ECLI:NL:RBHAA:2011:BU4097

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
186303 / KG RK 11-831
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Derdenbeslag onder koper van onroerende zaak en belangenafweging

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 27 oktober 2011 uitspraak gedaan in een verzoek tot het leggen van conservatoir verhaalsbeslag onder de koper van een onroerende zaak. De verzoekster, KAV Autoverhuur B.V., heeft een vordering van € 13.824,20 op verweerder sub 1. De verweerders hebben hun onroerende zaak, gelegen aan [adres] te [plaats], verkocht aan [C] en [D]. De koopovereenkomst is op 25 oktober 2011 ingeschreven in het kadaster, maar de levering moet nog plaatsvinden. Verzoekster vraagt verlof om beslag te leggen op de koopsom van de onroerende zaak.

De voorzieningenrechter overweegt dat, gelet op het arrest van de Hoge Raad van 8 oktober 2010 (LJN BN 1252), derdenbeslag onder de koper van een onroerende zaak in beginsel mogelijk is. Dit betekent echter niet dat het verlof altijd verleend moet worden. De rechter dient in elk geval een belangenafweging te maken. In dit geval is het van belang dat het verlenen van het verlof zou leiden tot frustratie van de Vormerkungsbepaling van artikel 7:3 lid 3 BW. De voorzieningenrechter wijst erop dat er alternatieven zijn voor het leggen van beslag, zoals het leggen van derdenbeslag onder de notaris voor het deel van de koopsom dat niet bestemd is voor aflossing van hypothecaire schulden.

Uiteindelijk komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het bedrag waarvoor beslag wordt gelegd relatief gering is en dat de belangenafweging in dit geval leidt tot afwijzing van het verzoek. De beschikking is gegeven door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2011.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rekestnummer: 186303 / KG RK 11-831
Beschikking van 27 oktober 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KAV AUTOVERHUUR B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verzoekster,
advocaat mr. H.W. Vis te Amsterdam
en
1. [A]
en
2. [B]
beiden wonende te [plaats],
verweerders.
1. De beoordeling
1.1. Gelet op het aangehechte verzoekschrift en gehoord (telefonisch) de advocaat van verzoeker, overweegt de voorzieningenrechter als volgt.
1.2. Verzoeker stelt een vordering te hebben op verweerder sub 1 van € 13.824,20. Verweerders hebben hun onroerende zaak, gelegen aan de [adres] te [plaats], verkocht aan [C] en [D]. De koopovereenkomst is op 25 oktober 2011 ingeschreven in het kadaster. De levering moet nog plaatsvinden. Verzoeker vraagt thans verlof om conservatoir verhaalsbeslag te leggen onder de koper op de koopsom van de onroerende zaak.
1.3. Verzoeker stelt zich op het standpunt dat de Hoge Raad in zijn arrest van 8 oktober 2010 (LJN BN 1252) uitdrukkelijk heeft bepaald dat ‘Vormerkung’ als bedoeld in artikel 7:3 lid 3 BW zich niet uitstrekt tot een derdenbeslag op de koper van een onroerende zaak. Artikel 7:3 lid 3 BW vormt dus geen belemmering om het gevraagde verlof te verlenen, aldus verzoeker.
1.4. De voorzieningenrechter is met verzoeker van oordeel dat, gelet op voornoemd arrest van de Hoge Raad, derdenbeslag onder de koper van een onroerende zaak mogelijk is. Dit betekent echter niet dat dit verlof altijd dient te worden verleend. De voorzieningenrechter dient, ook als de wederpartij niet is gehoord, in ieder afzonderlijk geval een afweging te maken tussen de belangen van partijen. Indien het verlof in het onderhavige geval zou worden verleend, zou dit beslag onder de koper de werking van artikel 7:3 lid 3 sub f BW volledig frustreren. Voorts is een andere vorm van conservatoir beslag mogelijk waarbij de Vormerkungsbepaling niet wordt gefrustreerd, te weten het leggen van derdenbeslag onder de notaris voor dat deel van de koopsom dat niet bestemd is voor aflossing van hypothecaire schulden (zie Beslagsyllabus juni 2011, pag. 20, eerste alinea). Tenslotte is het bedrag waarvoor beslag wordt gelegd relatief gering. Gelet op de voorgaande belangenafweging zal het verzoek worden afgewezen.
2. De beslissing
De voorzieningenrechter
wijst het onderhavige verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Th.S. Röell en in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2011.?