ECLI:NL:RBHAA:2011:BT6266
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.A. van der Bijl
- A.C.M. Rutten
- I.H. Lips
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne door verdachte zonder vaste woon- of verblijfplaats
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 12 augustus 2011, is de verdachte beschuldigd van het opzettelijk invoeren van cocaïne op 5 mei 2011 te Schiphol. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het medeplegen van de invoer niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. De verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd en de rechtbank heeft de bewijsmiddelen opgesomd die tot de bewezenverklaring hebben geleid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte 729,3 gram cocaïne heeft ingevoerd, wat schadelijk is voor de gezondheid en bestemd was voor verdere verspreiding. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven maanden, met aftrek van de tijd die zij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Daarnaast is het in beslag genomen geld, dat afkomstig was van de organisatie, verbeurd verklaard. De rechtbank heeft geen redenen gevonden om af te wijken van de standaardstraf, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, en heeft de ernst van de zaak en de impact op de samenleving in overweging genomen.