ECLI:NL:RBHAA:2011:BT2010

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
31 augustus 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
451885 /CV EXPL 010-711
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C.A. van Dijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid dierenpension voor schade door ingeslikte tennisballen door hond

In deze zaak vorderde eiser, vertegenwoordigd door mr. Ch.W.A. van Dam, een dierenpension (gedaagde), vertegenwoordigd door mr. H. Hoenson, tot vergoeding van schade die zijn hond Ubro had geleden. De hond was tijdens een verblijf in het dierenpension ernstig ziek geworden nadat hij tennisballen had ingeslikt, wat leidde tot een operatie. De kantonrechter had eerder, op 28 juli 2010, eiser opgedragen te bewijzen dat de hond ziek was geworden door het inslikken van de tennisballen tijdens zijn verblijf bij gedaagde. Na getuigenverhoren op 22 oktober 2010 en 8 juni 2011, waarin zowel eiser als gedaagde getuigen hebben voorgebracht, heeft de kantonrechter op 31 augustus 2011 uitspraak gedaan.

De kantonrechter oordeelde dat eiser niet was geslaagd in zijn bewijsopdracht. Hoewel eiser en zijn levenspartner verklaarden dat Ubro gezond was bij aankomst en ziek bij vertrek, kon hieruit niet worden afgeleid dat de hond de tennisballen tijdens zijn verblijf bij het dierenpension had ingeslikt. De schriftelijke verklaringen van drie dierenartsen gaven ook geen steun voor de stelling van eiser, omdat zij niet konden aangeven hoe lang de tennisballen al in de maag van Ubro hadden gezeten. De kantonrechter concludeerde dat het mogelijk was dat Ubro de tennisballen vóór zijn verblijf in het pension had ingeslikt.

Daarom werden alle vorderingen van eiser afgewezen en werd hij veroordeeld in de proceskosten van gedaagde, die op € 800,-- werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken door mr. C.A. van Dijk op de openbare terechtzitting van 31 augustus 2011.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 451885 /CV EXPL 010-711
datum uitspraak: 31 augustus 2011
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
[eiser]
te [woonplaats]
eiser
hierna te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. Ch.W.A. van Dam
tegen
de stichting Samenwerkende Dierenhulp Organisatie
te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: SSDO
gemachtigde: mr. H. Hoenson
De verdere procedure
Ter uitvoering van het tussenvonnis van 28 juli 2010 zijn op 22 oktober 2010 en 8 juni 2011 getuigenverhoren gehouden, waarvan processen-verbaal zijn opgemaakt. Partijen hebben over en weer nog geconcludeerd na enquête, beiden hebben producties in het geding gebracht.
Vonnis is bepaald op vandaag.
De verdere beoordeling van het geschil
1. [eiser] heeft bij conclusie na enquête nog kopieën van foto's in het geding gebracht. Omdat deze producties te laat in de procedure zijn gebracht, zal de kantonrechter deze niet bij de beoordeling betrekken.
2. De kantonrechter blijft bij de inhoud van het vonnis van 28 juli 2010, waarbij [eiser] is toegelaten te bewijzen dat zijn hond Ubro tijdens zijn verblijf in het dierenpension ziek is geworden doordat hij daar tennisballen heeft opgegeten. Om dat bewijs te leveren heeft [eiser] als getuigen voorgebracht [eiser] (partijgetuige) en diens levenspartner mevrouw [XXX]. SSDO heeft in contra-enquête als getuige laten horen mevrouw [YYY], assistent-beheerder bij SSDO.
3. De kantonrechter is van oordeel dat niet is bewezen dat Ubro tijdens zijn verblijf in het dierenpension van SSDO ziek is geworden doordat hij daar tennisballen heeft opgegeten. [eiser] en [XXX] verklaren als getuige weliswaar dat Ubro gezond was, toen hij eind augustus 2009 werd ondergebracht bij SSDO en dat Ubro ziek was toen zij hem op 7 september 2009 meekregen, maar daaruit kan niet worden afgeleid dat Ubro tijdens zijn verblijf bij SSDO tennisballen heeft ingeslikt. Ook in de schriftelijke verklaringen van de drie dierenartsen, W.P.F. Zwart, B. Sjollema en A.N.R.M. van Dortmont zijn geen aanknopingspunten te vinden voor het standpunt van [eiser]. Deze dierenartsen kunnen immers niet aangeven hoelang de tennisballen al in de maag van Ubro moeten hebben gezeten voordat hij klachten kreeg en spreken elkaar bovendien tegen op dit punt. Gelet op het feit dat onweersproken is dat Ubro heel ziek was toen hij op 7 september 2009 uit het pension werd opgehaald, komt het de kantonrechter niet logisch voor dat Ubro, als door SSDO gesteld, een of meer tennisballen na diens verblijf in het pension heeft ingeslikt. De mogelijkheid blijft echter bestaan dat Ubro de tennisballen al vóór zijn verblijf in het dierenpension heeft ingeslikt. Nu niet is komen vast te staan dat Ubro de tennisballen tijdens het verblijf in het dierenpension heeft opgegeten, is [eiser] niet geslaagd in zijn bewijsopdracht. Dit betekent dat alle vorderingen van [eiser] worden afgewezen en dat [eiser] als de in het ongelijk gestelde partij wordt veroordeeld de proceskosten van SSDO te voldoen.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst de vorderingen af;
- veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure aan de zijde van SSDO, die tot vandaag worden begroot op € 800,-- aan salaris van de gemachtigde en verklaart dit vonnis in zoverre uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. van Dijk en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.