ECLI:NL:RBHAA:2011:BT7327
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervallen van beslagen in voorlopige surseance van betaling
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 7 oktober 2011 uitspraak gedaan in het kader van een verzoekschrift van de bewindvoerder mr. H.C. Scheltema, die om opheffing van de gelegde beslagen vroeg. De schuldenaar, die in voorlopige surseance van betaling verkeert, had een goedgevulde orderportefeuille en een liquiditeitsprognose die aangaf dat de onderneming haar lopende verplichtingen kon blijven voldoen, mits een bedrag van EUR 65.000,- dat onder beslag ligt, vrijkomt. De bewindvoerder stelde dat zonder dit bedrag de voortzetting van de surseance zinloos zou zijn en dat faillissement noodzakelijk zou zijn. Muurtooi B.V. en Stoel van Klaveren B.V. waren betrokken als beslagleggers, waarbij Muurtooi zich verzette tegen de opheffing van de beslagen, omdat zij meende dat haar belangen onevenredig geschaad zouden worden. De rechtbank overwoog dat de bewindvoerder op basis van de beschikbare gegevens een inschatting moet maken van de levensvatbaarheid van de onderneming. De rechtbank concludeerde dat het belang van de beslagleggers in deze situatie niet opweegt tegen het belang van de onderneming en haar crediteuren. De rechtbank heeft daarom het verzoek van de bewindvoerder toegewezen en de gelegde beslagen opgeheven, met uitzondering van de beslagen ten behoeve van vorderingen met voorrang. Deze beslissing is genomen om de onderneming een kans op overleven te bieden, aangezien een afwijzing van het verzoek waarschijnlijk zou leiden tot een faillissement.