ECLI:NL:RBHAA:2011:BS8747
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Fiscale fraude met onjuiste belastingaangiften door vennootschappen
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 2 augustus 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van fiscale fraude. De verdachte, geboren in 1957, was directeur van [X Holding B.V.] en [X B.V.], en werd beschuldigd van het opzettelijk doen van onjuiste aangiften voor de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en omzetbelasting over de jaren 2002 tot en met 2006. De tenlastelegging omvatte drie feiten, waarbij de verdachte werd verweten dat hij samen met anderen opzettelijk onjuiste aangiften indiende, wat resulteerde in te weinig belastingheffing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De officier van justitie vorderde bewezenverklaring van de feiten, een geldboete van € 375.000, een werkstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend was bewezen dat de verdachte onder feit 1 schuldig was aan het opzettelijk doen van onjuiste aangiften voor de inkomstenbelasting. Echter, de rechtbank kwam tot de conclusie dat de verdachte wel degelijk schuldig was aan de feiten 2 en 3, die betrekking hadden op de onjuiste aangiften voor de vennootschapsbelasting en omzetbelasting.
De rechtbank overwoog dat de verdachte als directeur verantwoordelijk was voor de administratie van de vennootschappen en dat hij feitelijke leiding had gegeven aan de onjuiste aangiften. De rechtbank legde de verdachte een geldboete op van € 200.000 en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het onder feit 1 ten laste gelegde, maar achtte de feiten 2 en 3 bewezen, waarbij de verdachte opzettelijk onjuiste aangiften had gedaan, wat leidde tot een aanzienlijk fiscaal nadeel voor de belastingdienst.