proces-verbaal
RECHTBANK HAARLEM
zaaknummer / rolnummer: 183579 / KG ZA 11-322
Proces-verbaal van de zitting, gehouden op 28 juli 2011, houdende mondeling vonnis
1. de rechtspersoon naar vreemd recht
REPRISE BIOPHARMACEUTIS, LLC,
gevestigd te New York City, Verenigde Staten,
2. DR. [A],
wonende te [plaats], Verenigde Staten,
eisers,
advocaten mr. A.F. Kupecz, mr. B.J. Berghuis van Woortman en mr. J.W. Bitter te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FERRING B.V.,
gevestigd te Haarlem,
gedaagde,
advocaten mr. G. Kuipers, mr. M. Bronneman en mr. T Douma te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Reprise, [A] en Ferring genoemd worden.
1. De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding als bedoeld in artikel 438 lid 4 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
Tegenwoordig zijn mr. A.J. van der Meer, voorzieningenrechter, en mr. V.J.M. Goldschmeding, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
- mr. Kupecz voornoemd
- mr. Berghuis van Woortman voornoemd
- mr. Bitter voornoemd
- mr. Kuipers voornoemd
- mr. Bronneman voornoemd
- mr. Douma voornoemd.
De advocaten van partijen hebben ter zitting hun standpunten naar voren gebracht.
2. De voorzieningenrechter heeft het volgende vastgesteld.
3. Op 22 juni 2011 hebben Reprise en [A] een verzoekschrift tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag met aanstelling van een gerechtelijk bewaarder ten laste van Ferring (hierna: het beslagrekest) bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank ingediend. Reprise en [A] hebben aan dit beslagrekest – kort samengevat – ten grondslag gelegd dat [A] de uitvinder is van de materie zoals vastgesteld in de octrooiaanvrage welke is gepubliceerd onder nummer EP 1.689.419 (hierna EP 419) en welke aanvrage op 1 maart 2007 is overgedragen aan Reprise. Op 28 maart 2011 heeft Ferring aan Reprise en [A] een dagvaarding betekend waarin zij het recht op de octrooiaanvrage EP 419 opeist aangezien volgens Ferring niet [A] maar [B] de uitvinder van EP 419 is. Volgens Reprise en [A] heeft Ferring de beschikking over de bescheiden waaruit blijkt dat [A] en niet [B] de uitvinder is, reden waarom zij op grond van artikel 843a Rv een rechtmatig belang hebben bij veiligstelling van deze bescheiden.
4. In het petitum van het beslagrekest hebben Reprise en [A], voor zover hier van belang, het volgende verzocht:
REDENEN WAAROM:
Verzoeksters zich tot U.E.A. Heer/Vrouwe Voorzieningenrechter wendt, met het verzoek:
1. Verzoeksters verlof te verlenen voor het op grond van artikel 843a Rv jo. 700, 709
en 730 Rv ten laste van Gerekwesteerde (doen) leggen van conservatoir bewijsbeslag op, door het maken van een forensische kopie van, alle bescheiden/bestanden die betrekking hebben op de rol van [A] in het Newminproject en alle bescheiden/bestanden die gevonden worden na het ingeven van de
volgende zoektermen: “[A]”, “Seymour”, “Speranza”, “[D]”, “[B]”, “[B]”, “Jens”, “ Peter”, “newmin”, “[C]”, “[C]”, “desmopressin”, “ nocturia”, “hyponatremia”, “hyponatremia taskforce”, ”CS004”, “CS008”, “CS009”, “ FE992026”, “CNF”, “low dose”“low dosage”, “sub-lingual”, “sublingual”, “Wittendorff”, “Ercegovic”, “Sheard”, “02DK-01”, “10/706,100”, “GB0210397”, “PCT/US03/14663”, “WO04/041153”, “PCT/US03/035662”, “WO05/046707”, “EP 03 781 836.6”, EP 1689419”, relevante afkortingen van deze zoektermen en relevante combinaties van deze zoektermen, ook in combinatie met de zoekwoorden “bioavailability study”, “inventorship”, en “entitlement”, “orodispersible”en die zich bevinden op de server, op PC’s en/of Laptops, dan wel enige andere gegevensdragers van Gerekwesteerde (waaronder, maar niet uitsluitend, CD’s, DVD’s, DAT tapes, USB-sticks of recovery tapes) die zich bevinden onder Gerekwesteerde in Hoofddorp, althans op enige andere aan Gerekwesteerde ter beschikking staande locatie in het arrondissement Haarlem, dan wel elders in Nederland;
2. Verzoeksters verlof te verlenen voor het conform sub 1 van het verzoek ten laste van Gerekwesteerde (doen) leggen van conservatoir bewijsbeslag op de navolgende nader bepaalde bescheiden:
- de “bible” voor de uitvinding
- Het memorandum d.d. 21 August 2002 van Dr. [A] aan Dr. [D]
- De notulen van de bijeenkomsten van het NEWMIN projectteam in Kopenhagen op 30 augustus 2001 en in november 2001
- Alle concepten en/of eerdere versies van de ‘Investigator’s Brochure’ d.d. 1 augustus 2002
- Onkostendeclaraties voor Dr. [A] en Dr. [D] voor het bijwonen van de bespreking van 30 augustus 2001 en van Dr. [A] voor de bespreking in November 2001.
- Alle facturen die [A] aan Ferring heeft gestuurd voor zijn werkzaamheden als consultant.
- De arbeidsovereenkomst tussen Ferring en [A]
- Brief van [D] aan mevr. [C], bedrijfsjurist van Ferring, d.d. 14 januari 2003, met betrekking tot het uitvinderschap van “new desmopressin formulation”
- Notulen van alle bezoeken van Dr. [A] aan Kopenhagen van augustus 2001 tot beëindiging van zijn werkzaamheden bij Ferring in november 2002.
welke bescheiden zich bevinden onder Gerekwesteerde in Hoofddorp, althans op enige andere aan Gerekwesteerde ter beschikking staande locatie in het arrondissement Haarlem, dan wel elders in Nederland;
4. te bevelen dat de in het verzoekschrift bedoelde zaken ter gerechtelijke bewaring zullen worden afgegeven aan DigiJuris B.V., gevestigd aan de Luxoolseweg 2 te (3862 WJ) Nijkerk, en dat genoemde bewaarder behoudens toestemming van Gerekwestreerde of nader rechtelijk bevel, van de inhoud van de in het beslag te nemen zaken geen inzage geeft of anderszins informatie omtrent de inhoud ter kennis brengt van Verzoekster of derden, anders dan een indicatie van de relevantie aan de hand van de sub 1 genoemde zoektermen;
5. De voorzieningenrechter heeft op 23 juni 2011 het gevraagde verlof verleend door de door Reprise en [A] onderaan het beslagrekest vermelde standaardtekst “toegestaan als verzocht etc.” te ondertekenen.
6. Uit het proces-verbaal van 18 juli 2011 met vier producties van mr. E.A. Dragstra van Agin Pranger Gerechtsdeurwaarders (hierna: de deurwaarder) blijkt dat de deurwaarder zich op 29 juni 2011 voor de tenuitvoerlegging van de beschikking van 23 juni 2011 heeft begeven naar het zaakadres van Ferring, alwaar hij is aangevangen met de beslaglegging. Vervolgens zijn mr. Douma, mr. Kuipers en mr. Bronneman voornoemd namens Ferring ter plaatse verschenen en is een telefonische discussie ontstaan tussen de advocaten van Ferring enerzijds en de advocaten van Reprise en [A] anderzijds over de wijze waarop voornoemde beschikking van 23 juni 2011 moet worden geïnterpreteerd. In het proces-verbaal van 18 juli 2011 is, voor zover hier van belang, vermeld:
GECONSTATEERD
1. Dat er een drietal geschilpunten zijn met betrekking tot de wijze waarop voormelde beschikking ten uitvoer moet worden gelegd. Dit betreffen de volgende drie punten:
a. Mag er beslag worden gelegd op de onder punt 2 (pagina 10) genoemde bescheiden wanneer deze in digitale vorm worden aangetroffen.
b. Hoe moet de onder punt 1 (pagina 9) genoemde zin “alle bescheiden/bestanden die betrekking hebben op de rol van [A] in het Newmin project” worden gekwalificeerd in het kader van het definitieve beslag.
c. Wat mag in het proces-verbaal van bewijsbeslag worden vermeld in relatie tot het onder punt 4 (pagina 12) genoemde deel achter de laatste komma, “anders dan een indicatie van de relevantie aan de hand van de sub 1 genoemde zoektermen”.
[…]
3. Dat er gelet op de aard van het beslag en de mogelijke onomkeerbare gevolgen van een onjuiste tenuitvoerlegging van de beschikking, door de voorzieningenrechter antwoord moet worden gegeven op de 3 vragen onder A t/m C voornoemd, aangevuld met een antwoord op de vraag of er wel of niet gedurende het beslag overleg gevoerd mag worden met verzoekers over het aantal hits en het daarna uit te voeren combineren van zoektermen.
7. De deurwaarder heeft vervolgens op de voet van artikel 438 lid 4 Rv de onderhavige procedure tussen partijen aanhangig gemaakt. Partijen zijn voor de behandeling van deze zaak opgeroepen bij exploot, dat aan partijen op 20 juli 2011 is betekend.
8. De voorzieningenrechter overweegt als volgt.
9. De voorzieningenrechter licht allereerst toe dat hij het verzoek van Reprise en [A] tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag aldus heeft begrepen dat Reprise en [A] verlof hebben gevraagd conservatoir beslag te mogen leggen op, door het maken van een forensische kopie van, uitsluitend die gegevensdragers waarop bescheiden/bestanden gevonden konden worden die betrekking hebben op de rol van [A] in het Newminproject en gegevensdragers waarop bestanden/bescheiden gevonden konden worden na het ingeven van de onder punt 1 van het petitum van het beslagrekest genoemde zoektermen of combinaties daarvan. Vervolgens is naar het oordeel van de voorzieningenrechter onder punt 2 van het petitum van het beslagrekest door Reprise en [A] een nadere omschrijving gegeven van de specifieke bescheiden die zij in beslag wenst te nemen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat hij het verzoek van Reprise en [A] ook zo mocht opvatten aangezien het beslagrekest anders een doublure zou bevatten en er sprake zou zijn van een fishing expedition, waarvoor geen verlof wordt verleend. Voorts blijkt zulks uit de formulering van punt 2 van het petitum van het beslagrekest daar waar Reprise en [A] verzoeken verlof te verlenen voor het leggen van conservatoir bewijsbeslag “op de navolgende nader bepaalde bescheiden”. Anders dan bij de meeste rechterlijke uitspraken is - door het karakter van het verzoek, een beslagrekest - de tekst van de onderhavige uitspraak niet door de rechter, maar door de verzoeker geredigeerd. Mede gelet hierop dient het gegeven verlof - ook al zou een andere uitleg daarvan mogelijk zijn - als hiervoor omschreven te worden gelezen.
10. Ten aanzien van het eerste geschilpunt – mag er beslag worden gelegd op de onder punt 2 (pagina 10) genoemde bescheiden wanneer deze in digitale vorm worden aangetroffen – hebben de deurwaarder en Reprise en [A] zich op het standpunt gesteld dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord.
11. Ferring heeft zich op het standpunt gesteld dat de deurwaarder zich dient te beperken tot de zoektermen zoals vermeld onder punt 1 van het verlof. Indien daarbij de bescheiden zoals genoemd onder punt 2 worden aangetroffen, mag de deurwaarder beslag leggen op deze bescheiden. Volgens Ferring is het de deurwaarder op grond van het gegeven verlof niet toegestaan zelfstandig op zoek te gaan naar de onder 2 genoemde bescheiden.
12. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de deurwaarder beslag mag leggen op de onder punt 2 (pagina 10) genoemde bescheiden wanneer deze in digitale vorm worden aangetroffen, nu uit de Memorie van Toelichting bij artikel 843a Rv blijkt dat onder bescheiden tevens op een gegevensdrager aangebrachte gegevens wordt verstaan.
13. Ten aanzien van het tweede geschilpunt - hoe moet de onder punt 1 genoemde zin “alle bescheiden/bestanden die betrekking hebben op de rol van [A] in het Newminproject” worden gekwalificeerd in het kader van het definitieve beslag, heeft de deurwaarder gesteld dat hij dit punt vooralsnog buiten het beslag zal laten nu niet duidelijk is hoe dit gekwalificeerd dient te worden. Aangezien Reprise en [A] in hun brief van 25 juli 2011 te kennen hebben gegeven dat zij zich met het standpunt van de deurwaarder kunnen verenigen, behoeft op dit punt niet meer te worden beslist.
14. Ten aanzien van het derde geschilpunt - wat mag in het proces-verbaal van bewijsbeslag worden vermeld in relatie tot het onder punt 4 (pagina 12) genoemde deel achter de laatste komma, “anders dan een indicatie van de relevantie aan de hand van de sub 1 genoemde zoektermen” hebben de deurwaarder en Reprise en [A] gesteld dat informatie aan verzoekers mag worden verstrekt wanneer dit tot doel heeft om informatie te verkrijgen over het numerieke aantal hits per zoekterm aangezien het voor verzoekers noodzakelijk is om te weten of het resultaat van een vooraf ingegeven zoekwoord 1 miljoen hits oplevert of slechts 10.
15. Ferring heeft daartegen ingebracht dat in het proces-verbaal van beslaglegging geen informatie mag worden gegeven over de inhoud van de in beslaggenomen bescheiden. Volgens Ferring mag het proces-verbaal van beslaglegging dan ook alleen vermelden hoeveel hits er in totaal zijn geweest naar aanleiding van het ingeven van de in het verlof genoemde zoektermen. Niet mag worden opgenomen hoeveel hits er zijn per zoekterm of na het ingeven van een combinatie van specifieke zoektermen, aldus Ferring.
16. De voorzieningenrechter overweegt ten aanzien van dit geschilpunt als volgt.
Nu punt 4 van het petitum van het beslagrekest ziet op de bevoegdheid van de gerechtelijk bewaarder kan dit geschilpunt geen onderdeel zijn van dit deurwaarderskortgeding, zodat Reprise en [A] met betrekking tot dit geschilpunt niet-ontvankelijk zijn.
17. Ten overvloede merkt de voorzieningenrechter het volgende op. Het proces-verbaal van beslaglegging mag geen informatie over de inhoud van de in beslag genomen bescheiden bevatten. Met Reprise en [A] is de voorzieningenrechter van oordeel dat verzoekers er wel recht op en belang bij hebben om te weten of het beslag doel heeft getroffen. Dit brengt met zich dat in het proces-verbaal van bewijsbeslag mag worden vermeld, gespecificeerd naar elk van de onder 2 genoemde beslagobjecten, of het beslag doel heeft getroffen.
18. Ten aanzien van het laatste geschilpunt – mag er wel of niet gedurende het beslag overleg gevoerd worden met verzoekers over het aantal hits en het daarna uit te voeren combineren van zoektermen – heeft de deurwaarder zich op het standpunt gesteld dat inhoudelijk overleg met verzoekers gedurende het beslag over het aantal hits, niet in strijd is met de beschikking noch met de geheimhoudingsplicht, nu er inhoudelijk niet over de bescheiden wordt gesproken. Een dergelijk overleg leidt er volgens de deurwaarder alleen maar toe dat de hoeveelheid definitief in beslag genomen data afneemt waardoor Ferring op geen enkel punt in haar belangen wordt geschaad. Ook Reprise en [A] stellen dat het praktisch is dat zij tijdens het beslag overleg voeren met de deurwaarder over de mogelijke zoektermen en combinaties daarvan die leiden tot inbeslagname van bepaalde bescheiden.
19. Ferring heeft betwist dat het de deurwaarder is toegestaan gedurende het beslag met verzoekers overleg te voeren over het aantal hits per zoekterm en vervolgens over de uitwerking van het bepaalde in het verlof.
20. De voorzieningenrechter overweegt ten aanzien van dit geschilpunt als volgt.
Het is de deurwaarder niet toegestaan overleg te voeren met verzoekers over de wijze waarop hij beslag dient te leggen. Het is aan de deurwaarder om zelf te bepalen hoe hij met behulp van zoektermen, of een combinatie daarvan, de onder punt 2 van het petitum van het beslagrekest genoemde bescheiden vaststelt, waarbij het niet de bedoeling is dat hij daarbij verzoekers betrekt omdat dit al snel, onbedoeld, tot overdracht van de inhoud van de forensisch kopie kan leiden.
21. Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.
1. bepaalt dat er conservatoir beslag mag worden gelegd op de onder punt 2 (pagina 10) van het beslagrekest genoemde bescheiden wanneer deze in digitale vorm worden aangetroffen,
2. verklaart Reprise en [A] niet-ontvankelijk ten aanzien van hun vordering met betrekking tot de vraag: wat mag in het proces-verbaal van bewijsbeslag worden vermeld in relatie tot het onder punt 4 (pagina 12) genoemde deel achter de laatste komma, “anders dan een indicatie van de relevantie aan de hand van de sub 1 genoemde zoektermen”,
3. bepaalt dat het de deurwaarder niet is toegestaan overleg te voeren met verzoekers over de wijze waarop hij beslag dient te leggen,
4. compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.