ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4101
Rechtbank Haarlem
- Wraking
- R.H.M. Bruin
- A.E. Patijn
- M.J. Smit
- Rechtspraak.nl
Wraking van een rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker op 4 december 2010 een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. [A], de rechter die betrokken was bij zijn hoofdzaak. De wraking werd aangevraagd omdat verzoeker meende dat de rechter een uitspraak had gedaan zonder een zitting te houden, waardoor de schijn van vooringenomenheid was gewekt. De rechtbank heeft de rechter in de gelegenheid gesteld om op het wrakingsverzoek te reageren, maar de rechter heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. De rechtbank heeft vervolgens op 1 maart 2011 geoordeeld dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn wrakingsverzoek. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 8:55 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat de rechter die de uitspraak heeft gedaan geen deel uitmaakt van de kamer die het verzet behandelt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechter de zaak niet meer behandelt en dat het wrakingsverzoek daarom niet kan worden ingewilligd. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de vraag of er sprake was van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zouden kunnen brengen, door de kamer die uitspraak doet op het verzet kan worden beantwoord. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.