ECLI:NL:RBHAA:2011:BT2279
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Betwisting van een telefonische overeenkomst tot levering van energie tussen de Nederlandse Energie Maatschappij B.V. en een consument
In deze zaak vorderde de Nederlandse Energie Maatschappij B.V. (NEM) betaling van kosten voor geleverde gas en elektriciteit aan de gedaagde. De gedaagde betwistte echter de overeenkomst die volgens NEM telefonisch zou zijn gesloten. De kantonrechter oordeelde dat NEM niet voldoende bewijs had geleverd om de overeenkomst te onderbouwen. De voicelog die NEM overlegde, bood geen duidelijke aanwijzingen voor de totstandkoming van de overeenkomst, en er ontbrak een schriftelijke bevestiging van de afspraken aan de gedaagde. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat er een mondelinge wilsovereenstemming had plaatsgevonden. De kantonrechter concludeerde dat de essentialia van de vermeende overeenkomst niet waren komen vast te staan, en dat de vordering van NEM ongegrond was. De proceskosten werden aan NEM opgelegd, aangezien zij in het ongelijk werd gesteld. De uitspraak vond plaats op 31 augustus 2011 in de Rechtbank Haarlem, sector kanton.