De feiten
1. Op 24 februari 2006 heeft Inclusion met International Triangle Services Finance BV, vertegenwoordigd door [eiser] (hierna: ITS) een ‘services agreement’ gesloten voor een periode van 3 jaar, met de mogelijkheid van tussentijdse opzegging. De services agreement luidt:
“(…) 3.1 In consideration for the services to be rendered by ITS under this Agreement, Inclusion shall pay to ITS a Fee as specified in Attachment C, excluding VAT if applicable.
3.2 The maximum number of days that can be invoiced during a full calender year will not exceed 220 (..) days.
3.3 Inclusion shall not be liable for paying any fees under this Agreement in case of incapacity of ITS to perform the consulting services mentioned in article 2, irrespective of the cause of such incapacity. (…)
5.1 the parties agree that ITS shall be responsible for all income tax, special premiums, liabilities or similar contributions in respect the fees paid by Inclusion and ITS agrees to indemnify Inclusion against all demands for any income tax (…)
5.3 It is expressly agreed that ITS is acting as an independent contractor in performing his services under this Agreement. (…)
9.1 the Parties hereby declare that the present Agreement is concluded between them as a consulting services agreement. The provisions set out in articles 7:400 ff of the Dutch Civil Code are applicable to this Agreement insofar as no deviation from these provisions is made in this Agreement. (…)”
2. Attachment C van de services agreement luidt:
“(…) 5. Daily fee: € 600, exclusive of VAT
6. Maximum annual payment: € 132.000, exclusive of VAT
7. Bonus Scheme applicable (…)”
3. De ‘Bonus Scheme’ luidt:
“(…) The following people will be entitled to participate in the bonus scheme: (…) [eiser] (…) The number of certificates that the above mentioned individuals are entitled to is based on the following parameters:
1. Number of working days for the GiroNil projects
2. Number of working days worked in Egypt
3. Performance related indicators
Based on these parameters, Inclusion Group will prepare and submit a proposal to the management board of Inclusion Group. Based on this proposal the management board will ultimately agree on the number of certificates each individual is entitled to. (…)”
4. Vanaf 24 februari 2006 heeft [eiser] werkzaamheden verricht in Cairo, Egypte op het kantoor van Giro-Nil, een door (onder andere) Inclusion opgerichte joint venture.
5. [eiser] heeft bij mail van 25 december 2007 aan [XXX] (hierna: [XXX]), leidinggevende bij Inclusion, geschreven dat hij een aantal zaken aan het eind van het jaar geregeld wil hebben, waaronder een arbeidsovereenkomst. [XXX] heeft bij mail van 28 december 2007 geantwoord dat het hem verstandig lijkt om ‘volgende week een paar uur bij elkaar te gaan zitten’ en de door [eiser] genoemde zaken te bespreken.
6. Bij mail van 16 januari 2008 heeft [XXX] aan [eiser] geschreven:
“(…) Graag wil ik nog even onze afspraken vastleggen zoals besproken op 7 januari 2008 (…) Er wordt een arbeidscontract opgesteld tussen jou en Inclusion Group BV voor de periode 1 april 2006 t/m 17 juli 2008 (…)”
7. Bij mail van 5 februari 2009 heeft [XXX] aan [eiser] geschreven:
“(…) Tevens kan ik intussen bevestigen dat ik de voorgestelde 5%/5%/5% regeling over de bonusregeling met [YYY] heb besproken en hij is daarmee inmiddels ook akkoord. E.e.a. is nog onder voorbehoud van goedkeuring van onze commissarissen (..)”
8. Op 27 februari 2009 heeft Inclusion aan [eiser] laten weten de services agreement niet te willen verlengen.
9. Op 11 juni 2009 heeft [XXX] een mail gestuurd aan [eiser] met een bijlage genaamd ‘vragen en antwoorden (2).doc’. In dit document is onder meer een beschrijving gegeven van de organisatie van GiroNil. Punt 8. van het document luidt:
“(…) Wie vormen het management en wat is hun achtergrond? (…)
[eiser]
Manager Business Development (…)
He joined the Inclusion Group in 2006 to be appointed as Manager Business Development at GiroNil (…)”
10. Eind januari 2010 heeft Inclusion aan [eiser] laten weten dat er geen werk meer voorhanden was. [eiser] heeft hiertegen geprotesteerd en zich beschikbaar gehouden voor het verrichten van werkzaamheden.
11. Bij brief van 2 juli 2010 aan [eiser] heeft Inclusion zich op het standpunt gesteld dat ‘een arbeidsrelatie voor onbepaalde tijd absoluut niet aan de orde is’ en aansprakelijkheid op die grond afgewezen.
12. Bij brief van 21 juli 2010 aan Inclusion heeft [eiser] zich op het standpunt gesteld dat de service agreement per 1 april 2006 is omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en Inclusion gesommeerd haar verplichtingen uit hoofde van de arbeidsovereenkomst na te komen.