ECLI:NL:RBHAA:2011:BU3394

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
24 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 11/3122
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetbelasting en intracommunautaire verwerving van tandprothesen

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 24 oktober 2011 uitspraak gedaan in een geschil over de verschuldigde omzetbelasting door eiseres, een dochtermaatschappij van [A] te [Land], voor de intracommunautaire verwerving van tandprothesen. Eiseres had voor het tijdvak december 2008 op aangifte € 280.512 aan omzetbelasting voldaan, maar verweerder, de inspecteur van de Belastingdienst, had dit bedrag bij uitspraak op bezwaar verminderd tot € 216.861. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij de rechtbank heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres tandtechnische producten levert aan tandtechnische laboratoria en dat zij als aanspreekpunt fungeert voor deze laboratoria. Het geschil spitst zich toe op de vraag of eiseres terecht omzetbelasting heeft voldaan voor de intracommunautaire verwerving van tandprothesen. Eiseres stelt dat zij geen omzetbelasting verschuldigd is, terwijl verweerder dit bevestigend beantwoordt. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, waaronder de Wet op de omzetbelasting 1968, in haar beoordeling betrokken.

De rechtbank concludeert dat de intracommunautaire verwerving van tandprothesen door eiseres vrijgesteld is van omzetbelasting, omdat de levering in Nederland door tandartsen en tandtechnici ook vrijgesteld zou zijn. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en gelast een aanvullende teruggaaf van € 30.207 aan eiseres. Tevens wordt verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 437, en dient het door eiseres betaalde griffierecht van € 302 vergoed te worden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht, meervoudige belastingkamer
Zaaknummer: AWB 11/3122
Uitspraakdatum: 24 oktober 2011
Uitspraak in het geding tussen
[X] B.V., gevestigd te [Z], eiseres,
gemachtigde: mr. E.J. Janzen (PricewaterhouseCoopers Belastingadviseurs N.V. te Amsterdam),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/[P], verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
1.1. Eiseres heeft voor het tijdvak december 2008 op aangifte € 280.512 omzetbelasting voldaan.
1.2. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 22 april 2011 het bedrag aan verschuldigde omzetbelasting met € 63.651 verminderd tot € 216.861.
1.3. Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld. Verweerder heeft op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
1.4. Met toestemming van partijen heeft de rechtbank bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.
2. Tussen partijen vaststaande feiten
2.1. Eiseres is een dochtermaatschappij van [A] te [Land] (hierna: [A]). Eiseres levert scanners en software aan tandtechnische laboratoria voor het ontwerpen van tandprothesen. Voorts levert eiseres tandtechnische producten zoals kunstwortels, genezingsschroeven, opbouwstukken en dergelijke. Bij eiseres zijn een tandtechnicus en een tandarts in dienst. Ook heeft eiseres twee vacatures voor tandtechnici.
2.2. De tandtechnische laboratoria sluiten een overeenkomst met eiseres voor de levering van tandprothesen. De laboratoria maken scans, die eiseres beoordeelt. Eiseres adviseert de laboratoria welke producten zij het beste kunnen bestellen.
2.3. De scans worden vervolgens via het netwerk van [X] verstuurd naar [A] te [Land]. De tandprothesen worden in [Land] vervaardigd en vervolgens in opdracht van eiseres naar de tandtechnische laboratoria gestuurd.
2.4. [A] factureert aan eiseres met 0% btw. Eiseres geeft in Nederland een belaste intracommunautaire verwerving aan. Eiseres factureert vervolgens de tandtechnische laboratoria. Eiseres bepaalt zelf welke vergoeding ze voor de tandprothese in rekening brengt.
2.5. Eiseres is het aanspreekpunt voor de tandtechnische laboratoria en biedt hun tijdens het leveringsproces ondersteuning zowel op afstand als op locatie. Voor deze ondersteuning brengt eiseres geen aparte vergoeding in rekening. Deze ondersteuning wordt geacht in de prijs van de tandprothesen te zijn begrepen.
3. Geschil
3.1. In geschil is of eiseres terecht omzetbelasting heeft voldaan wegens de intracommunautaire verwerving van tandprothesen. Verweerder beantwoordt deze vraag bevestigend en eiseres ontkennend. Tussen partijen is niet in geschil dat eiseres en [A] als tandtechnicus kwalificeren.
3.2. Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en het verlenen van een aanvullende teruggaaf van € 30.207.
3.3. Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
4. Beoordeling van het geschil
Wettelijk kader
4.1.1. Ingevolge artikel 1, onderdeel b, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet OB) wordt onder de naam ‘omzetbelasting’ onder meer een belasting geheven ter zake van intracommunautaire verwervingen van goederen onder bezwarende titel in Nederland door een als zodanig handelend ondernemer en door rechtspersonen, andere dan ondernemers.
4.1.2. Ingevolge artikel 11, eerste lid, onderdeel g, sub 1º, van de Wet OB zijn van belasting vrijgesteld de leveringen van tandprothesen door tandartsen en tandtechnici.
4.1.3. Op grond van artikel 17e, aanhef en onderdeel a, van de Wet OB, wordt bij ministeriële regeling onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen vrijstelling van belasting verleend voor intracommunautaire verwervingen van goederen waarvoor de levering in Nederland in elk geval is vrijgesteld.
4.1.4. Artikel 17e van de Wet OB is gebaseerd op artikel 140 van Richtlijn 2006/112/EG (hierna: de Btw-richtlijn). Artikel 140, aanhef en sub a, van de Btw-richtlijn luidt als volgt:
‘De lidstaten verlenen vrijstelling voor de volgende handelingen:
a) de intracommunautaire verwerving van goederen waarvan de levering door belastingplichtigen in ieder geval op hun respectieve grondgebied is vrijgesteld;’.
Beoordeling
4.2. Met het bepaalde in artikel 140 van de Btw-richtlijn is geen materiële wijziging beoogd ten opzichte van artikel 28 quater, B, van de Zesde richtlijn (zie ook paragraaf 5.4 van de conclusie van A-G Van Hilten bij het arrest HR 3 april 2009, nr. 43.446, BNB 2009/136). Onder de tot 1 januari 2008 geldende regelgeving waren de intracommunautaire verwervingen van tandprothesen uit het buitenland vrijgesteld omdat artikel 11, eerste lid, onderdeel g, sub 1º, van de Wet OB toen nog een algemene vrijstelling bevatte voor alle leveringen van tandprothesen.
4.3. Sinds 1 januari 2008 is de vrijstelling in de Wet OB beperkt tot de leveringen van tandprothesen door tandartsen en tandtechnici. De vrijstellingsbepaling is hiermee richtlijnconform gemaakt.
4.4. Het geschil spitst zich toe op de beantwoording van de vraag of deze in artikel 11, eerste lid, onderdeel g, sub 1º, van de Wet OB aangebrachte beperking meebrengt dat de intracommunautaire verwerving van tandprothesen, afkomstig van een buitenlandse tandtechnicus, niet meer onder de vrijstelling van artikel 17e van de Wet OB valt. Het gaat hier om de uitleg van de woorden ‘in ieder geval’ in de onder 4.1.4 bedoelde bepaling.
4.5. Naar het oordeel van de rechtbank brengt een redelijke uitleg van artikel 17e van de Wet OB, bezien in samenhang met artikel 140 van de Btw-richtlijn, mee dat de intracommunautaire verwerving van tandprothesen is vrijgesteld als ook de levering in Nederland door tandartsen en tandtechnici van dat goed in ieder geval zou zijn vrijgesteld. Nu de door de buitenlandse tandtechnicus verrichte levering, indien zij in Nederland was verricht, zou zijn vrijgesteld, is hieraan voldaan.
4.6. Een andere uitleg zou tot gevolg hebben dat subjectieve vrijstellingen als de onderhavige alleen voor leveringen in Nederland zouden gelden en niet voor intracommunautaire verwervingen. Toegespitst op deze zaak zou dit betekenen dat de levering van tandprothesen door tandartsen en tandtechnici in Nederland is vrijgesteld en dat de intracommunautaire verwerving hiervan is belast, ook als de tandprothesen door tandartsen en tandtechnici zijn geleverd. Deze uitleg komt zo zeer in strijd met het door de Btw-richtlijn en de daarop gebaseerde bepalingen van de Wet OB beoogde heffingsevenwicht en met het neutraliteitsbeginsel dat deze uitleg niet kan worden aanvaard.
4.7. De slotsom luidt dat eiseres in het tijdvak december 2008 geen omzetbelasting verschuldigd is wegens de intracommunautaire verwerving van tandprothesen. Dit betekent dat aan eiseres een aanvullende teruggaaf dient te worden verleend van € 30.207.
4.8. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep gegrond te worden verklaard. Hetgeen eiseres overigens heeft aangevoerd behoeft, gelet op deze uitkomst, geen bespreking.
5. Proceskosten
De rechtbank vindt aan¬lei¬ding verweerder te veroordelen in de kos¬ten die eiseres in verband met de behande¬ling van het beroep redelij¬kerwijs heeft moeten maken. Deze kosten zijn op de voet van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 437 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 437 en een wegingsfactor 1).
6. Beslissing
De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- gelast dat aan eiseres voor het tijdvak december 2008 een teruggaaf wordt verleend van in totaal € 93.858 (€ 63.651 + € 30.207) en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres ten bedrage van € 437;
- gelast dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 302 vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. van Dongen, voorzitter, mr. A.J. Roke en mr. O. Nijhuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.Y. Ip, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2011.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van de uitspraak in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.