ECLI:NL:RBHAA:2011:BU3733

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
12 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
509156 \ CV EXPL 11-5698
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.J.P. Veenhof
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over levering van gas en elektra zonder overeenkomst

In deze zaak vorderde Energiedirect B.V. betaling van een openstaande eindnota van € 888,68 voor geleverde gas en elektra aan de gedaagde partij. De gedaagde betwistte de vordering en stelde dat er geen overeenkomst tot stand was gekomen, omdat hij nooit een contract had afgesloten met Energiedirect. De kantonrechter heeft de procedure gevolgd en verwees naar de ingediende stukken, waaronder de dagvaarding en de conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De feiten wezen uit dat Energiedirect tussen 18 augustus 2009 en 27 april 2010 gas en elektra had geleverd aan het adres van de gedaagde, maar de gedaagde had herhaaldelijk aangegeven geen abonnement te willen afsluiten. De kantonrechter oordeelde dat Energiedirect niet had voldaan aan haar substantiëringsplicht en dat de gedaagde duidelijk had gemaakt dat hij geen levering wenste. De kantonrechter concludeerde dat het niet redelijk was dat Energiedirect de leveringen had voortgezet, ondanks de duidelijke communicatie van de gedaagde. Daarom werd de vordering van Energiedirect afgewezen en werd Energiedirect veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 509156 \ CV EXPL 11-5698
datum uitspraak: 12 oktober 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Energiedirect B.V.
te Waalre
eisende partij
hierna te noemen Energiedirect
gemachtigde Van Arkel gerechtsdeurwaarders Leiden
tegen
[gedaagde]
te [woonplaats]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
gemachtigde N. Ozdemir-Yesil (DAS Rechtsbijstand)
De procedure
Voor de loop van het geding verwijst de kantonrechter naar de volgende stuk¬ken:
- de dagvaarding van 7 april 2011, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- de conclusie van repliek, met producties,
- de conclusie van dupliek, met producties.
De feiten
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende betwist en/of op grond van de onweerspro¬ken inhoud van de producties, staat tussen partij¬en het volgende vast:
a. In de periode van 18 augustus 2009 tot en met 27 april 2010 heeft Energiedirect stroom en gas geleverd ten behoeve van het adres van [gedaagde].
b. De voor die leveranties opgemaakte eindnota ten bedrage van € 888,68 is door [gedaagde] onbetaald gelaten.
c. Per e-mail bericht van 7 augustus 2009 heeft [gedaagde] het volgende aan Energiedirect geschreven:
“Bij thuiskomst van mijn vakantie vond ik tot mijn stomme verbazing een bericht van RWE dat de levering van gas voortaan door energie direct zou worden overgenomen. Ik heb weliswaar met één van de mensen aan de deur gesproken, maar duidelijk geen abonnement afgesloten. Op 05-08-09 heb ik gebeld met de klantenservice om dit te bespreken. Ik heb, en wil geen abonnement bij energie direct. Ik heb nergens voor getekend en wens graag bij RWE te blijven.”
De vordering
Energiedirect vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen om aan Energiedirect tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 1.061,26, vermeerderd met de wettelijke rente over € 911,26 vanaf 1 februari 2011 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede vermeerderd met de wettelijke rente over € 150,00 vanaf 7 april 2011 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
Energiedirect heeft het volgende aan de vordering ten grond¬slag gelegd:
[gedaagde] is op 2 juli 2009 een overeenkomst met Energiedirect aangegaan ter zake van de levering van energie. De betwisting van de handtekening op de overeenkomst door Van Eeke-ren snijdt geen hout. Uit de door [gedaagde] overgelegde stukken blijkt dat de handtekenin-gen met elkaar overeenkomen.
Uit hoofde van de overeenkomst is Energiedirect op 18 augustus 2009 gestart met de levering van gas en op 18 november 2009 met de levering van elektra aan het adres van [gedaagde].
Op 14 oktober 2009 heeft [gedaagde] de overeenkomst voor gas voortijdig doen beëindigen, door over te stappen naar een andere leverancier. Energiedirect heeft op 27 april 2010 de over-eenkomst voor elektra beëindigd, aangezien [gedaagde] zijn betalingsverplichtingen niet nakwam. Energiedirect heeft naar aanleiding van het eindigen van de overeenkomst de eindno-ta opgemaakt.
Op dit moment is nog sprake van een openstaande hoofdsom ten bedrage van € 888,68.
Indien wordt aangenomen dat geen overeenkomst tussen partijen tot stand is gekomen, dan heeft Energiedirect onverschuldigd gepresteerd.
Daarom wenst Energiedirect haar vordering subsidiair te gronden op ongerechtvaardigde ver-rijking. [gedaagde] is tegenover Energiedirect verplicht tot vergoeding van de waarde van de zonder rechtsgrond verrichte leveringen. Bepalend voor de omvang van de verplichting van [gedaagde] tot waardevergoeding is de waarde die ten tijde van de ontvangst door Van Eeke-ren normaal in het economisch verkeer aan gas en elektra wordt toegekend. Energiedirect han-teert bij haar facturering marktconforme tarieven, zodat in haar visie de waarde van de door haar geleverde prestatie gelijk is aan wat zij met haar facturen aan gedaagde in rekening heeft gebracht.
Door ondanks aanmaning met betaling in gebreke te blijven, heeft [gedaagde] Energiedirect genoodzaakt de vordering ter incasso uit handen te geven. Energiedirect heeft daardoor vermogensschade geleden, bestaande uit de buitengerechtelijke incassokosten ten belope van € 150,00. [gedaagde] dient deze kosten ingevolge de algemene betalingsvoorwaarden dan wel ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW aan Energiedirect te voldoen.
Voorts is [gedaagde] de wettelijke rente verschuldigd geworden. Deze bedraagt, berekend vanaf tot en met 31 januari 2011, € 22,58.
Het verweer
[gedaagde] betwist de vordering en voert daartoe het volgende aan:
[gedaagde] stelt zich op het standpunt dat Energiedirect haar substantiëringsplicht niet is nagekomen. De brieven van [gedaagde] en zijn gemachtigde zijn niet bij de dagvaarding ingebracht. [gedaagde] verzoekt de kantonrechter hieruit de consequenties te trekken die hem geraden voorkomen.
[gedaagde] heeft geen overeenkomst met Energiedirect gesloten.
Energiedirect heeft diverse malen verzocht om toezending van een kopie van de vermeende overeenkomst. Pas op 27 april 2010 ontving de gemachtigde van [gedaagde] een kopie van de overeenkomst. De hierop geplaatste handtekening is niet van [gedaagde] of diens partner. Het betreft ook niet het handschrift van [gedaagde]. Voorts is de tenaamstelling niet juist.
Nu Energiedirect niet heeft kunnen aantonen dat er sprake is van een overeenkomst, kan zij ook niet aantonen dat er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking. Ze heeft immers zelf bewerkstelligd dat ze energie aan [gedaagde] ging leveren. Ondanks de mededeling van [gedaagde] van 5 augustus 2009 dat hij geen overeenkomst met Energiedirect was aangegaan, bleef Energiedirect energie leveren. Van ongerechtvaardigde verrijking van [gedaagde] is daarom geen sprake.
Voor het geval de kantonrechter de hoofdvordering toewijst, bestrijdt [gedaagde] de gevorderde buitengerechtelijke kosten.
De beoordeling van het geschil
1. De kantonrechter is van oordeel dat Energiedirect wel heeft voldaan aan haar substantiëringsplicht. De dagvaarding vermeldt immers dat Energiedirect aan [gedaagde] facturen heeft gestuurd voor geleverde stroom en gas voor de periode van
18 augustus 2009 tot en met 27 april 2010 op basis van een schriftelijke overeenkomst. Voorts vermeldt de dagvaarding dat [gedaagde] zich op het standpunt stelt dat hij geen overeenkomst met Energiedirect is aangegaan. Aldus heeft Energiedirect voldaan aan het voorschrift van artikel 111 Rv. Energiedirect is niet verplicht al bij dagvaarding correspondentie van [gedaagde] in het geding te brengen. Het hierop betrekking hebbende verweer van [gedaagde] faalt derhalve.
2. De kantonrechter laat de beantwoording van de vraag of tussen partijen daadwerkelijk een overeenkomst tot stand is gekomen in het midden. Gebleken is immers dat [gedaagde] telefonisch al op 5 augustus 2009 en vervolgens bij e-mailbericht van
7 augustus 2009 aan Energiedirect heeft laten weten dat hij geen levering van gas en elektra door Energiedirect wenste. Ook uit de nadien tussen partijen via e-mail gevoerde correspondentie blijkt duidelijk van die wens van [gedaagde].
3. Gelet op dat duidelijke standpunt van [gedaagde] is de kantonrechter van oordeel dat het niet redelijk is dat Energiedirect niettemin is overgegaan tot leveranties met ingang van 18 augustus 2009.
4. Dat Energiedirect tot levering van gas en elektra is overgegaan dient daarom voor haar rekening te blijven. Zij had bovendien in verband met de storneringen door [gedaagde] van de maandelijkse incasso’s al in een eerder stadium die leveranties kunnen beëindigen.
5. Op grond van het vorenstaande zal de vordering worden afgewezen.
6. Energiedirect zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
Wijst de vordering af.
Veroordeelt Energiedirect in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 200,00 wegens salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.P. Veenhof en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.
Coll.