, meerdere dagen per week door hen in uw woning is gesloopt, verbouwd”, waarbij zij onder meer hebben opgemerkt te hebben gezien “dat er zakken met bouwmateriaal, zoals cement, kalk, hout en dergelijke, het huis binnengebracht zijn”.
27. Op 25 oktober 2011 heeft [CCC], dochter van de voormalige eigenaar van de woning onder meer schriftelijke verklaard dat “de plafonds van zowel de beneden als bovenverdieping zijn bewerkt/veranderd […] na het overlijden van mijn vader” en heeft zijn schoonzoon [DDD] onder andere schriftelijk verklaard dat “ik heb gezien dat er rond de maanden augustus/september/oktober 2010 in het woonhuis van mijn schoonvader is ontruimd en verbouwd door een aantal mannen. Ik heb gezien dat de wanden en plafonds zijn gedaan […]”.
28. Bij e-mailbericht van 25 oktober 2011 heeft [ZZZ] onder meer het volgende aan [eiser] medegedeeld:
“Jullie hebben ons gevraagd te verklaren of de plafonds ten tijde van de verkoop van de woning glad gestucd waren. Het enige wat ik je kan vertellen is dat het plafond in de woonkamer gladgestucd was en dat er ter hoogte van het rookkanaal nog wat roetdoorslag zichtbaar was. […] Wat de plafonds op de eerste verdieping betreft laat bijgaande foto zien dat deze ook gladgestucd waren. Alles was hoe dan ook helemaal wit […] Toen ik later nog een keer bij jullie ben geweest oogden het als nieuwe grijze gipsplaten waarvan de stuclaag 9ca. 2 mm) losliet.”