ECLI:NL:RBHAA:2011:BR3560
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.N.A. Jolink
- A.C.M. Rutten
- J. Snitker
- Rechtspraak.nl
Opzettelijke invoer van cocaïne en de implicaties van het Salduz-verweer
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 23 mei 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 25 januari 2011 vanuit de Dominicaanse Republiek via Schiphol Nederland is binnengekomen met een koffer waarin cocaïne was aangetroffen. De verdachte heeft tijdens zijn verhoor en ter terechtzitting verklaard dat hij op de hoogte was van de aanwezigheid van cocaïne in de koffer en dat hij hiervoor een beloning zou ontvangen. De verdediging heeft aangevoerd dat de verdachte geen afstand kon doen van zijn consultatierecht, omdat hij geen advocaat had geraadpleegd voordat hij zijn eerste verklaring aflegde. Dit verweer werd door de rechtbank verworpen, omdat het standpunt van de verdediging geen steun vond in het recht. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van nauwe en bewuste samenwerking bij de invoer van de cocaïne, ondanks de lage beloning die de verdachte zou ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk een hoeveelheid cocaïne heeft ingevoerd, wat een ernstige overtreding van de Opiumwet is. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarbij rekening is gehouden met zijn jeugdige leeftijd en het feit dat hij niet eerder in Nederland was veroordeeld. De rechtbank heeft ook een geldbedrag van 340 euro verbeurd verklaard, dat in beslag was genomen.